Recensie: Geef ons beelden

27 september 2012 , door Pieter Hoexum
| | |

Ook in het heropende Stedelijk Museum wemelde het weer van de bezoekers met een zogenaamde 'audiotour'. Een stompzinnig gezicht en ze lopen vreselijk in de weg, maar het heeft wel als voordeel dat ze in elk geval stil zijn. En in een kunstmuseum hoort het stil te zijn, niet omdat het 'heilige grond' is, alsjeblieft niet, maar omdat deze musea al zo vervuild worden door woorden, door taal. Een museum met alleen beelden zou wel eens bijzonder heilzaam kunnen werken. Het biedt net als meditatie helderheid en duidelijkheid, inzicht en zelfs bemoediging. Lees Tim Parks' Leer ons stil te zitten er maar op na.

Woorden en beelden

Over de verhouding tussen woorden en beelden, tussen plaatjes en praatjes, zijn al veel woorden vuil gemaakt. Van Horatius' 'Ut pictura poesis' tot Lessings Laocoon . Tim Parks’ Leer ons stil te zitten is ook te beschouwen als een interessante bijdrage aan dat debat.

Dat boek is een 'zoektocht naar genezing'. Parks blijkt namelijk last te hebben van onverklaarbare pijnen in de onderbuik, zozeer dat hij op den duur eigenlijk niet meer kan zitten en er 's nachts om de haverklap uit moet om te plassen. Hij heeft eigenlijk altijd het gevoel dat hij moet plassen. Heel onaangenaam allemaal.

Wat doe je bij lichamelijke klachten? Je bezoekt een arts, in de hoop dat die je kan genezen. Die vlieger bleek in dit geval niet op te gaan. De pijnen blijken onverklaarbaar en kunnen 'dus' niet genezen worden. Maar dat pikt Parks, die al jaren in Italië woont (en daar ook over geschreven heeft), natuurlijk niet, hij zoekt een specialist in Londen op. Tijdens zijn bezoek aan Londen spreekt Parks ook af met zijn broer, die in Amerika woont en toevallig ook in Londen is. Zijn broer is schilder en neemt hem mee naar het Apsley House, het huis van de graaf van Wellington, om daar een schilderij van Velazquez te bekijken: De waterverkoper van Sevilla.

Over de hierop volgende hellegang van Parks langs dokters en charlatans zijn al veel woorden vuil gemaakt, het komt er in het kort op neer dat hij baat vindt bij meditatie. Hij moet daarbij wel veel scepsis overwinnen. Vermeldenswaard is hier misschien nog dat hij uiteindelijk tot de conclusie moet komen dat hij, als schrijver en vertaler, verstrikt is geraakt in de taal, in de woorden. Dat blijkt uiteindelijk het probleem. En zwijgen, stil zitten, de oplossing.

Ondertussen blijft Velazquez’ Waterverkoper Parks in zijn dromen en gedachten achtervolgen... Terwijl hij op internet reproducties bestudeert, bedenkt hij:

‘De overdracht van water was een commerciële overeenkomst – de waterverkoper verkoopt –, maar het zag er niet commercieel uit. Het zag er lyrisch uit, meditatief […]. Maar de echte vraag was: waarom had die donkere vijg op de bodem van het glas me vreemd genoeg aan een prostaat doen denken, een kerngezonde prostaat, hoewel hij alleen maar zo mooi ondergedompeld in dat glasheldere water lag?'

Helemaal aan het einde van het boek duikt de waterverkoper met zijn glas water weer op, als Parks de rust probeert te beschrijven die meditatie hem brengt.

'De geest is eindelijk stil en helder als helder water, en het lichaam is van top tot teen gevuld met die transparante, woordeloze geest, zoals een glas dat tot de rand gevuld is met helder water rondom het donkere geheim van de zwarte vijg, dat met vaste hand wordt doorgegeven in het clair-obscur van de zuilengang, op een zinderende middag in Sevilla.'

De troost van beelden

In een soort opmerking vooraf maakt Parks een en ander helder. Hij vertelt daar namelijk waarom hij in het boek vele plaatjes heeft opgenomen.

'Toen ik ziek was, en opnieuw toen ik dit boek schreef, merkte ik dat ik steeds vaker naar afbeeldingen keek. Eerst omdat ik behoefte had aan duidelijkheid, omdat ik mijn lichamelijke problemen afgebeeld wilde zien, maar door het bekijken van beelden – of het nu illustraties, foto's of schilderijen waren – namen de door taal gestuurde angsten in mijn hoofd steeds meer af.'

Dit is dus wat beelden te bieden hebben, ook aan gezonde mensen: duidelijkheid, helderheid en daardoor inzicht. Beelden bezweren angsten, ze bemoedigen. In tegenstelling tot woorden, die tegenspraak oproepen, maken beelden iets dat onherroepelijk is, aanvaardbaar. Voor zover een beeld iets 'zegt', zegt het: zo is het nu eenmaal.

Geef ons beelden

Weg daarom met die audiotours in de musea: je komt niet naar het Stedelijk om te luisteren, maar om te kijken!

Het kan me ook niet schelen dat Ann Goldstein nauwelijks Nederlands beheerst, zolang ze maar in het Stedelijk geen verhalen gaat vertellen of iets dergelijks. In een museum voor beeldende kunst wil ik geen theorie, geen leer, geen ideeën, geen maatschappijvisies, geen... woorden. Alleen maar beelden. Zo simpel als dat.

Een museum voor beeldende kunst is misschien wel het laatste instituut waarin niet iets uitgelegd hoeft of zelfs maar kan worden. Het museum kan slechts tonen – alles wat ze meer doet, doet afbreuk aan de beelden. Dit is wat het Stedelijk te doen staat: laten zien. Geef ons beelden.

Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen verscheen in 2003, in 2012 verschijnt Reis door mijn rijtjeshuis. Kleine filosofie van het wonen. Hij heeft nu een website, pieterhoexum.wordpress.com.

pro-mbooks1 : athenaeum