Recensie: Een bank waar je op kunt vertrouwen

30 november 2015 , door Kees Zandvliet
| | | | | | |

In 1975 was ik voor het eerst in New York. Ik keek mijn ogen uit: een pinautomaat waar autochtonen zo maar geld uit konden trekken. Ik vond American Traveller cheques al indrukwekkend. Fantastisch waren ook de messenger boys: jongens die met enveloppen gevuld met belangrijke documenten zich repten van reclamekantoor naar bank en van beurs naar makelaarskantoor. Het boek Geld in Amsterdam. Wisselbank en wisselkoersen, 1650-1725 van Pit Dehing vertelt over een overeenkomstige wereld 350 jaar eerder, in het hart van Amsterdam. De keuze van de conservator van kees zandvliet.

Stabiliteit en transparantie

Wie tien jaar geleden zei dat de overheid nadrukkelijker de vinger aan de pols zou moeten houden bij de banken, werd door de grote meerderheid niet serieus genomen. Vrije ondernemersgeest, wereldwijde overnames, snel geld en snel groeien zetten de toon. De eerdere generatie van heren van stand in driedelig grijs en met een sigaar in de hand waren bijgezet in het Geldmuseum. Deze heren behoorden ongetwijfeld tot de harde kern van wat nu beschouwen als een enigszins snobische elite: de bovenkant van een wat verstarde maatschappij waar je niet zo makkelijk van een dubbeltje een kwartje werd.

Toch kunnen wij deze heren met hun opvoeding in mores en maatschappelijke verantwoordelijkheid misschien ook beschouwen als de nazaten van de bestuurders van de Amsterdamse Wisselbank. Dehing beschrijft degelijk en aan de hand van vele grafieken hoe zeer het bestuur van de stad Amsterdam en het bestuur van de Wisselbank functioneerden als twee handen op een buik. Om de handel in en via de stad stabiel en transparant te laten verlopen, was een betrouwbare Wisselbank essentieel. Wijs bestuur en welvaart waren onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Zekerheid en voordeel

De Amsterdamse Wisselbank kreeg het monopolie op het bepalen van de geldprijzen en geldhoeveelheden. Rekeninghouders konden hun cash bij de bank onderbrengen met de zekerheid dat zij dat geld altijd weer konden lichten. Hun zaken konden zij ondertussen afwikkelen via papieren transacties, wissels, voorlopers van onze girobetaalkaarten of de American Traveller cheques. Eigen inventie van het Amsterdams bestuur was het allemaal niet. Men bouwde voort op de voorbeelden van Venetië en Antwerpen, zoals decennia later men in Londen, en weer later in New York, het Amsterdamse voorbeeld ging volgen. 

Een resultaat van de succesvolle bank was van directe betekenis voor alle inwoners van Amsterdam en Holland: relatief lage kosten van levensonderhoud en geen grote schommelingen in prijzen van eerste levensbehoeften. Een ander resultaat dat op het conto van de Wisselbank geschreven kan worden is het relatief lage renteniveau. Dit lage niveau leverde Hollandse kooplieden een direct concurrentievoordeel op. Zij konden makkelijker en goedkoper over geld beschikken. Met hun kapitaal konden zij dus bijvoorbeeld wijn in Bordeaux nog voor de oogst van de druiven inkopen tegen een veel lagere prijs.

Schandaal

Wie aan grootschalige geldhandel denkt, denkt veelal ook aan corruptie en fraude. Dehing vertelt met smaak over de financiële zwendel van boekhouder Rutgert Vlieck. Deze boekhouder creëerde voor zichzelf een aantal tegenvoeters die hij met regelmaat per kwitantie grote bedragen toeschoof. Zo ontving Vlieck alias Dirck Hoola, Jan Leonard en Davidt Schobinger telkens weer grote sommen geld.

Ook qua levensstijl was Vlieck geen boekhouder. Hij leefde op grote voet. Minstens vijftien jaar hield hij zijn malversaties vol. Lange tijd bleef hij min of meer uit zicht al waren sommige regenten al enigszins op de hoogte. Zij zullen zich enige tijd ingehouden hebben. In Amsterdam gold immers: zolang een bestuurder niet al te corrupt is, kan het door de beugel.

In het voorjaar van 1673, toen het bestuur na het Rampjaar flink door elkaar was geschud, lagen de kaarten anders. Vlieck werd in de kraag gevat. Hij bekende een waslijst aan beschuldigingen. Conform de strafeis werd Vlieck op de Dam onthoofd. Voor de Wisselbank was het vervelend, maar niet meer dan dat.

Kees Zandvliet is hoofd onderzoek, tentoonstellingen en educatie bij het Amsterdam Museum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum