Recensie: Klein gebrek, groot bezwaar

30 november 2015 , door Jan Drost
| | |

Het is vandaag driehonderd jaar geleden dat de Franse denker Jean-Jacques Rousseau voor het eerst aan de borst werd gelegd. Op vele manieren wordt hij geëerd, veracht en herdacht en daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen.
Tijdens de Super Bowl van 2004 gaf Justin Timberlake een al dan niet opzettelijk rukje aan de zwartleren beha van Janet Jackson en voor het oog van de camera en daarmee de halve mensheid floepte haar borst tevoorschijn. Het is aandoenlijk om te zien hoe snel de camera uitzoomt en wegdraait van deze gruwel. Dit schandaaltje staat bekend als nipple gate. Maar echt nieuw is het niet. Want wat sommige mensen misschien niet weten, is dat de westerse wijsbegeerte al sinds de achttiende eeuw haar eigen nipple gate heeft, en dat de man die daarvoor verantwoordelijk is, niemand minder is dan Rousseau. Door jan drost.

N.B. Meer Rousseau? Lees Pieter Hoexum over Maarten Doorman elders op deze site, en Fouad Laroui's nawoord bij de Perpetua-vertaling in deze Nacht.

De tepel die een monster maakte

Wie denkt dat dit slechts een vuige roddel is over een van de grootste denkers van de Verlichting, moet ik teleurstellen: het verhaal komt van hemzelf. Hij heeft het opgeschreven in zijn Bekentenissen. En hij benadrukt zelf dat het niet om zomaar een anekdote gaat: 'Als mijn karakter door één gebeurtenis in mijn leven duidelijk wordt getekend, dan is het wel door wat ik nu ga vertellen.'

Rousseau is in Venetië en zit bij een vriend te eten. Daar ontmoet hij de beeldschone Giulietta. Van het een komt het ander en de volgende dag belandt hij bij haar in de slaapkamer, waar zij op stoom beginnen te komen. Zelfs Rousseau, wiens gedachten hem nogal in de weg zitten. Giulietta en hij beginnen zich van hun kleren te ontdoen. Maar dan gebeurt er het volgende, en hier geef ik graag het woord aan Rousseau:

'Maar toen ik op het punt stond in onmacht te vallen op een boezem die voor de eerste keer de mond en de handen van een man leek te dulden, merkte ik dat ze een borst zonder tepel had. Ik raakte van mijn stuk, keek wat beter en het drong tot me door dat die borst niet zo gebouwd was als de andere. Toen probeerde ik te bedenken hoe men een borst zonder tepel kan hebben en ervan overtuigd dat het kwam door een ernstig aangeboren gebrek zag ik, na die gedachte grondig te hebben overwogen, zo helder als glas dat ik in de persoon van de innemendste vrouw die ik me kon voorstellen, niet meer dan een soort monster in mijn armen hield, het uitschot van natuur, mensen en liefde.'

In plaats van subtiel met de situatie om te gaan, begint Rousseau zelfs over de ontbrekende tepel te praten. Giulietta probeert er opgewekt onder te blijven en zijn aandacht bij het genot te houden, maar Rousseau blijft afgeleid. Giulietta begint te blozen, kleedt zich weer aan en gaat bij het raam zitten. Rousseau wil naast haar gaan zitten, maar ze moet niets meer van hem hebben en op een 'kille en minachtende toon' zegt ze tegen hem: '"Gianetto, lascia le donne, e studia la matematica."' In het Nederlands vertaald als: 'Jantje, laat de vrouwen toch schieten en ga wiskunde studeren.'

Het ideaal boven de vrouw

Er is veel geschreven over de mogelijke betekenis van dit verhaal, dat eigenlijk een omgekeerde nipple gate is: was bij Janet Jackson het probleem dat er een tepel zichtbaar was, volgens Rousseau was het probleem bij Giulietta dat er geen tepel te zien was. Omdat haar éénogige boezem hem onverbiddelijk aanstaart, wijst Rousseau haar af. Een merkwaardige en wellicht wrede extrapolatie: één klein gebrek en de hele vrouw heeft afgedaan. Het is deze reactie van Rousseau, en het feit dat Giulietta in zijn ogen van een vrouw in een 'monster' kan veranderen, die hem in mijn ogen tot een romanticus maakt.

Rousseau is niet naïef. Hij weet heel goed dat er twee werelden zijn, de werkelijke en de ideale. Wat hem tot een romanticus maakt is dat hij, als die werelden in botsing komen, zonder meer de kant van het ideaal kiest. Als het er op aankomt, prefereert hij fantasie boven werkelijkheid. Concreter en menselijker gezegd: zolang een vrouw overeenkomt met zijn ideaalbeeld, vindt hij haar geweldig. Maar zodra zij niet meer in zijn plaatje past, is dat laakbaar, dan doet ze iets niet goed. Zij verstoort dan zijn droom van liefde en schoonheid. Misschien is dat niet erg aardig tegenover de vrouw in kwestie, maar daar is het een romanticus ook niet om te doen. Voor de romanticus is er een strijd gaande tussen het ideaal en de werkelijkheid en mag er maar één winnaar zijn: het ideaal. De droom. De perfecte vrouw is dus een droomvrouw.

Ieders eigen tepelrel

Maar maakt een dergelijke romantische houding het je niet lastig in een liefdesrelatie? Ik zou zeggen, het maakt je totaal ongeschikt voor een liefdesrelatie. Wie van zijn geliefde wil houden, houde zich verre van romantiek. Die kan zich beter sterken aan verhalen die over liefde gaan. Verhalen die iets anders zoeken dan levensvijandige afwijzing en eenzaamheid.

Het lijkt nu misschien alsof ik iedereen die iets over liefde wil weten afraad Rousseau te lezen. In een tijd die zo van romantiek vergeven is als de onze, kan Rousseau echter zeer verhelderend zijn. Hem afdoen als een vrouwonvriendelijke zonderling en overgaan tot de orde van de dag, zou mijns inziens een gemiste kans zijn en is misschien ook een beetje schijnheilig. Rousseau is namelijk niet de enige romanticus. In meerdere of mindere mate zijn we dat bijna allemaal. Het verhaal van Rousseau kan je aan het denken zetten over je eigen liefdesidealen. Aan welke eisen moet mijn geliefde eigenlijk voldoen? Welk eisenlijstje houd ik er zelf op na? En wat als mijn geliefde anders blijkt te zijn dan ik mij hem of haar had voorgesteld? Wie moet het dan ontgelden: mijn ideale geliefde of de werkelijke geliefde? Misschien heb je, als je heel eerlijk bent, zelf ook wel een nipple gate te bekennen.

In dat geval kan het de moeite waard zijn niet onmiddellijk uit te zoomen en weg te draaien. Zulke ervaringen kunnen je iets leren over jezelf. Bijvoorbeeld of je een romanticus bent of niet. En interessanter: of je dat wilt blijven of niet. Als het lezen van Rousseau ons tot dergelijke overwegingen kan aanzetten, kan hij wat mij betreft nog eens driehonderd jaar mee.

Jan Drost is schrijver en filosoof. Hij heeft zich gespecialiseerd in cultuurfilosofie, met name de filosofie van de liefde. Hij is verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en schrijft voor nrc.next, NRC Handelsblad, de Volkskrant en Filosofie Magazine. In 2011 verscheen zijn boek Het romantisch misverstand. Anders denken over liefde (voorpublicatie).

pro-mbooks1 : athenaeum