De geur van te lang bewaard eten. Bromgeluiden. De deur naar de achterkamer gaat open. Op de bank zit een man. In eerste instantie begrijpt sociaal werkster Maggie Brennan niet goed wat ze ziet. Dan dringt het beeld tot haar door: 'Opeens leek het alsof haar vingers niet meer deden wat ze wilde. Ze kon ze er niet toe bewegen de telefoon van het groezelige tapijt op te rapen, want ze zag nu dat wat zij had aangezien voor een soort duikerpak in werkelijkheid zijn blote, opgezwollen, gescheurde huid was, en dat hij dood was - al lang dood was.'Met de vondst van deze dode man begint Dinsdag is voorbij, het tweede deel in de Nicci French-reeks rondom psychotherapeute Frieda Klein. Met deze intrigerende hoofdpersoon en het veelstemmige koor aan personages dat haar omringt, zet schrijversduo Nicci Gerrard en Sean French een volgende stap, op weg naar een indrukwekkende thrillerserie. Door marian pankow.
N.B. Deze recensie maakt onderdeel uit van de korte reeks besprekingen Ik ga op reis en ik neem mee, waarin een aantal van onze recensenten mogelijke vakantieboeken bespreken. Vandaag: de thriller.
In het eerste deel van de serie, Blauwe maandag, raakte Klein betrokken bij het politieonderzoek naar een verdwenen jongetje. Nu, een jaar later, doet hoofdinspecteur Malcolm Karlsson opnieuw een beroep op haar, hij heeft haar hulp nodig bij het ondervragen van de psychisch verwarde vrouw in wier huis het lijk is gevonden. Vanzelfsprekend is dat slechts het startsein voor Kleins nauwe betrokkenheid bij het onderzoek. Wie is deze dode, zittend op de bank met een koffiebroodje nog in zijn hand en lipstick op de gebarsten lippen? Door wie is hij vermoord? En is hij wel enkel slachtoffer? Voor al deze vragen komen Frieda en Karlsson te staan.
Het verhaal doet lange tijd denken aan een pittig spelletje Cluedo. Was het de Eenzame Oude Dame? Haar Boze Zoon? Of toch de Uitgerangeerde Presentatrice? Maar deze omschrijving doet geen recht aan de grootste kracht van deze thriller. Die kracht schuilt in de nuance. Dinsdag is voorbij is geen boek van helden en schurken. De personages, Frieda Klein voorop, worstelen. Met zichzelf, met hun dagelijks leven, met het onvermogen dat leven invulling te geven. Getroebleerd zijn ze, allemaal op hun eigen manier en met hun eigen afweersystemen en noodoplossingen.
De manier waarop de (morele) wankelmoedigheid van de personages ingrijpt in het verloop van het plot, draagt in hoge mate bij aan de spanning van het verhaal. Hun leugens en halve waarheden, hun eenzaamheid, schaamte en onvermogen hebben directe invloed op de gebeurtenissen. In de Frieda Klein-serie hoeven we dan ook geen ondubbelzinnig happy end te verwachten. Sommige schuldigen ontsnappen, slachtoffers blijken halve of zelfs hele daders, en vice versa. Zowel in karaktertekening als verloop laat Nicci French zien dat eenduidigheid een fictie is, en de werkelijkheid vele malen weerbarstiger.
De auteurs zijn erin geslaagd om in de veelheid aan figuren iedereen een eigen stem te geven. Dat is ook broodnodig. Want zeker wie het eerste deel niet gelezen heeft, zou anders de draad onherroepelijk kwijt raken. Hoewel Dinsdag is voorbij als zelfstandig verhaal gepresenteerd wordt, zijn de verwevingen met Blauwe maandag zo talrijk, dat het aanbeveling verdient ook dit eerste deel te lezen. Het grote voordeel van deze nog prille serie, is dat het de auteurs in staat stelt langere verhaallijnen te maken en bepaalde vragen (met name over Frieda's achtergrond) nog onbeantwoord te laten.
Daarbij is wel enige zorgvuldigheid geboden. In een boek waarin de karakters zo zorgvuldig neergezet worden, valt iedere onregelmatigheid extra sterk op. Zo is Frieda in Dinsdag is voorbij - veel meer dan in het eerste deel het geval was - degene die de oplossingen vindt, zelfs waar het pur sang recherchewerk betreft. Het is te hopen dat Nicci French ervoor waakt haar niet te laten uitgroeien tot de alwetende superheldin, en het belang van een sterke hoofdpersoon niet ten koste zal laten gaan van de gelaagdheid die deze boeken zo interessant maakt. Want ook voor Frieda geldt dat het haar onvolkomenheid is - haar slapeloosheid, haar zwijgzaamheid, haar onvermogen om grip te krijgen op de gebeurtenissen - die haar tot een boeiend personage maakt.
Dat de nadruk gaandeweg het verhaal steeds meer op Frieda's speur-vernuft komt te liggen, wreekt zich enigszins. Stilistisch is het laatste deel van het boek niet het sterkste. Er is zelfs sprake van een heus hoe-het allemaal-zo-is-gekomen-hoofdstuk. Dat is, eenvoudig gezegd, jammer. Want waar dit boek het juist niet moet hebben van cliffhangers aan het einde van ieder hoofdstuk, maar de lezer stap voor stap in het web van verdenkingen weet in te kapselen, daar was een fijnzinniger einde op zijn plaats geweest.
Desondanks blijft fier overeind staan dat Dinsdag is voorbij een zeer geslaagde thriller is, met Londen als sfeervol decor. Frieda's slapeloosheid brengt haar ertoe lange, nachtelijke wandelingen door de stad te maken. De beschrijvingen van deze tochten vormen een grote toegevoegde waarde. En niet alleen in stilistische zin: de stad speelt zelfs een rol bij het ontrafelen van de mysteries die op tafel liggen.
Op de allerlaatste pagina's keert ook de spanning in alle hevigheid terug, wanneer één van Frieda's bangste vermoedens bewaarheid wordt. Het heeft er alle schijn van dat zij nog lang niet af is van de spoken uit het verleden en vooralsnog lijken de dagen van de week er niet aangenamer op te worden. Zoals Frieda's vriendin Sasha opmerkt: 'Maandag is het alsof je in ijskoud water springt, maar dat geeft je wel een schok van opwinding. Op dinsdag lig je nog in het water, maar dan is de schok uitgewerkt en heb je het gewoon koud.' Nu is ook dinsdag voorbij. De vraag is wat woensdag ons zal brengen.
Marian Pankow volgde de opleiding tot theaterdocent aan de AHK en studeerde literatuurwetenschap aan de UvA. Ze is momenteel werkzaam als regisseur, theaterdocent en tekstschrijver.