Recensie: De sluizen van herinnering

30 november 2015 , door Mark Schaap
| |

Hoe ga je om met de roerige wereldgeschiedenis als die is verweven met de geschiedenis van je familie? Henk de Melker heeft er voor gekozen om alles te vergeten, en zich terug te trekken in een klein museumpje in het achterland waar hij ongestoord werkt aan biografische schetsen van mensen in de marge van de geschiedenis, zoals Cornelis van Gogh. Juist als hij wil beginnen aan dit nieuwe onderzoek komt er bericht dat zijn tante Xusan Sophie de Melker in Amsterdam is overleden en dat zij een erfenis achterlaat. Om die op te eisen moet hij naar Amsterdam reizen. En dan gaan de sluizen van zijn herinnering langzaam open en komt de hele beerput beetje bij beetje bloot te liggen, in Etienne van Heerdens nieuwste roman 30 nachten in Amsterdam. Door mark-edward schaap.

Want als je afkomstig bent uit een oud en trots Boerengeslacht en je tante is betrokken bij de ondergrondse anti-apartheidsbeweging in het Zuid-Afrika van de jaren zestig dan is die geschiedenis te groot om zo maar uit de weg te gaan. Al heeft Henk zijn best gedaan in zijn museumpje. Zijn nieuwste project is de vergeten broer van Vincent van Gogh, Cornelis van Gogh, die naar Zuid-Afrika is getrokken om daar aan de spoorlijn te werken en daar, onttrokken aan de geschiedenis, is gestorven. Niets moeilijks, gewoon een geboortedatum en een sterfdatum en daartussen wat biografische feiten. Niets grote geschiedenis. Over Cornelis’ rol in de Boerenoorlog is nagenoeg niets bekend en er kan dan ook niets over worden gezegd.

Perfect. En mocht er op een sentimentele avond een gedachte aan zijn tante Oma of zijn moeder opkomen dan drukt hij die vakkundig weg met een slaappil.

Tante Zan, de schande van de familie

Want tante Xusan, dat is wilde Zan de boskat, Zan die lijdt aan toevallen, aan de ‘vallende ziekte’ of zoals ze het zelf noemt de ‘Schuimbol’. In die staat is Susan niet meer in toom te houden en wordt ze wild als een boskat en maakt haar gereformeerde familie te schande door zich voor het oog van de zwarte gevangen helemaal uitkleden en rent ze door het stijve dorp Graaff-Reinet, schreeuwend en tierend, ook over Henk en zijn moeder.

‘En mijn schoonzus de duchess van volharding het doorbijtmeisje heliograaf van het optimisme Diana boodschapper van de goden de Engelse schouders eronder. De naam van tegenspoed noemt ze niet, de diepe duik van moedeloosheid neemt ze niet, de zon gaat nooit onder boven het Britisj Empaaier, zij, zij is van kijk omhoog kijk vooruit de hoop het hardnekkige schild kop op salueer elk sprankje Engel-Saksisch licht. Mijn schoonzus de vlinder, gevangen in de gesloten kamer, schoonzus de terdoodveroordeelde het fladderkind uit Boland, in liefde beland bij mijn diepberoerde broer mijn droeve ouwe stoeldoorzakker meelzak zuil van tranen. Mijn neefje het schrandere wegwezeltje, zo schichtig voor zijn tante met de vleermuisadem, de ouwe Zan met haar intochten in Cinemascope, net als de Israelieten uit Egypte naar het Beloofde Land [ …] Zo bang voor zijn Zantante de omklapvrouw de flauwvalgeit, haar ziel lang geleden aan de Duivel en het internationale communisme verkocht, de koprol van de contramine.’

En dat in Graaff-Reinet, het trotste Boerendorp en hoofdplaats van de Karoo, de streek waar de Boeren al eeuwen met de elementen, de zwarten en de Engelsen strijden voor hun bestaan. En juist hier slaat het ontwrichtende gedrag van Zan in als een bom.

Het wegwezeltje als katalysator

Haar familie, onder leiding van OmaOlivier probeert zich staande te houden tegen de vernedering van de Engelsen en hun eigen angst voor de zwarten. Ze zijn trotste Boerenadel en het gedrag van Zan is de ultieme vernedering. En dan heeft ze zich in haar naïviteit ook nog in het geheim aangesloten bij een communistisch verzetscel die strijdt tegen het apartheidsregime, juist wat De Melkers beschermt tegen de totale chaos.

De jonge Henk is als de dood voor zijn tante en tegelijkertijd fascineert ze hem vreselijk. En dit krachtenveld is hij zonder het te weten de katalysator die de hele situatie tot ontploffing brengt en die er voor zorgt dat Zan moet vluchten of, zoals de familie zegt, deserteren, en door wie zijn vader omkomt. Met deze geschiedenis moet Henk in Amsterdam in het reine zien te komen voordat hij het legaat van tante kan opeisen.

Nu is dit gegeven – de ondergang van familie De Melker en de geschiedenis van Zuid-Afrika verweven – al genoeg voor een uitermate spannende en intrigerende roman. Maar Van Heerden schepte bovendien voor de gekte van Zan een idioom dat haar een personage maakt dat zijn weerga in de moderne literatuur bijna niet kent. De oplopende stadia van haar ‘vervoering’ worden gespiegeld in haar steeds extatischer taal. Spreekt Zan in normale doen al kleurrijk, als zij een aanval krijgt gaat het hele taalregister open. De leestekens vallen weg, de associaties en verwijzingen buitelen over elkaar heen – u las het hierboven al. Een pluim voor Karina van Santen en Martine Vosmaer, de vertalers die haar (en dus Van Heerden) hebben kunnen bijbenen, hoed af voor deze beste roman van 2011.

Mark Schaap is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel en columnist voor Boekblad.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum