Recensie: Japiniaanse roman over familieziekte en misbruik

03 september 2012 , door Wouter Bok
| | |

Van sommige zangeressen zegt men wel dat je in hun stem de tragiek van hun leven kunt horen, die ‘snik in de keel’. In Arthur Japins nieuwe roman Maar buiten is het feest is Zonne er zo een, maar haar verhaal is dan ook zwaar. Het gaat over misbruik, de ziekte die familie heet, en toch een straaltje liefde. Zonne is in zijn oeuvre de zoveelste buitenstaander, maar Japins nieuwste is geen historische roman, en evenmin een herhalingsoefening.

Stepfather is watching you

Weijntje krijgt een intimiderende opvoeding van haar stiefvader, fotograaf Sijmen. Via gaten in huis en spiegels in zijn fotozaak kan hij haar de hele tijd begluren. Ook misbruikt hij Weijntje en haar zus Laura en chanteert en bedreigt hij mensen. Sijmen houdt belastend materiaal bij van iedereen in zijn omgeving, zoals brieven en door hem gemaakte foto’s, en doordat hij ook de gezinsleden tegen elkaar uitspeelt, kan hij zijn vieze spelletjes blijven spelen.

Maar Weijntje weet te ontsnappen, door haar zangtalent en haar mentor mevrouw Verbeet: als Zonne wordt ze een superster die zich toont in plaats van zich verbergt.

‘Naar buiten treden om te voorkomen dat mensen binnendringen, het is een tweede natuur geworden. De regie houden. Iets vertonen voordat je wordt bekeken. Geven voordat je iets wordt afgenomen.’


Zonne heeft dan wel een andere naam, het verleden blijft haar achtervolgen: onder grote persaandacht moet ze over Weijntje vertellen in een rechtszaak om de voogdij van haar nichtje Lotte, die in Sijmens handen dreigt te vallen. Maar hoe open wil ze zijn over haar pijnlijke verleden?

De gekte van familie

Maar buiten is het feest is rauw, hard en confronterend. Dat komt, naast het verhaal, ook door Japins karaktertekening. Sijmen is meesterlijk neergezet als smeerlap die in een psychologische thriller niet had misstaan: hij weet feilloos op andermans zwaktes in te spelen en is agressief, pervers en obsceen. Dat is al direct duidelijk, en toch is er spanning: Sijmen is zeer onvoorspelbaar.

‘Dit was niet de eerste keer dat hij [Zonnes] bed omkieperde terwijl zij lag te slapen. […] Hij móest. Hij werd gedreven. Uitbarstingen als deze kwamen vaker en heviger. Veel was daar niet voor nodig. […] Hij drukte haar polsen tegen de grond, plantte zijn knieën aan weerszijden en ging met zijn volle gewicht op haar onderbuik zitten.
“Wat ga jij zeggen?” schreeuwde hij.
“Wat?”
“Jij houdt je bek, jij zegt helemaal niks. […] Eén woord van jou en we gaan er hier allemaal aan! Je moeder voorop. […] Als we gaan, dan gaan we allemaal.”’

Ook de moeder, een slappe en egoïstische struisvogel, doet walgen: ze grijpt niet in, deels uit schaamte, deels uit angst dat Sijmen haar verlaat en deels omdat ze niet weet van Sijmens misbruik, tot ze hem betrapt. Ze beklaagt zichzelf dat Sijmen haar niet meer ziet staan, terwijl ze Weijntjes verhalen over misbruik niet wil aanhoren. Weijntje op haar beurt is eenzaam in haar leed, durft het met niemand te bespreken. Het doet toch denken aan Tina Turners 'What’s love got to do with it'. Want wat heeft liefde te maken met dit gezin, waarin het van kwaad tot erger wordt en niemand er wat aan durft te doen? Het begrip ‘familieziek’ krijgt voor Zonne dan ook een nieuwe betekenis:

‘Ik zeg: het is een afwijking, een ziekte, niet iets waar je acuut aan overlijdt, maar juist zo gemeen langzaam. […] Een vorm van gekte is het, een bepaalde afwijking in hun denken of gedrag die alle leden van één gezin gemeen hebben. […] De hoeksteen van de samenleving is een verzameling krankzinnigen, een sekte.’

Toch speelt liefde wel degelijk een rol. In Zonnes geval is dat niet alleen de bühne, maar ook haar leven met haar vriend Sander. Dat Sander twijfelt of hij wel voogd van Lotte wil worden is wat veel naast Zonnes verleden, maar maakt wel aangrijpend duidelijk dat Zonne, ondanks alles wat er is gebeurd, niet opgeeft en een gezin wil stichten waarin wél liefde is. Het verhaal krijgt hierdoor een bepaalde tederheid.

Japins lichte, suggererende toon

Ook op andere manieren valt het verhaal minder zwaar. Mevrouw Verbeet, een typische toneeldiva met dito trekjes, brengt een zekere lichtheid in het verhaal, net als het gebruik van humor. Zo krijgt de klas van Weijntje seksuele voorlichting, waar Japin een kolderiek tafereel van maakt, compleet met stuntelende voorlichter.

Daarnaast zoomt Japin niet in op het misbruik, maar suggereert hij het: het hijgen, strelen, zoenen, het kleding uittrekken. All the way gaat het nooit, zoals ook lichamen niet expliciet worden beschreven. Verder haalt hij stilistisch de angel eruit. Soms vloekt Sijmen en gebruikt hij schuttingtaal, maar Zonne blijft, ook in de rechtszaal, heel netjes. Haar wrok blijkt meer uit gevoelige ‘japiniaanse’ overpeinzingen als bovenstaand citaat, gedachtes (‘Medeleven is nogal beperkt houdbaar’; ‘Een mens is zijn eigen vermomming’) en scherpe, gevatte opmerkingen naar en over Sijmen.

De buitenstaander

Wederom schrijft Japin met inleving over een buitenstaander die, getekend door het verleden, moet overleven en zijn leven richting geven. Hoe zie je jezelf, hoe zien anderen je, wat laat je zien: deze elementen komen ook in Maar buiten is het feest terug. Herhalingsoefening dus? Nee, want Japins personages staan steeds anders in het leven. Kwasi in De zwarte met het witte hart wil integreren, niet ‘anders’ zijn. Lucia in Een schitterend gebrek verschuilt zich achter een masker. In Vaslav ontvlucht de beroemde danser de schijnwerpers, waar Zonne er juist instapt. Allemaal worstelen ze met hun identiteit, alleen elk met eigen achtergrond én oplossing.  

Optreden is volgens Zonne ‘een kwestie van doen alsof je durft en daar zelf in geloven. Moed is iets wat je jezelf aanpraat’. Moedig is ook Japins onderwerpkeuze voor deze roman. Niet elke schrijver durft zulke gruwelijke, kwetsbare materie aan. Niet elke schrijver schrijft er zo'n goed boek over.

Wouter Bok is redacteur bij Recensieweb en freelanceredacteur en –(tekst)schrijver. Hij studeerde Nederlands in Nijmegen en volgde de masters Redacteur/editor en Gouden Eeuw aan de UvA. Deze recensie zal ook op Recensieweb.nl verschijnen.

pro-mbooks1 : athenaeum