Recensie: Verveling, zijn lust en zijn leven

30 november 2015 , door Pieter Hoexum
| | |

Peter Toohey is hoogleraar aan de universiteit van Calgary, afdeling 'Greek and Roman Studies'. En zo ziet hij er inderdaad uit: hoewel hij even goed door zou kunnen gaan voor boekhouder, apotheker of bibliothecaris. Iets droogs en saais in elk geval. Toch, als je beter kijkt, zie je iets in zijn ogen twinkelen. Er spreekt iets uit die bijna-glimlach die rond zijn lippen speelt. Niets ernstigs natuurlijk – we hebben niet te maken met een seriemoordenaar – maar juist iets leuks. En inderdaad, Toohey is een man met een hobby. Al jaren verzamelt hij alle informatie die hij maar kan vinden over verveling. En daarover heeft hij nu een uitermate onderhoudend, weelderig en toch handzaam boek geschreven: Boredom: A Lively History (nu vertaald als Verveling, door Peter Diderich, we hebben een uitgebreid fragment). Met veel plaatjes ook, gelukkig. Door pieter hoexum.

Plaatjes

Te zeggen dat het boek rijk geïllustreerd is, zou een understatement zijn. Overigens precies het soort understatement waarvan Toohey zich graag bedient, hij is afkomstig uit Australië en zijn schrijfstijl heeft iets Brits, met veel onderkoelde en droge humor. Maar toegegeven moet worden dat het boek eigenlijk niets anders is dan een lange reeks illustraties. Het is eerder een verzameling, een bloemlezing dan een boek. Toohey citeert en vertelt na uit zo ongeveer de gehele wereldliteratuur. Natuurlijk uit Oblomov en Madame Bovary, maar even makkelijk uit The Postman Allways Rings Twice en The Shining.

En dan hebben we het nog niet gehad over de echte plaatjes. Ook daarvan is het boek rijkelijk voorzien en ook daar zijn wonderlijke combinaties te vinden. Pal naast elkaar staan een portret van Victoria Beckham (Posh Spice) en een schilderij van Arnold Böcklin: Odysseus en Kalypso.

Victoria Beckham Arnold Böcklin, Odysseus en Kalypso

Harde noten

Er is natuurlijk van alles op het boek aan te merken aan te merken. Redacteuren bij de uitgeverij hebben hem vast lang lastig gevallen met gezeur over een 'rode draad' die ontbreekt, over 'het bos die men door de bomen niet meer kan zien'... enzovoorts. Allemaal gezemel, waar Toohey zich gelukkig niet veel van heeft aangetrokken. In dit boek wordt geen nieuwe, allesomvattende theorie over verveling ontvouwen, maar een vaag bekend terrein minutieus verkend. Juist door zo overstelpend veel voorbeelden te gebruiken komt het onderwerp tot leven, hoe paradoxaal dat in geval van verveling ook klinkt.

Toohey moet trouwens niet onderschat worden. Er worden in het boek wel degelijk harde noten gekraakt. Grootheden als Heidegger en Sarte, die zich immers uitgebreid met verveling hebben bezig gehouden, wordt hun plaats gewezen: de studeerkamer. Toohey durft zich af te vragen, met betrekking tot de veelbezongen zogenaamde 'existentiële verveling':

'Is [this] concept such a broad one, so general in its application, so umbrella-like in its inclusiveness, that it becomes a chimera? My opinion is that this is so. There may be too many dissimilarities between acedia, melancholia and nausea for them to have clear ties within lived experience. I suspect that this tradition is more the product of het intellect.

Of is het concept zo ruim, zo algemeen in zijn toepassing, zozeer een paraplubegrip in zijn alomvattendheid dat het een monstrum wordt? Volgens mij is dit laatste het geval. Het gebrek aan overeenkomst tussen acedia, melancholie en walging is waarschijnlijk zo groot dat ze in de praktijk van iemands leven geen enkele verwantschap zullen vertonen. Ik vrees dat deze traditie veeleer een voortbrengsel is van het menselijk verstand.'

Toohey verlaat dan ook regelmatig de studeerkamer om verveling in alledaagse werkelijkheid op zijn staart te kunnen trappen. Al met al vraagt Toohey herwaardering voor de gewone verveling, die je volgens hem niet af moet doen als kinderachtig maar waar je nu ook weer niet al te deftig over moet doen.

Badpak

Om ten slotte nog even op de plaatjes terug te komen. Het absolute hoogtepunt staat achterin het boek. Het is een foto van de ernstigste, meest Duitse filosoof van de twintigste eeuw (op Heidegger na dan): Theodoor Adorno. Het is niet zo maar een foto, maar een foto van Adorno in badpak. Jawel, in badpak.

Adorno in badpak.

Een boek met een foto van Adorno in badpak, dat kan niet slecht zijn. En een boek waarin die foto gepast, ja zelfs onmisbaar is, dat moet wel een goed boek zijn.

Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen verscheen in 2003. In 2012 verschijnt een boek van zijn hand over heimwee.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum