Recensie: Le plus illustre des Français

04 juli 2012 , door Joop Hopster
| | | | |

Charles de Gaulle groeide tijdens de Tweede Wereldoorlog uit tot de grote held van Frankrijk door zich niet bij de nederlaag van 1940 neer te leggen en uiteindelijk samen met de geallieerden de oorlog te winnen. In 1958 riep Frankrijk 'le plus illustre des Français' te hulp om de Algerijnse crisis te bezweren. Na de opstand van mei 1968 werd hij echter gezien als een fascistoïde leider die de veranderde tijdgeest niet had begrepen. In 2005 werd hij toch verkozen tot grootste Fransman aller tijden. De Leidse historicus en Frankrijkkenner H.L. Wesseling schreef een prachtige, gedegen en bewonderenswaardig beknopte biografie van Charles de Gaulle, De man die nee zei. Eentje die naar meer smaakt – naar meer De Gaulle én naar meer Wesseling. Door joop hopster.

Larger than life

Over De Gaulle bestaan zoveel uitspraken en anekdoten dat hij – net als bijvoorbeeld Winston Churchill – in zekere zin een karikatuur is geworden. Wesseling maakt er dankbaar gebruik van, waardoor je er niet aan ontkomt om een zekere sympathie voor hem op te vatten, zelfs wanneer hij onuitstaanbare dingen zegt. Of misschien wel juist daarom.

Toen de Amerikaanse president Roosevelt hem in 1943 verweet dat hij niet democratisch verkozen was, antwoordde De Gaulle: 'Dat was Jeanne d'Arc ook niet.' Churchill vond hem tijdens de Tweede Wereldoorlog zó'n lastpost dat hij zei dat van alle kruisen die hij te dragen had gehad het kruis van Lotharingen het zwaarste was. Het kruis van Lotharingen was het symbool van de Vrije Fransen en na zijn dood werd er bij het huis van De Gaulle in Colombey-les-Deux-Églises (in Lotharingen) een wanstaltig groot kruis van Lotharingen opgericht, betaald uit een nationale inzameling, dat vijfenveertig  meter de lucht in steekt. Churchill heeft tijdens de oorlog eens de order doen uitgaan: ‘No one is to see General De Gaulle.’ Enige tijd later hadden Churchill en De Gaulle een onderhoud, waar het ijs enigszins gebroken werd – maar Churchills secretaris Jack Colville, die buiten de deur zwetend zat te wachten, vertelde later dat hij vreesde dat ze elkaar misschien gewurgd hadden. 

'Nee'

Waarom riep De Gaulle zulke uiteenlopende reacties op? In ieder geval vanwege zijn uitgesproken opvattingen en koppigheid. De eerste vijftig jaar van zijn leven had hij geen hoofdrol gespeeld op het nationale toneel, maar de nederlaag van Frankrijk in 1940 zou de triomf van De Gaulle worden. Vanuit Londen riep hij op achttien juni de Fransen op om de strijd voort te zetten. Vrijwel niemand zag er brood in, maar uiteindelijk zou hij als overwinnaar Frankrijk bevrijden.

En dat was nog maar een van de vele malen dat De Gaulle 'nee' zei. Andere befaamde 'nee's' waren zijn weigering om de Engelsen toe te laten tot de EEG (1963), zijn 'nee' tegen een Amerikaanse atoomparaplu (1963), zijn 'nee' tegen het geloof in de Maginotlinie (jaren dertig), zijn 'nee' tegen de pieds noirsdie Algerije Frans wilden houden en zijn 'nee' tegen de generaals die vervolgens tegen hem in opstand kwamen. Wesseling koos zijn titel dus bepaald niet zonder reden.

Verloren oorlogen

Een andere reden voor de uiteenlopende reacties was De Gaulles overtuiging dat Frankrijk een aanzienlijke rol op het wereldtoneel moest spelen, ook al was dat na de Tweede Wereldoorlog bepaald niet een idee dat algemeen gedeeld werd. De Vierde Republiek (1946-1958) kende vele machteloze en frequent wisselende regeringen, wat De Gaulle verafschuwde. Na het verlies van Indochina (1954) was ook in Algerije een dekolonisatiestrijd opgelaaid, en De Gaulle wist dat hij de tijd en de tijdgeest tegen had. Het grote Franse rijk van vóór de oorlog was hard aan het afbrokkelen, en Frankrijk deed een beroep op haar oude held De Gaulle in deze barre tijden. Tijdens een bezoek aan Algerije riep hij 'Je vous ai compris!' tegen een publiek van in Algerije wonende Fransen, maar hij wist dat de kans klein was dat hij Algerije voor Frankrijk zou kunnen behouden.

De Gaulle was een man van opvattingen, maar tevens een pragmaticus. De oorlog in Algerije moest hij beëindigen, wilde hij ruimte krijgen voor een eigen, onafhankelijke rol in de wereldpolitiek. Dat werd hem niet in dank afgenomen (door zowel de pieds noirs als de Algerijnen als een deel van het Franse leger) en uiteindelijk kreeg hij geen van zijn eisen ingewilligd: Algerije werd onafhankelijk en dat moest hij accepteren.

Grandeur

‘Toute ma vie je me suis fait une certaine idée de la France,’ schrijft De Gaulle in zijn befaamde oorlogsmemoires. 'La France ne peut être la France sans la grandeur.' En die grandeur, die na de Tweede Wereldoorlog niet bepaald voor de hand liggend klonk, hield in dat Frankrijk een eigen onafhankelijke politiek moest voeren. Frankrijk moest dus niet als lakei van de Verenigde Staten fungeren en moest een leidende rol in Europa opeisen – en  Europa moest een continentaal Europa zijn, want De Gaulle vreesde een toetreding van de Britten als voorbode van een Angelsaksische overheersing van Europa. Dat wilde hij koste wat kost voorkomen. Vandaar zijn 'nee' tegen de Britse toetreding tot de EEG en tegen de Amerikaanse atoomparaplu. Frankrijk moest een eigen 'force de frappe' (ofwel atoomwapen) krijgen: 'la force de frappe n'est pas faite pour frapper, mais pour ne pas être frappé'.

De geopolitieke ambities en opvattingen van De Gaulle geeft Wesseling een belangrijke rol in zijn boek, zo sterk zelfs dat het lijkt alsof De Gaulle verder weinig interesse had in de politiek. Als onderdeel daarvan moest Frankrijk weer een krachtig bestuur krijgen, waarvoor De Gaulle zich met zijn grondwet van 1958 sterk maakte. De Vijfde Republiek was geboren, en de Franse president had nu aanzienlijk meer in de melk te brokken – wat De Gaulle als president (1958-1969) goed uitkwam. Maar welke beleidsopvattingen De Gaulle verder had blijft nogal onderbelicht.

Privéleven

In tegenstelling tot sommige latere presidenten had De Gaulle strikte opvattingen over financiën en de huwelijksmoraal. Niemand zou hem kunnen betrappen op maîtresses of corruptie. Tijdens zijn dagen in Colombey-les-Deux-Églises speelde hij graag patience,  en 's ochtends bracht zijn echtgenote zelf het ontbijt naar de slaapkamer. 'Er werd nooit eten weggegooid en wie als laatste de kamer uit ging deed het licht uit. Kleren werden niet weggedaan als ze nog hersteld konden worden.' Dat had zeker met De Gaulles afkomst te maken, die Wesseling beschrijft als 'wat de Engelsen “a service family” noemen, mensen in dienst van de overheid'.

In een van zijn hoofdstukken beschrijft Wesseling een typische werkdag van De Gaulle, waarbij hij 's ochtends 'een uur nam om zich te ergeren aan de ochtendbladen. Omdat de meest anti-De Gaulle-gezinden en meest gezaghebbende Franse krant Le Monde pas 's middags verscheen, bood hem dat de gelegenheid om zich later op de dag nog eens extra te ergeren'.

Zijn beroemde Mémoires de guerre schreef De Gaulle in de jaren vijftig als ambteloos burger (geen premier meer, en nóg geen president) in Colombey, en die waren niet alleen zó succesvol dat zijn financiële problemen eindelijk verleden tijd waren, hij is ook nog steeds de enige Franse president wiens werk in de befaamde Pléiade-reeks verschenen is. Ook hier zien we weer een verwantschap met Winston Churchill, die de Nobelprijs voor de literatuur kreeg voor zijn oorlogsherinneringen.

Aftreden en dood

Na mei 1968 hoefde De Gaulle niet zo nodig meer en hij zocht zelf een aanleiding om op te stappen door in 1969 een onbeduidend referendum uit te schrijven dat hij verloor. De dag erna trad hij af. In 1970 overleed hij in Colombey.

'Hij was op dat moment, kort voor het eten, bezig met zijn gebruikelijke vorm van ontspanning, patience spelen. Mevrouw De Gaulle schreef brieven. Om iets voor zeven slaakte De Gaulle een kreet en viel achterover in zijn stoel. Hij had een gebroken halsslagader en viel onmiddellijk in een coma. De dokter kwam er snel bij en constateerde dat er niets meer te doen viel, de pastoor van Colombey diende het laatste oliesel toe. Het officiële tijdstip van overlijden werd vastgesteld op 19.25 uur.'

Wat heeft De Gaulle nu eigenlijk voor Frankrijk betekend? Wesseling citeert een tegenstander van De Gaulle, die hem moet nageven: 'Il a déridiculisé la France.' De Gaulle zou het misschien wat magertjes hebben gevonden, maar hij zou er vast niet ontevreden over zijn geweest. Al met al een mooi, beknopt en bijzonder prettig leesbaar boek over De Gaulle. Ik kijk nu al uit naar de volgende Wesseling – en van mij mag die best een stukje dikker.

Joop Hopster is redacteur van het Historisch Café en werkzaam bij Athenaeum Boekhandel als rubrieksbeheerder Geschiedenis en Politiek.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum