Recensie: Coffeeshopification, antifragility: het nieuwste wat ertoe doet

30 november 2015 , door Reny van der Kamp
| | |

The Alpine Review is, anders dan je op grond van de naam van het blad zou verwachten, geen tijdschrift over alpinisme. Alpine is de manier waarop: ‘observing the things that matter’ met een blik van boven af. En alpine vanwege de onverwachte uitzichten en structuren van bergen. En omdat die met enorme tectoniche verschuivingen tot stand gekomen zijn. En Antifragility is het thema dit nummer - zoals het stoere meisje en het wild ogend draaimolenpaard op de omslag? Dit tijdschrift stelt je op je gemak en verrast: een rustige vormgeving, kleine katernen, mooie fotografie en veel leesvoer. Hier ben je niet zomaar mee klaar. Door reny van der kamp.

Coffeeshopification

Sommige artikelen trekken direct mijn aandacht. Coffeeshopification, wat zou dat zijn? Dat we meer koffie drinken op hippe plekken? Dat je echt een klantenkaart moet hebben van je favoriete koffiebar als je mee wilt doen in de hippe wereld?

Het stuk heeft een prachtig openingsbeeld. Twee mensen, type ‘urban’, in een licht café aan een houten tafel, bakstenen muur, alles donkerblauw, grijs, hout en wit. Koffiebekers, kannetje, glazen water. Ze kijken naar een landkaart van Zuid-Amerika die aan de muur boven hun tafel hangt. Maar het interessante is: het gaat over onderwijs. Hoe moeten onderwijsinstituten zich klaarmaken voor de werkelijke digitalisering van het onderwijs? En hoe zou zo’n instituut er dan uit moeten zien? Misschien wel als die favoriete koffiebar. Dat is de stelling.

Reclamemensen, vormgevers en andere creatieve freelancers brainstormen al jaren in de horeca, dat is een bekend beeld. Ook campussen zouden moeten transformeren tot ontmoetingsplaatsen waar met laptops en iPads informatie kan worden gedeeld en besproken. Studenten en docenten moeten elkaar daar kunnen ontmoeten. Dat zou eens wat anders zijn dan collegezalen met rijen banken, oplopend naar boven, en een tafeltje voor de docent vooraan bij het bord. Coffeeshopification, was het maar alvast begonnen.

Gemeenschapszin

Verder bladerend vind ik een goed stuk over shared ownership. Waarom zouden we allemaal een eigen boormachine, grasmaaier of naaimachine moeten hebben als we die maar heel soms gebruiken en ook van elkaar kunnen lenen? Er komen steeds meer websites en buurtnetwerken waar dat mogelijk is. Collectieve consumptie laat in elk geval een kleinere voetafdruk achter. En je leert je buren nog eens kennen.

Dat gebeurt ook bij zogenaamde urban farming, stadslandbouw. Gemeenschappelijkheid lijkt, zeker bij stadsbewoners, een steeds grotere behoefte te worden. Door op kale stukken groenten te verbouwen maken we bovendien opnieuw een connectie tussen het voedsel op ons bord en waar het vandaan komt. In het artikel 'Growing Ideas' wordt deze ontwikkeling uitgebreid besproken.

De vibe van nu

Andere artikelen gaan over de overlap tussen de digitale en de werkelijke wereld, waarom sommige mensen de wereld ontvluchten en in hun eigen utopische stilte gaan leven, het belang van dingen echt goed doen, de waarde van experimenteren en fouten maken en over tijdschriften als identiteit. De lijst van onderwerpen lijkt eindeloos. Allemaal onderwerpen die je herkent en die je om je heen gebeuren. Het blad brengt de vibe van wat nu gebeurt goed over het voetlicht.

Dan, in het gedeelte over de stad, een aantal stukken over Berlijn. Want Berlijn is, zo staat in de inleiding, ‘alles waar The Alpine Review belang aan hecht: een toegankelijk netwerk, een constante uitwisseling van ideeën, van ambachten, technologie, een culturele mix die gevoed wordt door decentralisatie’. En ja, als je door Berlijn dwaalt zie je dat en voel je dat.

The Alpine Review toont het: inspirerende plekken waar je direct naartoe wilt, Best-of-Berlinmensen die fantastische dingen doen op TED-achtige wijze, een stadswandeling en creative hotspots zoals Makerplatz. ‘Here is a space where people can make things – you can join us.’ Het stuk laat zien dat een stad die ruimte geeft vaak vanzelf laat bloeien wat al sluimerde. Betrokkenheid en daadwerkelijke verandering is het resultaat.

Vat krijgen op fragility

Ik blijf nieuwsgierig naar de thematitel Antifragility. Louis-Jaques Darveau, oprichter en hoofdredacteur van het blad, schrijft er zelf een stuk over. Aanleiding is Nassim Nicholas Talebs nieuwe boek Antifragile: Things That Gain from Disorder. We moeten niet proberen risico’s te begrijpen en te voorspellen, maar fragility, kwetsbaarheid. Wat kwetsbaar is, ligt dichter bij ons. Het gaat hem niet om tere schelpjes of baby’s, maar bijvoorbeeld over een achtergelaten koffer op een vliegveld. Er kan zo’n paniek uitbreken als die wordt ontdekt dat reizigers uren vertraging kunnen oplopen. Terwijl wind mee hooguit voor enkele minuten eerder aankomen zorgt.

Willekeurigheid beïnvloedt ons leven en onze economie dus sterk. De term ‘antifragility’ is door Taleb zelf ontwikkeld om een nieuw denkproces vorm te geven. De Amerikaanse stad Detroit noemt hij als voorbeeld. Eerst sterk als economisch welvarende stad, nu kwetsbaar door te grote afhankelijkheid van een industrietak, de auto-industrie, die op instorten staat. We zouden daarvan moeten leren, en Detroit en andere steden antifragile maken door in te zetten op nieuwe mogelijkheden in plaats van de stad als verloren te beschouwen. Als we vat krijgen op fragility en het om kunnen vormen naar antifragility, hebben we meer invloed op wat er om ons heen gebeurt. En dat is nodig om een nieuwe balans te vinden op onze planeet, zo betoogt Darveau.

Draaimolengevoel

Bij het tijdschrift zitten nog twee prachtige boekjes. Een met scenario’s voor de toekomst, geschreven door specialisten in hun vak: wat zal over datum raken? Wat zal vervangen worden? Het andere boekje bevat illustraties van Anders ‘SCRM’ Meisner. Symbolische patchworkmotieven zijn het, bijna dessins, deels gebaseerd op stukken in het blad. Achterin staat een katern met ideeën en gedachten. Korte signalementen van nieuwe ontwikkelingen in design, economie, technologie, ambachten, retail en maatschappij. Hierin is te zien dat innovatie al veel dieper in de samenleving geworteld is dan het lijkt. Zo samengepakt is het een enorme hoeveelheid aan spannende ontwikkelingen.

Ik blijf maar lezen, heen en weer bladeren. Dit is een blad voor creatieven in alle sectoren. Maar ook voor economen, politici en mensen in het onderwijs. En voor studenten in al deze disciplines. Misschien is het beeld van de draaimolen ook wel het gevoel dat overblijft als je The Alpine Review dichtslaat. Wow, mag ik nog eens?

Reny van der Kamp is medewerkster van Athenaeum Nieuwscentrum, docent beeldcommunicatie en textielontwerper.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum