Recensie: Filosofie om je aan te ergeren en om van te houden

30 november 2015 , door Tim Wagemakers
| | | | | |

De Spaanse filosoof Fernando Savater probeert al jaren met zijn essays en televisiewerk een brug te slaan tussen de academische filosofie en de rest van de wereld. Zijn boek Het avontuur filosofie, waarin hij ons meeneemt langs de filosofen die volgens hem de wereld hebben veranderd, past volledig in deze lijn met zijn heldere, speelse en vooral persoonlijke manier van schrijven over complexe onderwerpen. Door tim wagemakers.

Een selectie maken

‘De bedoeling van de navolgende pagina’s is dan ook om aan de hand van intrigerende vraagstukken en nog altijd onopgeloste kwesties de lezer aan te moedigen om na te (blijven) denken over wat hij of zij al meent zeker te weten. Het planten van vraagtekens zou voor dit werk de grootste beloning zijn.’

Dit schrijft Savater in de introductie van zijn jongste werk dat een ambitieus project behelst om in minder dan vierhonderd pagina’s het denken van zesentwintig filosofen te behandelen. Het levert een interessant, maar niet altijd even sterk boek op waarin het criterium waarmee Savater zijn filosofen heeft geselecteerd al meteen de kracht én zwakte van het boek weergeeft. Savater stelt dat zijn boek is ‘gewijd aan zesentwintig filosofen die het denken van de moderne wereld ingrijpend hebben beïnvloed – nu ja, dan tenminste mijn eigen denken’.

Een krachtige opmerking: de persoonlijke invalshoek maait meteen het gras weg onder de voeten van de criticus die zijn selectie wil bekritiseren. Een persoonlijke selectie hoeft niet universeel gedeeld te worden. Tegelijkertijd zal de academische filosoof altijd namen missen. Waarom wel de Spaanse filosoof Santayana terwijl Machiavelli ontbreekt? Waar is Rousseau? Voltaire? Augustinus?

Het ene hoofdstuk is het andere niet

Dit is echter kritiek op de vorm, terwijl de inhoud bij vlagen ijzersterk is. Savater schrijft levendig, enthousiast en weet complexe theorieën in weinig woorden te vertalen naar concrete voorbeelden. Het is razend knap dat Savater de tot nu toe beste samenvatting die ik ooit heb gelezen van het werk, leven en de invloed van Spinoza in slechts dertien pagina’s weet op te schrijven om vervolgens met een persoonlijke anekdote het hoofdstuk indrukwekkend af te sluiten. Het geeft aan wat filosofie vermag voor een mens in het maatschappelijke leven:

‘Zelf maakte ik kennis met Spinoza in de tijd dat Spanje zuchtte onder dictator Franco en ik in een gevangenis van Madrid belandde vanwege mijn kritiek op zijn bewind. In de ziekenboeg van die gevangenis las ik in februari 1969 voor de eerste keer de Ethica. Ik heb nog steeds hetzelfde exemplaar van dat boek met daarin een papier waarop staat dat de kapelaan van de gevangenis toestemming geeft het te lezen. [...]  Spinoza’s metafysica van de vreugde, die een metafysica is van de noodzakelijkheid, van de noodzaak van de liefde, is heden ten dage nog steeds zeer invloedrijk. Het is een filosofie waar meer dan ooit behoefte aan bestaat.’

Met de analyse van het werk van Adorno (en impliciet Horkheimer) schiet Savater echter uit de bocht. In iets meer dan één bladzijde zet hij de Dialectiek van de Verlichting uiteen, een onmogelijke opdracht waar hij ook niet goed uitkomt. Savater stelt:

‘Ze betoogden dat de westerse samenlevingen zelf hun emanciperende potentie hadden vernietigd door geen acht te slaan op de “destructieve aspecten van de vooruitgang”.’

Dat klopt, maar is ongenuanceerd omdat juist Adorno en Horkheimer ook best de emanciperende werking die uit is gegaan van de Verlichting herkenden en onderschreven. Het is een grove misvatting om Adorno slechts negatief te interpreteren in zijn analyse van de Westerse samenlevingen wanneer juist Adorno’s sleutelbegrip ‘dialectiek’ al de twee kanten van elke medaille hoopt te laten zien.

En zo zwerft Savaters boek, zonder naar één kant door te slaan, tussen het voor in filosofie geïnteresseerden geschreven De wereld van Sofie van Jostein Gaarder en het voor academici geschreven boek Geschiedenis van de westerse filosofie van Bertrand Russell.

Het maakt het lezen van Savaters Het avontuur filosofie dan ook zelf een avontuur waarbij het ene hoofdstuk beter zal bevallen dan het andere. Dat er voor iedereen iets uit te halen valt is een grote troef. Zo biedt het hoofdstuk over Heidegger een eerste aanknopingspunt voor diegenen die het duizelt bij zinnen als ‘het zijn van een zijnde kan zelf geen zijnde zijn’ en is de tegenstelling die Savater poneert tussen Markies de Sade en Leibniz een interessante en originele invalshoek voor academici:

‘Hier zien we de scheiding der geesten tussen de filosofie van Leibniz en de filosofie van de pessimistische variant van de Verlichting. Leibniz ontwierp een systeem waarin het goede alles omvatte en dat goede noemde hij God. Markies de Sade geloofde dat het kwaad alomtegenwoordig was en noemde het daarom ook God.’

Filosofisch zelfonderzoek

Voldoet Savater met zijn boek aan de criteria die hij zichzelf stelt? Zeker. Het zal voor de academische filosoof misschien af en toe net iets te kort door de bocht aanvoelen, tegelijkertijd voert Savater ons in een wervelwind langs misschien niet alle belangrijke filosofen, maar op zijn minst langs alle belangrijke gedachten die heersende vanzelfsprekendheden op hun kop kunnen zetten. Savater bevraagt elke filosoof, probeert ze te relateren aan hedendaagse zaken en eindigt elk hoofdstuk met de urgentie van die betreffende filosoof voor onze tijd.

Het is het soort filosofie dat probeert zich niet te verliezen in details, maar altijd de bijna kinderlijke waaromvraag stelt om op die manier het eigen leven te onderzoeken. Op deze manier de grote filosofen lezen is verfrissend, zowel voor diegenen die niet bekend zijn met die werken als voor diegenen die het van haver tot gort hebben gelezen.

Savater nodigt je met zijn Het avontuur filosofie uit om je aan hem te ergeren, om met hem te discussiëren en om het af en toe hartgrondig met hem eens of oneens te zijn. Hij maakt filosofie toegankelijk zonder het overdadig te simplificeren. Het avontuur filosofie is dan ook een goede introductie en tegelijkertijd een fijn persoonlijk naslagwerk.

Tim Wagemakers studeerde Wijsbegeerte en Frans aan de Universiteit van Amsterdam, en liep stage bij athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum