Recensie: Sounds like Beckett

30 november 2015 , door Piet Gerbrandy
| | | |

De Canadese classica en dichteres Anne Carson (1950) gebruikt, zowel in haar poëzie als in haar essayistiek, de klassieke erfenis om door te dringen in het mysterie van het leven. Zo is haar diepgravende studie over liefde en taal opgezet als een serie essays over de Griekse lyriek (Eros the Bittersweet, 1986), en publiceerde ze twee jaar geleden een ingenieus vormgegeven gedenkschrift voor haar broer dat tegelijkertijd een commentaar op een gedicht van Catullus was (Nox, 2010, zie ook mijn recensie). Haar nieuwe boek, Antigonick, wordt gepresenteerd als een vertaling van Sophokles’ Antigone. Maar dat is het niet, al volgt ze de plot van het stuk op de voet. Het is veel meer dan dat. Door piet gerbrandy.

De mens verandert niet

De vraag in hoeverre we authentieke levens leiden, staat in het westerse denken al geruime tijd centraal. Ieder van ons wordt, ten minste sinds de Romantiek, geacht een uniek individu te zijn, maar psychologie, neurologie en postmoderne filosofie spannen samen om ons af te nemen wat helemaal van onszelf leek te zijn. We spelen rollen, praten elkaar na en worden gestuurd door impulsen waarop we geen greep hebben. De commercie maakt daar handig gebruik van door ons modellen en behoeften op te dringen waaraan we geen weerstand kunnen bieden, ook al hebben we permanent het gevoel dat er iets niet klopt.

Dat het innerlijk van de mens door de eeuwen heen weinig ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat we, enkele oppervlakkige verschijnselen daargelaten, nog precies zo met elkaar omgaan als twee en een half millennium geleden, kan geïllustreerd worden aan de hand van de Griekse tragedies van Aischylos, Sophokles en Euripides, die niet voor niets steeds opnieuw gespeeld worden. Natuurlijk, de interpretaties lopen uiteen, maar het gegeven dat Oidipous met zijn moeder naar bed gaat, terwijl Klytaimestra door haar zoon wordt afgeslacht, blijft fascineren. En dat doet Carson met haar Antigonick ook, om meerdere redenen.

Hegel en Beckett

Om te beginnen is de tekst handgeschreven, hetgeen niet alleen suggereert dat de auteur een persoonlijke band met Antigone heeft, maar ook de lezer het universum van Carson in trekt. Door op subtiele wijze te spelen met het wit op de pagina laat Carson de tekst ademen en haperen. Bovendien heeft dichteres en beeldend kunstenares Bianca Stone (whoisthatsupposedtobe.blogspot.nl) aangrijpende tekeningen toegevoegd, die niet zozeer een illustratie bij het verhaal vormen, als wel een extra laag van associaties aanbrengen. In de derde plaats becommentarieert het stuk zichzelf. De personages weten dat ze rollen spelen die in het verleden op uiteenlopende manieren zijn ingevuld. In die zin kan Antigonickworden opgevat als een tekst die de westerse toneeltraditie onderzoekt.

Carson opent, net als Sophokles, met een dialoog van Antigone en haar zuster Ismene:

Antigone: We begin in the dark and birth is the death of us.
Ismene: Who said that.
Antigone: Hegel.
Ismene: Sounds more like Beckett.
Antigone: He was paraphrasing Hegel.

Inderdaad is de eerste regel een variant op Becketts ‘birth was the death of him’ (A Piece of Monologue), terwijl Hegel zijn befaamde theorie over de ontwikkeling van these en antithese tot synthese heeft uitgelegd aan de hand van Sophokles’ Antigone. Later in Carsons tekst wordt ook Brecht nog genoemd, wiens bewerking van het stuk getekend is door zijn ervaringen met het nazisme. En Viginia Woolf komt voorbij.

Lappendeken aan verwijzingen

Antigonick is dus een lappendeken van verwijzingen, maar opmerkelijk genoeg doet dat geen afbreuk aan de emotionele werking van het drama. De plot is uitgekleed, de dialogen, monologen en koorliederen zijn tot het minimum ingedikt, en juist daardoor hakt de rauwheid van het verhaal erin als zelden tevoren. Antigone begraaft haar broer, wordt opgepakt en vastgezet door koning Kreon, wiens zoon Haimon haar geliefde is. Haimon en Antigone doden zichzelf, waarop ook Haimons moeder Eurydike zich van het leven berooft.

De laatste heeft in Sophokles’ versie slechts negen regels tekst. Carson maakt het optreden van de diep getraumatiseerde moeder tot het dramatisch hoogtepunt van het stuk. Zo begint haar monoloog: ‘This is Eurydike’s monologue it’s her only speech in the play, you may or may not know who she is that’s OK.’ Vlak voor de bode binnenkomt met het bericht van de dood van de kinderen, zegt ze: ‘When the messenger comes I set him straight I tell him nobody’s missing we’re all here we’re all fine. Why do messengers always exaggerate. Exit Eurydike bleeding from all orifices’.  Waarop deze regieaanwijzing volgt: ‘Eurydike does not exit’. Na het ultra-korte bodeverhaal zegt het koor: ‘Exit Eurydike’. Zijzelf herhaalt die tekst alvorens af te gaan.

Carson noemt het stuk Antigonick, en in de lijst van dramatis personae wordt ook een Nick genoemd: ‘a mute part [always onstage, he measures things]’. Na de laatste woorden van het koor lezen we: ‘[exeunt omnes except Nick who continues // measuring]’. Het woord ‘nick’, vooral bekend uit de uitdrukking ‘in the nick of time’, heeft vele betekenissen, waaronder ‘inkeping’, ‘kerf’, ‘bajes’ en ‘kut’. Al die associaties kunnen hier werkzaam zijn, maar in de eerste plaats staat ‘nick’ voor de smalle spleet van licht tussen leven en dood, die korte periode waarin we eenzaam en authentiek de rol spelen die ons is opgelegd, zoals ook de foto op het omslag verbeeldt.

Piet Gerbrandy is classicus, dichter en criticus.

pro-mbooks1 : athenaeum