Recensie: De beste reisgids, of tegen de Toerist

14 juni 2012 , door Godeke Donner
| | | |

Eindelijk staat het zwart op wit: naar het Westen reizen is minder erg dan naar het Oosten. Lees er De universele reisgids voor moeilijke landen van Jelle Brandt Corstius maar op na. De jetlag slaat nu eenmaal minder hard toe als je met de zon meereist. Klinkt logisch, net als zoveel in deze gids. Maar het is nuttig én aangenaam om dat allemaal eens op schrift te hebben, al is het alleen maar omdat we als reiziger er blijkbaar toch altijd weer een potje van maken: daar zitten we weer in onze afritsbroek een onbekend ingewand te eten in een uitgestorven restaurant in Phuket.

Geen gebrek aan reiservaring

Jelle Brandt Corstius put uit behoorlijk wat reiservaring. Hij woonde twee jaar in Amerika en vijf jaar in Rusland. Oost-Europa en het Aziatische continent heeft hij uitvoerig bezocht en daarover gaan dan ook de meeste adviezen. Zelfs al is hij nooit in Zuid-Amerika en Afrika (behalve de Maghreb en Ethiopië) geweest, de lezer kan daar met het mutatis mutandis-principe evengoed uit de voeten.

'Waar je ook heen gaat, met deze gids sla je je er wel doorheen. Met een beetje geluk wordt het nog leuk ook! Als wij bij het filmen van de Rusland-serie weer in een of ander godvergeten oord waren beland, en we het allemaal niet meer zagen zitten, zei mijn regisseur altijd: "Vergeet niet, als wij oud zijn zitten wij aan het leukste tafeltje in het bejaardentehuis."'

Handige tips zijn natuurlijk een belangrijk selling point van reisgidsen. Zonder nu meteen de aanschaf van deze universele gids overbodig te maken, mag ik er als opwarmertje vast een paar weggeven:

  •  Als je via internet je hotel had geboekt en het bevalt bij aankomst totaal niet, dan zou je bij de manager kunnen dreigen met vermelding op 'Tripadvisor', een website waarop hotels worden gerecenseerd. Zorg wel dat je intussen een ander hotel hebt gereserveerd. Grote kans dat je van het eerste je geld terugkrijgt.
  •  Hoe gemeen deze truc ook is: als je lange benen hebt, en de man of vrouw voor je in het vliegtuig de stoel achterover dreigt te zetten, heb je een speciaal stukje plastic dat in het scharnier van die stoel past waardoor die niet meer naar achteren kan.
  •  Heb je bij aankomst op je vakantiebestemming de keuze uit het, luxe, met airco uitgeruste, doch uitgestorven restaurant en het dorpsetablissement dat propvol zit met locals, kies dan altijd voor het tweede. Omdat de omloopsnelheid er hoog is kun je er donder op zeggen dat het eten vers is.

Geduld is een schone zaak

Groot leermoment is het verhaal van de chauffeur die je op een vliegveld opwacht met een bordje waarop jouw naam keurig gespeld staat (geen sinecure in het geval van de auteur). Pas als je bij hem bent ingestapt, blijkt dat hij dit bordje keurig heeft gekopieerd van de man die oorspronkelijk op je stond te wachten. Maar, voegt Brandt Corstius eraan toe, met de taxichauffeurs komt het doorgaans wel goed - mits je voor je instapt een prijs afspreekt. Eenmaal in de auto is je onderhandelingspositie tot nul gereduceerd.

Ik miste nog deze tip: uit eigen ervaring weet ik dat het in een hoofdstad waar ook ter wereld het beste is de betaling van je taxi aan het hotel waar je hebt geboekt over te laten. Die is dan voor de Facebookpagina. Aan het einde van de Universele gids wordt de lezer opgeroepen zijn 'betweterig commentaar' op het boek daarop te delen met andere lezers.

De vijf Moskouse jaren hebben van Brandt Corstius een zenboeddhist gemaakt als het om rijen gaat. In welk moeilijk land je als toerist ook komt, je zult veel tijd in een rij moeten doorbrengen. Zijn advies is dan ook: zorg dat je wat te doen hebt in de rij, lees een boek, praat met degene voor je, en vooral: laat geen gat in de rij vallen. Belangrijk is ook om voordat je een rij uitkiest te kijken wie er staat: 'Oude mensen tellen doorgaans voor twee personen en bij geldautomaten voor vier personen. Onervaren toeristen met veel spullen tellen bij de vliegtuigbeveiliging voor drie personen, moslims met baard tellen in het Westen voor zes personen.'

De Toerist

Als er iemand is aan wie Jelle Brandt Corstius een hekel heeft, is het 'De Toerist'. De Toerist draagt een afritsbroek met minstens zes zakken, de functionaliteit gaat voor alles en hoe dat er allemaal uitziet doet er niet toe. Voor noodgevallen heeft hij altijd zijn Gaastra jas bij zich en uit veiligheidsoverwegingen eet hij bij McDonald's. Alle bezienswaardigheden dienen te worden afgevinkt, maar een gesprekje met een local kan er niet af want dat is gevaarlijk. Behalve dit type medereizigers zijn er ook nog aangepaste westerlingen die bijna nog onverdraaglijker zijn dan de eerste categorie want zij weten alles beter. Gelukkig zijn er ook de normale reizigers die hetzelfde zijn als jij. Geïnteresseerd in het land, op hun hoede en adequaat gekleed.

Het woord Nederlander is bij deze typering van toeristen nog niet gevallen maar volgens Brandt Corstius zijn de pijnlijke situaties waarin hij met Nederlandse medereizigers is beland legio. Want Nederlanders weten het altijd beter.

'Vierhonderd jaar christelijk fundamentalisme (want dat is calvinisme natuurlijk) heeft zijn sporen achtergelaten in Nederland. Van alle trekjes die er bij mij het moeilijkst uit te rammen zijn is deze nog wel het lastigst. Ik noem het "het domineescomplex". 'Wij zijn de boodschappers, de zendelingen van het Hollandse ideaal. Maar ik kan jullie vertellen: de rest van de wereld zit niet op onze boodschap te wachten.'

Ideaal voor in de koffer

Tot slot onthul ik nog één tip, maar het moge duidelijk zijn dat er nog een veelvoud van in dit verrukkelijke boek staan.

Iedereen heeft het wel eens meegemaakt: je komt aan op een vliegveld en hebt een aantal uren stuk te slaan voor de vlucht terug naar huis vertrekt. En er is maar één ding waar je echt zin in hebt: een zwembad om in te duiken. In de buurt van het vliegveld zijn altijd wat vijfsterrenhotels te vinden. Je trekt je netste outfit aan, neemt een taxi en loopt zo zelfverzekerd mogelijk door de hotellobby, waarbij je nonchalant een Wall Street Journal van de balie grist. Bij het zwembad aangekomen vraag je op hoge toon om een handdoek. Waaraan Brandt Corstius toevoegt:

'Overigens: de echt geavanceerde hotelbluffer zoekt eerst in het hotel naar een mooie luxe kamer waar wordt schoongemaakt, en onthoudt het kamernummer. En drinkt een margarita aan het zwembad op rekening van die kamer. Maar goed, zoiets zou ik nooit doen, natuurlijk.'

De universele reisgids voor moeilijke landen is ideaal voor in de koffer (het boek weegt nog geen 400 gram), al kan downloaden natuurlijk ook. Wie zijn tips ter harte neemt, heeft het boek er zó uit.

Godeke Donner studeerde Letterkunde in Amsterdam en Parijs.

pro-mbooks1 : athenaeum