Recensie: Midden in de katholieke kerk

24 juli 2012 , door Bram Mellink
| | |

Verlangen naar vernieuwing en de herinnering aan vroeger gaan heel vaak hand in hand. In de jaren zestig leek het alsof een kudde gezagsgetrouwe katholieken plotseling door vernieuwingsdrang werd overmand. De kerkelijke vernieuwingen die vanaf de late jaren vijftig hun beslag kregen strekten zich uit van het Vaticaanse tot het plaatselijk misbezoek, van de missie in Afrika tot de omgang met andersdenkenden in eigen dorp, van het onderwijs aan kinderen tot de middelen die een grote kinderschare moesten voorkomen. Maar nog voordat de vertrouwde katholieke cultuur ten grave was gedragen, werd het gemis al gevoeld, verwoord door katholieke schrijvers als Michel van der Plas en Godfried Bomans en opgetekend in boeken als Uit het rijke roomsche leven (1963), In de kou (1969) en Beminde gelovigen (1970).

N.B. Moederkerk is genomineerd voor de Libris Geschiedenisprijs 2012.

Kindje van de Moederkerk

Nederlandse gelovigen bleken goed in missen. Waar historici veel hebben geschreven over de ontzuiling van Nederland, die gelovigen uit de klemmende verzuilde verbanden bevrijdden, hebben gelovigen en ex-gelovigen in tal van boeken beschreven hoe God uit hun persoonlijk leven verdween. In zijn nieuwe boek Moederkerk. De ondergang van rooms Nederland zoekt Jos Palm naar een middenweg tussen de persoonlijke geloofsbeleving en het algemene historische beeld over de teloorgang van kerkelijk Nederland. Via het levensverhaal van zijn moeder, die tot haar dood in 2006 een devoot katholiek bleef, traceert hij de religieuze vernieuwing in katholiek Nederland, die door het leven van zijn beide ouders diepe sporen trok.

Wat daaruit volgt is een meeslepend en rijk portret van de katholieke wereld waarin zijn moeder Greetje vanaf haar vroege jeugd werd opgevoed. Een onbezorgde kindertijd was haar niet gegund. Omstreeks 1920, toen Greetje nog een kleuter was, vergreep haar vader zich aan een jongetje in de kerk. Het huwelijk tussen beide ouders hield stand, maar tafel en bed werden voortaan gescheiden. Greetje werd sindsdien door haar alleenstaande moeder en haar grootouders opgevoed en ontwikkelde zich tot een bezield gelovige, die in 1949, na een korte affaire met een protestant, met een overtuigd katholiek in het huwelijk trad.

Palm groeide in de jaren vijftig op in een katholiek modelgezin. Het kerkelijk gezag stond bij zijn ouders hoog in aanzien; de grote levensgebeurtenissen werden met religieuze symboliek omkleed. Toen Peter, Palms oudste broer, in 1950 werd geboren, kwam dan ook in de eerste plaats een kind van God ter wereld: ‘Als kindje van de Moederkerk, en van de Lieve Heer. Zo legden wij ons Petertje in ’t wachtend wiegje neer’ stond op zijn geboortekaart geschreven.

De katholieke zuil gereconstrueerd...

Dit voorbeeld mag wat kneuterig aandoen, maar bij lezing van Moederkerk valt juist op hoe serieus Palm zich in het katholieke leven van zijn moeder verplaatst. Hij voelde daar naar eigen zeggen aandrang toe. Tijdens de katholieke begrafenis van hun moeder zagen de kinderen Palm, in de woorden van Jos, de 'lastige waarheid [onder ogen] (…) dat we onze moeder niet terug konden betalen met gelovigheid.' Daarmee begon zijn nieuwsgierigheid naar 'de roomse deken' waaronder zijn ouders hadden geleefd, temeer omdat zijn moeder 'zich een leven lang schijnbaar heel behaaglijk had gevoeld onder die deken, ook toen haar generatiegenoten "beminde gelovigen" er eind jaren zestig voorzichtig onder vandaan kropen en wij hem afwierpen'.

Nieuwsgierigheid naar de leefwereld van zijn ouders en belangstelling voor het katholicisme als zodanig vloeien zodoende samen. Dat levert een treffend beeld op van het katholieke geloofsleven zoals moeder Palm dat ervoer, een ervaring die Palm verbindt met een algemeen tijdsbeeld van het katholicisme in de twintigste eeuw. Met zijn kennis van de historiografie, het rijke persoonlijke archief van zijn moeder en zijn grote schrijftalent weet hij het roomse leven een ziel te geven.

Niet alleen het geloofsleven van vroeger, maar ook de levenslange gehechtheid van zijn ouders aan de kerk wordt inzichtelijk en invoelbaar omdat Palm de katholieke religieuze cultuur niet met de bekende ironische distantie van een schrijver als Bomans, maar juist met ernstige betrokkenheid verkent. Palm, geboren in de jaren vijftig, groeide tussen de brokstukken van de katholieke zuil op, maar weet in retrospectief weer een massief bouwwerk op te tuigen.

maar de uiteenval niet verklaard

In die prestatie ligt gelijktijdig het probleem van het boek besloten. Juist omdat Palm de katholieke cultuur als een leefwereld voorstelt die onaantastbaar was, die gelovigen in de ban hield en op haar vanzelfsprekendheid vertrouwde, valt de snelle ineenstorting van het Nederlands katholicisme in de jaren zestig moeilijk te verklaren. Waarom stortte een onaantastbare, vanzelfsprekende religieuze cultuur, die in de jaren vijftig haar hoogtijdagen leek te beleven, in de jaren zestig zo plotseling in? Palm heeft er niet echt een antwoord op.

De godsdienstige veranderingen van de jaren zestig, die het leven van zijn ouders zo diep raakten, voltrekken zich in zijn analyse hoofdzakelijk buiten het leven van de individuele gelovigen om. Zij werden afgekondigd in concilies, gedragen door een algemene kerkelijke vernieuwingsdrang en afgedwongen door een voortschrijdende moderniteit. De oorsprong van die vernieuwingen blijven zo onbenoemd. De levensloop van Palms ouders, die zich spoedig afkeerden van de vernieuwingen binnen het katholicisme, biedt daarvoor weinig handvatten. De ontwikkeling van de kinderen in het gezin, waarvan drie zich tot de rode kerk bekeerden, wordt wel genoemd maar niet verklaard. Daarmee blijft ‘de ondergang van rooms Nederland’, die volgens de ondertitel wordt behandeld, grotendeels in nevelen gehuld.

Toch zou het flauw zijn om het eindresultaat van het boek daaraan af te meten. Palm heeft een eigenzinnig portret geschetst van een rooms gezin dat op overtuigende wijze inzichten biedt in het geloofsleven van een generatie. Dat de teloorgang daarvan wat raadselachtig blijft is jammer en moedigt aan tot verder onderzoek. Met zijn inlevende stijl, zijn oog voor detail en zijn soepele manier van schrijven kan Palm daarbij tot voorbeeld strekken.

Bram Mellink is historicus.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum