Recensie: Stel je eens voor / Dodendans. De beste boeken van 2012

30 november 2015 , door Marja Pruis en Kees 't Hart
| | | | | | |

Later vandaag in De Groene Amsterdammer, nu al bij wijze van recensie te lezen op Athenaeum.nl: Marja Pruis en Kees 't Hart over de beste boeken van 2012. Pruis over St. Aubyn: 'Genadeloos en diep menselijk tegelijk biedt St Aubyn alles wat je verlangt van literatuur: inzicht en ontzetting.' En 't Hart over Jacob Groot: 'Wie verder kijkt of wil kijken, komt niet bedrogen uit.'
Athenaeum Boekhandel en De Groene Amsterdammer werken samen, bijvoorbeeld in boekverkoop en een gezamenlijke bijlage.

Stel je eens voor

Marja Pruis over Eindelijk, M., De kermis van Gravezuid en Hotel Vertigo

Mijn belangrijkste ontdekkingen in 2012 op literair gebied waren twee al gevestigde schrijvers, James Salter en Edward St Aubyn.

Salter had dit jaar geen nieuw werk, als het goed is volgend jaar wél, maar van St Aubyn verscheen wat niet anders kan zijn dan het slotdeel van zijn memoir­achtige romanreeks At Last, in vertaling Eindelijk. Het is trouwens niet te hopen dat hij hiermee ook uitgeschreven is, maar dat zal wel niet. Genadeloos en diep menselijk tegelijk biedt St Aubyn alles wat je verlangt van literatuur: inzicht en ontzetting. Als ik er nu bij zou vermelden dat ik ook keihard heb gelachen bij zijn werk is het bijna alsof ik die ontzetting tenietdoe. Maar ze komen hier helemaal samen, de lach en ja, de traan.

Op Nederlands gebied werd ik verrast door twee debuten: M. van Shira Keller, en De kermis van Gravezuid van Hannah van Wieringen. Keller vertelt het immer aangrijpende verhaal van de ongemakkelijke liefde die beantwoord dreigt te worden. Van Wieringen openbaart de grote geheimen van dorpse levens. Ambitieuze vertellingen zijn het, sterk geschreven, vernuftig gecomponeerd; beide schrijfsters vinden op geheel eigen wijze opnieuw het wiel uit, de enige manier waarop iets gemaakt kan worden dat beklijft.

In frisheid worden deze debutantes hooguit geëvenaard door oude rot Kees 't Hart, die met Hotel Vertigo de ultieme leessensatie bewerkstelligt. Stel je voor hij had dit boek niet geschreven, dan was het er zomaar allemaal niet geweest, deze wereld, deze regels, deze neuroses.

 

Dodendans

Kees 't Hart over Jacob Groot, Adam Seconde, en Toon Tellegen, De optocht

De beste boeken van dit jaar verschenen ongeveer gelijktijdig in november. Allereerst de krankzinnige roman Adam Seconde van Jacob Groot waarin hij zowel Egmond aan Zee als pornografie bezingt en beschimpt.

Groot zet verwachtingen rond het begrip 'roman' met volle kracht op de tocht, terwijl hij toch trouw blijft aan de uitgangspunten van deze merkwaardige kunstvorm. Ga nu maar lezen. Wees niet bevreesd voor de zwarte literaire skipiste waarlangs dit boek je voert, bedenk dat in de Nederlandse literatuur zelden zulke parkoersen worden uitgezet. Waar dan ook. Dit boek leidt je langs liefdesverklaringen, dolle gekheid, een debat over pornografie zoals het nog niet vertoond is, seksuele strapatsen, rare ontboezemingen en platvloerse terzijdes. Als je alleen op de blauwe piste van de romankunst wilt blijven of op de kleuterbaan, dan is het natuurlijk niks, maar wie verder kijkt of wil kijken, komt niet bedrogen uit.

Toon Tellegen schreef met zijn dichtbundel De optocht een meesterwerk. Hij slaagde erin hiermee zijn niet geringe dichterlijke oeuvre van een nieuwe dimensie te voorzien. Maar je kunt hem ook lezen als een 'logische' voortzetting en verdieping van zijn eerdere werk. De bundel, met als onder­titel 'Verslag van een ooggetuige' beschrijft een niet-aflatende optocht van mensen, vrouwen, kinderen, dieren, jongens, meisjes, vertrapten, onschuldigen enzovoort, enzovoort. 'Daar komen mannen met hun pijnlijke tekortkomingen', 'En daar komen kinderen, ze zijn zo doorzichtig en zo ingewikkeld', 'Daar zijn zij die nergens meer voor in aanmerking komen', 'Daar zijn de jagers, de wijsgerig geschoolde hoeders van het recht van de sterkste'. In een niet-aflatende treurzang, eentje die zich laat lezen als een wonderbaarlijke dodendans, komt de wereld voorbij. Treurig, dwingend, geestig, onafwendbaar. 'Pats!' Daar gaan alle illusies. Kijk, ze komen eraan, wij zijn er ook bij, ja, jullie ook, we komen allemaal voorbij. Een schitterend episch gedicht dat klinkt als een klok en lang blijft nazingen.

 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum