Recensie: Een enthousiaste, maar chaotische Arabische bloemlezing

30 november 2015 , door Bouke Vlierhuis
| | |

'Ikzelf bewonder geen etnische literatuur, ik bewonder enkel de individuele werken van individuele kunstenaars en dat is wat ik de lezer wil presenteren,' zo schreef Hafid Bouazza in de inleiding van Schoon is in elk oog is wat het bemint, het eerste deel van zijn ‘Arabische bibliotheek’. Het is hem dan ook niet te doen om het ophemelen van de Arabische taal, literatuur of cultuur, het gaat hem erom gedichten die hij mooi vindt te presenteren aan een publiek dat daar normaal niet mee in aanraking komt.
Dat doet Bouazza met de werklust die we van hem kennen. Het leverde tot nu toe drie delen ‘Arabische bibliotheek’ op: het al genoemde Schoon in elk oog is wat het bemint, een bloemlezing uit het werk van Ibn al’Mut’azz (861 - 908) onder de titel De zon kussen op dit nachtuur en Om wat er nog komen moet, een verzameling pornografische poëzie, vergezeld door een cd met voordrachten door Katja Schuurman. Niets dan zonde is deel vier in de bibliotheek en met afstand het dikste deel tot nu toe. Door bouke vlierhuis.

Bijzonder eigenwijs vertaler

De ruim driehonderd pagina’s van dit overvolle boek, dat in tegenstelling tot zijn voorgangers niet werd geïllustreerd door Dick Matena, bevatten honderden gedichten, enkele toelichtingen door Bouazza, een zeer uitgebreid notenapparaat met vertalingsoverwegingen en toelichting en een literatuurlijst voor wie zich naar aanleiding van het boek geroepen voelt om zelf verder op onderzoek te gaan.

Een constante in deze vertalingenreeks is Ibn al’Mutazz. In het eerste deel kwam hij al voor en in Niets dan zonde komen we hem ook weer tegen en wijdt Bouazza, een ‘addendum Ibn al’Mutazz’ aan de opzwepende lyriek van deze dichter, die de onmatigheid als een religie verkondigt: ‘Heerlijk is nu de gekoelde wijn / Nu ik mij bekeerd heb van vroomheid.’

Dat hoogdravende lyriek ten onrechte uit de mode is geraakt, toont Bouazza opnieuw aan. Hij laat met zijn soms bevreemdende woordkeus ook weer zien dat hij een bijzonder eigenwijs vertaler is:

Spreek de jeugd voor met een gewichtig molument
          En verwijl onder een korte nacht van verening
En gewin een blik van blakende schoonheid en verkwik u
          Met de bles van een prille gensterende jeugd
Want innige vriendschap bevindt zich enkel in het vloeisel van het glas
          En het leven bevindt zich enkel in het krakend gebed van het bed

Rijke Arabische cultuur

Na vier delen Arabische bibliotheek is het ook wel duidelijk dat we hier in het Westen een vrij beperkt beeld van de Arabische cultuur en literatuur hebben. Hoezeer je ook probeert al het geklets over boerka’s en extremisme langs je heen te laten gaan, enigszins beschaamd moet je toch concluderen dat de volgende vondst je verbaast. De moskee als cruiseplek en bijles in koranverzen als verleidingstactiek:

Voorwaar o moskee van Basra
          Moge God u nimmer verwoesten
En moge uw binnenplaats een wolk
          Drenken met regen en u verkwikken
Menige minnaar herbergt u
          Die ziet wat hij verlangt
En menig bevallig hert van mensenkinderen
          Heeft in u zijn weidegrond
Wij legden een valstrik met kennis
          Voor hem en wisten hem te vangen
Met de Koran die wij reciteerden
          En uitleg die wij overbrachten
En menige studeerlustige van poëzie
          Hebben wij met poëzie verlustigd

Maar het is maar fantasie blijkt aan het eind van het gedicht. Als je echt met een jongen naar bed wil, moet je gewoon geld meenemen

Want de dirham weet neer te brengen
          Zelfs wie in de lucht zijn toevlucht heeft

Om uit voor te lezen

De opzet van de bundel is op zijn zachtst gezegd chaotisch. Na een wat cryptisch, van de hak op de tak springend voorwoord begint het boek gewoon. Af en toe verschijnt er ineens een hoofdstuktitel en een paar keer onderbreekt Bouazza de gedichtenstroom om vergelijkingen te maken met westerse gedichten of voor een kleine verhandeling.

Hier is hij er niet alleen op uit om de lezer te informeren. Hij schept er duidelijk ook genoegen in ons een beetje te choqueren met het tribadisme (ook ‘saffraan fijnwrijven’ genoemd), waarbij twee vrouwen elkaar een orgasme bezorgen door hun vulva’s tegen elkaar te duwen en de oorsprong van het woord ‘dildo’.

Wie een individueel gedicht wil kunnen terugvinden zal een bladwijzer moeten gebruiken, want een inhoudsopgave is er niet en in de gedichten is niet zo één-twee-drie een logische ordening te ontdekken. Eigenlijk is het gewoon een puinhoop van een boek. Het is een bonte verzameling gedichten, afgewisseld met af en toe een verhandeling, die in zijn warrigheid en spontaniteit het enthousiasme van de samensteller lijkt te tonen.

Maar dat is niet zo heel erg. Niets dan zonde is niet bedoeld als naslagwerk. Om van dit dikke boek te genieten moet je bladeren en kijken - vooral voorlezen ook - wat je vindt.

Bouke Vlierhuis is schrijver, dichter, recensent, columnist.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum