Recensie: Ingetogen, maar keihard

30 november 2015 , door Bob Hopman
| | |

Als er één aspect is waarin Granta 119 met als thema Broken Britain in uitblinkt, is het de keuze en de samenstelling van het proza. Het nummer bevat moderne realistische, (post)koloniale en historische verhalen, die samen een heel ambigu beeld geven van een klassensamenleving die aan de ene kant hard en ja, 'broken' is, vervallen, en aan de andere kant landelijk, vol mogelijkheden en mooi. Dit 'Britain', zo wordt me langzaam duidelijk, heeft een cultuur - of als niet-Brit moet ik voorzichtig zijn, in ieder geval een líteratuur - die in allerlei subtiliteiten tot op het bot verschilt van de Nederlandse. Door bob hopman.

N.B. Op 23 mei vindt de Nederlandse lancering van dit nummer van Granta plaats. U kunt hierbij aanwezig zijn.

Een eerste verschil is de ingetogenheid die deze Britse verhalen karakteriseert. Seks wordt bijvoorbeeld vrij impliciet beschreven, hoewel seksualiteit wel degelijk een grote rol speelt in veel verhalen. In Ross Raisins 'When You Grow Into Yourself' voelt een fanatieke profvoetballer, door faillissementen van clubs naar lagere divisies verbannen, zich aangetrokken tot de eveneens mannelijke 'groundsman'. Voetbal en homoseksualiteit blijken onverenigbaar: de relatie is gedoemd te blijven steken in die enige, vreemd genoeg erotisch geladen penaltyserie die de twee mannen houden.

Graham, 'eighteen and rubbish at talkin to females', de hoofdpersoon uit Rachel Seifferts 'Hands Across the Water', wordt juist door zijn sociale omgeving onder druk gezet om wél de liefde te consumeren. 'When they [his friends] were out in the Ulster wilds it was him they dispatched to get the lunch, because it was a girl he'd had to speak to on the burger. A fine one.' Hij weet het meisje mee te nemen op een wandeling, waar ze een 'hidden spot with just enough grass for Lindsey to lie down' vinden, en de daad zelf - wat vulgair, want gehaast, gedwongen en onveilig - vindt grotendeels tussen de regels plaats. En ongewenst ouderschap is het gevolg.

Er tekent zich een tweede belangrijk verschil tussen Nederlandse en Britse literatuur af in deze vertellingen over de onderklasse. Alles is het resultaat van een keiharde cultuur waarin jongeren gedwongen worden vroeg oud te zijn, waardoor de illusieloosheid en de frustratie die onze literatuur zo in hun greep houden, uitblijft.

Cynan Jones' 'The Dig' is hiervan een goed voorbeeld. Een opgetogen kind gaat mee met de vader, 'badger-hunting', en het hele verhaal staat in het teken van de hardheid en volwassenheid die de jongen zich eigen moet maken, op een voor hem verder euforische, mooie dag. Dit verhaal toont een even conservatief als avontuurlijk Engeland, aan de hand van een schijnbaar eindeloze, uitputtende jachtpartij. De vertelstijl van Jones is helaas wat houterig, met veel 'en toen', alsof ze zich forceert om de blik van een kind te laten zien: 'His father put the tea on the table and filed the big flask and then they sat and blew on the tea and drank it.'

Maar wat Jones verkeerd doet, maakt Mark Haddon, schrijver van het wereldberoemd geworden The Curious Incident of the Dog in the Nighttime, dubbel en dwars goed met zijn bijdrage getiteld 'The Gun'. Hoewel ik juist in The Curious Incident Haddons inleving in de wereld van een kind maar matig geslaagd vond, is hoofdpersoon Daniel uit 'The Gun' uiterst geloofwaardig door zijn onvermogen morele keuzes te maken en het gevoel dat het lot hem tot zijn avontuur dwingt.

'Today will be different. Not simply shocking, but one of those moments when time seems to fork and fracture and you look back and realize that things had happened only slightly differently, you would be leading one of those other ghost lives that sped away into the dark.'

Schoolvriend Sean, 'white trash', neemt, gewapend met het pistool van zijn broer, de jonge Daniel mee het bos in om op blikjes te schieten. Iedereen voelt aan dat dit mis gaat, Haddon kondigt het ook grandioos aan door te openen met de zin: 'There will be three other extraordinary events in his life.' Om deze vervolgens op te noemen. De spanningsopbouw is origineel en wederom grandioos.

'Why didn't he run away? […] As if choosing, deciding, as if saying no were skills like tying your shoelaces or riding your bike. Things happened to you. If you were lucky, you got an education and weren't abused by the man who ran the five-a-side.'

De verhalen over het uitgestrekte, landelijke 'Britain' zijn de mooiste van dit nummer van Granta. Daarbij reken ik ook het uitblinkende 'Silt', een half essayistisch, half fictief werk over The Broomway, een wandelroute over een onzichtbaar pad in een waddenachtig gebied. Het is vervreemdend en vertelt slechts over de schoonheid van het landschap en de menselijke beleving ervan, waarmee het opvalt tussen alle verhalen over negatieve aspecten van het land als racisme, homofobie en jeugd of jongvolwassenen in een vervallen omgeving.

Een belangrijke kanttekening is op zijn plaats: zo sterk als het proza in dit literaire tijdschrift is, zo teleurstellend is de toch al schaars aanwezige poëzie. Dit lijkt erin gepropt, bestaat slechts uit enkele middellange gedichten, vol schijnbaar betekenisloze beschrijvingen, in een gortdroge, bijna stijlfiguur- en metrumloze vrije vorm waaraan ik niet bekend ben en die me totaal niet raakt.

Daarmee is Granta 119 een tijdschrift dat literair gezien weinig nieuws te bieden heeft, in tegenstelling tot wat de ondertitel 'The Magazine of New Writing' suggereert. Het is de inhoud van de verhalen die het nummer maakt tot wat het is, en inhoudelijk is de kwaliteit heel hoog. Het maakt nieuwsgierig naar de vriendelijke, ingetogen Britse literatuur, oogt zelfs als een zorgvuldig gecomponeerde ode eraan.

Bob Hopman is neerlandicus (Ma) en lid van de hoofredactie van Recensieweb.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum