Recensie: Opnieuw beginnen lijkt een station te ver

14 juni 2012 , door Tim Wagemakers
| |

Running Away heet Matthew B. Smiths vertaling van Jean-Philippe Toussaints roman Fuir en dat is precies wat de naamloze hoofdpersoon doet. Op zoek naar zichzelf, onder het mom van vakantie, wordt de man verliefd en meegesleurd in het hectische Aziatische leven van Shanghai. Zonder ook maar een moment te reflecteren leeft hij van avontuur naar avontuur tot er een telefoontje met slecht nieuws van thuis komt. Wat volgt is het fascinerende relaas van iemand die gevangen is in een reis tussen verschillende werelden, zonder echt ergens thuis te horen. 

Toussaint toont zich in de roman een meester in de relatie tussen vorm en inhoud. In het eerste deel, dat leest als een fascinerend reisverslag vol herkenbare reisproblemen voor lezers die Azië hebben bezocht, worden droge reisbeschrijvingen afgewisseld met zinnen van meerdere regels lang die de gedachtekluwen van de hoofdpersoon goed weergeven.

Op het moment dat de hoofdpersoon in de trein zijn nieuwe liefde bemint, belt zijn vrouw op met het droevige bericht dat haar vader is overleden. Terwijl hij krampachtig probeert de thuiswereld buiten te houden betekent het openen van een treinraampje niet alleen wat frisse lucht, maar ook de harde realiteit die weer bij hem binnenkomt. Zijn minnares kijkt hem liefdevol aan, maar hun relatie is veranderd en hij moet terug naar huis. De scène in de trein is illustratief voor zowel de kracht als de zwakte van het boek:

'I stuck my head through the window and leaned out over the abyss. Scorching hot air lashed against my face, I could make out tall black grass on the hillsides and see dust swirling up along the trackside due to the force of the train's passing.'

De, op momenten van grote verwarring, als écriture automatique aandoende schrijfstijl is meeslepend, laat je onwillekeurig sneller lezen en brengt een wervelwind aan associaties teweeg. Het hele eerste deel schuurt, knarst en de vele miscommunicaties die de hoofdpersoon met een nieuwe wereld heeft, laten fantastisch zien hoe een mens kan leren zijn eigen thuissituatie te herwaarderen. Tegelijkertijd is de enscenering - een trein met een op de vlucht geslagen personage en het open raampje dat de harde realiteit binnenbrengt - weinig origineel.

Het tweede deel is wat dat betreft interessanter, omdat het de laatste dagen van de hoofdpersoon op reis laat zien en de veranderende verhoudingen na het onverhoede telefoontje. Opnieuw laat hij zich meeslepen van avontuur naar avontuur, maar waar alles eerst spannend en mooi leek begint de man zich nu steeds meer af te vragen in wat voor louche wereld hij zich begeven heeft.

Het is een mooie opmaat voor deel drie, het beste deel van het boek. De hoofdpersoon keert terug naar huis, en reist door naar Elba, alwaar de vader van zijn vrouw begraven wordt. Hij krijgt zijn aandacht er maar niet bij, wat blijkt uit een prachtige, ongemakkelijke scène over de transcendentie van het reizen:

'During the whole course of my trip, then, I was still in Beijing, but already in Elba at the same time, my mind unable to move from one place to another […] stuck instead in the temporary between-ness of the journey, as if this transitory state, extendable and elastic, could be stretched to the point that, in thought, I was nowhere, neither in Beijing nor in Elba, but always outside the borders of either place, always both at rest as in motion, sitting and dozing off with all my emotions and sensations buried inside me.'

Fysiek lukt het de hoofdpersoon ook niet er voor zijn vrouw te zijn. In een opnieuw enigszins makkelijke, maar goed uitgevoerde passage lopen zowel zijn vrouw als hij uren door het stadje Elba naar elkaar te zoeken. Er is iets veranderd, suggereert Toussaint, maar niemand, de hoofdpersoon incluis, weet wat. Hoewel de geliefden het gebrek aan woorden lichamelijk proberen te compenseren, loopt ook de seks niet op genegenheid maar op frustratie uit.

Machteloosheid troef, maar Toussaint mijdt het expliciete waardoor de roman aan kracht wint. Zoeken, niet vinden, blijkt het centrale thema van deze roman. Dit wordt eens te meer duidelijk in de magistrale eindscène waarin de hoofdpersoon en zijn vrouw gaan zwemmen. Zij zwemt wat vooruit, hij raakt haar kwijt en is bang dat zij - net als haar vader - verdronken is. Liefde lijkt het te winnen. Hij merkt dat het gevoel terugkomt, weet dat hij haar niet wil verliezen, en op het moment dat hij haar vindt sluiten ze elkaar in de armen. Het lijkt een nieuw begin, maar dan proeft hij het zout, de smaak afkomstig van het zeewater. Het is de herinnering en bevestiging dat wat er gebeurd is zich niet zomaar weg laat spoelen. Wegrennen kan niet meer, maar opnieuw beginnen lijkt een station te ver.

Tim Wagemakers studeert Wijsbegeerte en Frans aan de Universiteit van Amsterdam en liep stage bij Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum