Recensie: Cocreatie in de kunst

30 november 2015 , door Sara Spoelstra
| | | | | | | | | | | | |

'Het ik-tijdperk is voorbij,' stelde trendwatcher Lidewij Edelkoort onlangs in Zomergasten. Presentator Jan Leyers reageerde verbaasd: en Facebook dan? Een achterhaald medium, volgens de onverbiddelijke Edelkoort: ‘We hebben weer behoefte aan echt contact, we willen weer dingen samen doen.’ Misschien een nog wat onwennig gegeven, maar afgaande op het Amerikaans-Oostenrijkse AGMA en Londense Art Licks lijkt deze trend al aardig ingebed in de wereld van de beeldende kunst. Cocreatie en onderzoek, daar gaat het om. sara spoelstra.

Stem van een onafhankelijke kunstscene

Kwartaalblad Art Licks – zacht papier, bij elkaar gehouden door nietjes – werd in 2010 geboren uit de frustratie van de piepjonge Holly Willats over het chronische gebrek aan informatie over lokale tentoonstellingen en evenementen buiten de kunstzinnige mainstream (die oprichting besprak Willats vorige maand tot in detail op het Nieuwscentrumblog). Dus waar andere Londense beeldende kunstmagazines zich beperken tot de Damien Hirsts en Tracy Amins, besteed Art Licks heel bewust aandacht aan de ‘echte’ avant-garde van de Britse hoofdstad: jong, opkomend en beyond the obvious. Zij krijgen van Art Licks de ruimte om in interviews en eigen artikelen zelf te vertellen waar zij mee bezig zijn.  

Uit: Art Licks

Nummer 8 opent met het verhaal van Eddie Peake, de speelse performance-artiest die in 2011 onder meer blote mannen liet voetballen in the Royal Academy. Zijn ‘slippery grip on authorship’ deelt hij met Elise Lammer, initiatiefneemster van Hotel Palenque: een rondreizend kunstconcept waarbij steeds een kunstwerk op A0-formaat slechts voor een avond te zien is. Lammer vraagt de deelnemende kunstenaars steeds alle (digitale) voorschetsen en blauwdrukken te vernietigen zodat het werk na vertoon op geen enkele wijze nog eens zou kunnen worden gereproduceerd. ‘Rather than enforcing copyright to restrict the circulation of the image, the project withdraws all rights along with the removal of the image itself.’

Midden tussen de artikelen in Art Licks bevindt zich een ‘Odoreader’ [sic.], een scratch ’n sniff kaart met zes verschillende geuren, die kunstenaar en zelfbenoemd parfumeur Jammie Nicholas ontwierp bij een gelijk aantal artikelen. Verbrand rubber hoort bij het stuk over de mechanische werkplaats Studio Snoop, en dennengeur (of is het de geur van nieuw verband?) bij een curieuze medische analyse van schrijfster Sophie Risner. Nicholas voegt met zijn geuren een nieuwe dimensie toe aan de beleving van de lezer, wat van hem in feite een coauteur maakt. Hij licht zijn werk toe met een uiteenzetting van zijn uiterst interessant antropologisch onderzoek naar hoe meerdere (soms tegenstrijdige) stemmen bijdragen tot de creatie van één rijkgeschakeerde waarheid. 

Uit: Art Licks

Kunst in kapitalen

Het internationaal georiënteerde AGMA magazine – stevig glossypapier, eveneens met geboortejaar 2010 – werd opgericht door de Italiaanse Francesco Stocchi (in Nederland beter bekend als de eerste buitenlandse conservator van Museum Boijmans Van Beuningen) en is in tegenstelling tot Art Licks niet vies van een beetje pochen met grote namen. ‘Adam McEwen, Paul McCarthy!’, schreeuwt de kaft van nummer 6 in kapitalen. Het is meteen een van de weinige geschreven teksten die de lezer onder ogen krijgt: de verdere inhoud bestaat uit kleurrijke beeldrecensies van bijzondere exposities, veelal van het type white cube. Met deze vormgeving hoopt AGMA haar lezers naar eigen zeggen aan te sporen tot het vormen van een persoonlijke, authentieke opinie.

Waar Art Licks vooral gericht is op de toekomst, kijkt AGMA ook veel terug. Eervol is het fotoverslag van het werk van wijlen Alighiero Boetti die zijn auteurschap deelt met lokale borduursters uit Afghanistan en Pakistan. Het archiefgedeelte toont in retrospectief de collectie die fotograaf Vittorio Biffani maakte van de vier dagen waarin Christo in 1974 de vier poorten van de Roman Wall inpakte. En ook hier is de kunstenaar zelf aan het ‘woord’: ter invulling van de rubriek Depiction, vroeg AGMA schilder Wade Guyton om met subjectieve blik een willekeurige tentoonstelling te fotograferen (waar Guyton heel bijdehand zijn eigen tentoonstelling voor uitkoos). Het enige beetje humor in het verder bloedserieuze magazine gaat achterin verscholen in de selectie historische tentoonstellingsadvertenties.

Zowel Art Licks als AGMA doen wat ze moeten doen: verleiden tot het bekijken van kunst in het echt. De een lokaal, de ander internationaal. Beiden strooien ook rijkelijk met websites en hanteren naast hun magazine een uitgebreid online gedeelte. Duidelijk is dat de lezer zelf op onderzoek uit moet wil hij meer te weten komen van de besproken onderwerpen (in het geval van AGMA zelfs waar een tentoonstelling precies plaatsvindt). De lezer moet zich, kortom, gedragen als coauteur.

Sara Spoelstra (1983) is freelance journalist en cultuurwetenschapper.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum