Recensie: Maus, de onverdraaglijke waarheid

08 maart 2012 , door Martin Smit
| |

In 1992 kreeg striptekenaar Art Spiegelman (1948), redacteur en uitgever van het avantgarde striptijdschrift RAW, de Pulitzerprize voor zijn graphic novel Maus. In de jaren zeventig was hij begonnen zijn vader Vladek Spiegelman te interviewen over diens belevenissen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vladek en zijn vrouw Anja Zylberberg overleefden het vernietigingskamp Auschwitz–Birkenau. Spiegelman kreeg het idee het verhaal van zijn ouders in de vorm van een stripverhaal te publiceren, in de context van de opkomst van de nazi’s en van de jodenvervolging. Dat werd het in twee delen gepubliceerde Maus: Maus I verscheen in 1986, Maus II in 1991. In Maus tekende Spiegelman joden als muizen en nazi’s als katten.
Tot op de dag van vandaag beheerst Maus het leven van Art Spiegelman. In het onlangs gepubliceerde boek Metamaus legt Spiegelman verantwoording af – onder andere in enkele speciaal voor deze uitgave getekende pagina’s – over zijn werkwijze voor Maus en doet hij ontstaansgeschiedenis en achtergronden van het verhaal gedetailleerd uit de doeken.

Het genre graphic novel heeft eigenlijk geen vastomlijnde definitie. Stripverhalen verschenen altijd op het klassieke albumformaat, maar bleken in de jaren zeventig en tachtig de traditionele Kuifje– en Suske en Wiske–verhaalvorm te overstijgen. Met auteurs als Hugo Pratt, Tardi, Will Eisner en Bilal werden strips diepgaander, serieuzer of realistischer. Het gaf uitgevers de mogelijkheid er het etiket ‘literair’ op te plakken en door strips vervolgens in een conventionele boekvorm uit te geven, ontstond het begrip graphic novel. Voor stripauteurs die het traditionele verhaal– en albumconcept inmiddels waren ontstegen, bood het meer creatieve ruimte en tevens werd het stripgenre daarmee naar een hoger niveau van aanzien getrokken.

Nadat het eerste deel van Maus door een tiental uitgeverijen was afgewezen (in Metamaus staan de afwijzingsbrieven afgedrukt), durfde uitgeverij Pantheon uiteindelijk in 1986 publicatie aan.

Maus was niet de eerste graphic novel – Will Eisner is zonder meer de vader van het genre – maar het was wel de eerste wereldwijde bestseller in deze nieuwe manier van strips uitgeven. De absolute eis van Spiegelman dat zijn tekeningen niet vergroot of verkleind mochten worden, maar dat deze op ware grote moesten worden afgedrukt, bepaalde mede het formaat van het boek en daarmee was de trend voor het formaat van het uitgeven van graphic novels gezet.

Uit: Art Spiegelman, Metamaus

Bandopnames

De ouders van Art Spiegelman spraken tijdens zijn jeugd niet veel over de oorlog en over hun belevenissen in de vernietigingskampen. Spiegelman wist zijn vader Vladek pas in de jaren zeventig te overtuigen zijn verhaal te vertellen. Zijn moeder Anja maakte in 1968 een einde aan haar leven, de redenen daarvan blijven onopgehelderd. Spiegelman maakte tientallen uren bandopnames met zijn vader en verrichtte archiefonderzoek naar locaties in Polen en naar gebouwen, situaties en gebeurtenissen in Auschwitz. In 1978 verscheen al een enkele pagina’s tellende versie van Maus in RAW. Pas daarna begon hij het verhaal uit te werken.

Metamaus biedt schetsen, voorstudies, losse notities, foto’s, documenten, proefpagina’s voor Maus en afbeeldingen van tekeningen van muizen en katten die Spiegelman als inspiratie dienden, en het geeft in beeld en woord talloze voorbeelden van boeken en films die hem achtergronden boden bij het tekenen. In een interview dat vrijwel driekwart van het boek in beslag neemt – hem afgenomen door Hillary Chute, voormalig professor in de literatuur aan Harvard University – probeert Spiegelman op drie essentiële vragen antwoord te geven: waarom een strip? Waarom muizen? Waarom de Holocaust?

De jodenvervolging – Spiegelman houdt niet van het woord Holocaust – heeft in honderdduizenden families ingrijpende gevolgen gehad. Eigenlijk zou het verhaal van iedere weggevoerde Joodse familie moeten worden verteld, zegt Spiegelman. Zijn doel was dat zijn familieverhaal exemplarisch en symbolisch zou zijn voor alle familietragedies die hebben plaatsgevonden. Dan zou de lezer immers pas beseffen wat er werkelijk in de nazitijd is gebeurd. De stripvorm zou wellicht voor veel lezers een makkelijk toegankelijk genre zijn. Het feit dat in allerlei nazipropaganda joden vaak als ratten werden afgebeeld, zette hem aan het denken. Spiegelman koos ervoor joden als muizen te tekenen, zo konden de nazi’s, als bedreigers van de joden, symbolisch als katten afgebeeld worden.

Kritiek

Bij verschijning van Maus was er kritiek: hoe durft iemand het tragische verhaal van de jodenvervolging in stripvorm te gieten? Vijfentwintig jaar na verschijning van het eerste deel echter, verkoopt Maus nog steeds, is het in meer dan dertig talen vertaald en verschijnt herdruk op herdruk.

Dat Maus eveneens het verhaal is van een striptekenaar die probeert met een vader te communiceren en aan wie hij een verhaal tracht te ontlokken, vertelt Spiegelman ook in Metamaus. Het was een jarenlange worsteling het verhaal in een juiste vorm te gieten, verklaart Spiegelman: ‘My struggle, I call it “Mein Kampf”.’ Wat kun je wel en wat kun je niet vertellen, waren vragen die onder het tekenen telkens bij hem opkwamen. Hierover vertelt hij, maar ook over zijn tekenstijl, tekenmateriaal, documentatie en studies voor het boek.

Reproducties

Maar daarmee is het verhaal over Maus nog niet compleet. De in het boek gevoegde cd–rom is niet de slagroom op de taart, maar de taart zelf. Deze biedt een werkelijk overweldigende hoeveelheid informatie en achtergronden over Maus. Niet alleen is het hele stripboek nu op de computer door te bladeren, bij iedere pagina is de oorspronkelijke schetsversie te raadplegen en levert Art Spiegelman al sprekend commentaar op zijn tekenwerk. Verder bevat de cd–rom transscripties van de bandopnames van Spiegelman met Vladek, interviews met vrouwen die zijn moeder Anja in het kamp hebben meegemaakt, complete reproducties van Spiegelmans schetsboeken – honderden pagina’s –, enkele essays over strips en de Tweede Wereldoorlog, en maar liefst 7500 schetsen, tekeningen, voorstudies en omslagontwerpen die Spiegelman maakte voor Maus. Beter kan een strip niet gedocumenteerd worden. Boek en cd–rom maken voor de tekenaar, maar vooral voor de lezer, Maus helemaal compleet. Zo zou iedere strip gedocumenteerd moeten worden.

Meesterwerk

Ooit zei een journalist tegen Joseph Heller, auteur van het legendarische oorlogsboek Catch 22: ‘U heeft eigenlijk nooit meer zo’n briljant boek geschreven als Catch 22.’ Waarop Heller antwoordde: ‘Wie wel?’ Een vergelijkbare vraag, en het antwoord, gaan ook op voor de strip van Spiegelman. Maus bepaalt nog steeds zijn leven en dat van zijn gezin. Spiegelman komt nooit meer los van Maus: het is zijn meesterwerk. Hij realiseert zich dat en hij weet ook dat hij het niveau van Maus nooit meer zal evenaren. De tragiek van de publicatie van Maus is dat Spiegelman Maus achter zich wil laten (aanbiedingen voor een filmversie, onder andere van Steven Spielberg, wees hij resoluut van de hand), maar tegelijkertijd weet hij heel goed dat het project het verdere verloop van zijn leven voor een groot deel zal bepalen.

Uit: Art Spiegelman, Metamaus

Na lezing van Metamaus blijft er de vraag in hoeverre de verschrikkelijke werkelijkheid als het verhaal over Auschwitz in (semi)fictie kan of moet worden verbeeld. Toen Spiegelman in de jaren tachtig in Londen deelnam aan een forum over oorlog, journalistiek en fictie, gaf een andere forumdeelnemer – Harry Mulisch – wellicht het antwoord: ‘In journalism it makes a difference if a fire happenend, in a novel it’s just how well one can describe a fire.’

Martin Smit is redacteur van het anarchistische tijdschrift De As, publiceerde artikelen in De As, Buiten de Orde en En Route, is redacteur bij uitgeverij De Vooruitgang en medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum