Recensie: Baanbrekend tijdschrift

30 november 2015 , door Martin Smit
| | | | |

Achteraf is het startpunt van daadwerkelijk creatief grafisch ontwerpen in Engeland makkelijk aan te wijzen: 1962. Toen begon Penguin met gedurfde omslagen, The Sunday Times met haar wekelijkse magazine en gingen artiesten zich zelf bemoeien met hun platenhoezen. Toen legde het Engelse tijschrift Anarchy (1961-1970) met haar baanbrekende en vooruitstrevende omslagen een basis voor de vormgeving van toonaangevende tijdschriften in de jeugd-, jongeren- en undergroundcultuur van de jaren zestig en zeventig. Daniel Poyner verzamelde onlangs in Autonomy alle omslagen van Anarchy. Door martin smit.

Tijdschriften als OZ (1967-1973) en IT (International Times, 1966-1972), maar ook het Nederlandse Hitweek (1965-1969) en Aloha (1969-1974), beide onder de bezielende leiding van Willem de Ridder, zijn zonder meer schatplichtig aan Anarchy, al heeft De Ridder het Engelse tijdschrift misschien nooit onder ogen gehad. De vernieuwende tijdgeest en de revolutionaire sfeer in de jaren zestig bood, vooral in de jongerenbewegingen, creatieve geesten de mogelijkheid te experimenteren met eigen, verfrissende ideeën en er bleek ook nog de mogelijkheid deze in de praktijk te brengen.

Het begin van creatief grafisch ontwerpen

In 1962 liet uitgeverij Penguin Books haar traditionele vormgeving achter zich en verschenen de pockets met meer gedurfde en experimentele omslagen. Ook startte The Sunday Times toen haar wekelijkse bijlage, een magazine geheel gewijd aan één thema, met omslagen, vormgeving en inhoud geheel afwijkend van alle krantenbijlagen die daarvoor werden gepubliceerd.

In dezelfde periode bedongen en kregen artiesten in de muziekindustrie meer invloed op de vormgeving van de hoezen van hun platen. Voor de hoes van With The Beatles (1963), bijvoorbeeld, koos de band zelf de fotograaf. De vormgeving van platenhoezen werd vanaf dat moment ondergraven door creatieve geesten die zich niet langer aan de leiband van de platenbazen wensten te onderwerpen. Het leek alsof in die tijd een creatieve vormgevingswolk neerdaalde op het Verenigd Koninkrijk. Anarchy maakt hier deel van uit.

Anarchy ontstond min of meer toevallig. Het Londense anarchistische collectief Freedom gaf sinds 1886 een gelijknamig weekblad uit, waarin vooral gereageerd werd op actuele gebeurtenissen. Eén van de redacteuren, Colin Ward (1924-2010), voelde zich echter door deze formule beperkt. Hij wilde een tijdschrift dat dieper zou ingaan op actuele thema's en waarbij anarchistische opvattingen beter tot uiting zouden komen. Hij zette Anarchy op, waarvan hij de enige redacteur was. Hij hield er een uitermate eigenzinnig redactieschap op na: iedere bijdrage werd zonder enige correctie of redactionele bemoeienis geplaatst. Bovendien kreeg de door Ward gevraagde grafische vormgever alle vrijheid. In alle opzichten was Anarchy een baanbrekend tijdschrift; zowel inhoudelijk, de onderwerpen die aan de orde kwamen, maar ook in de vormgeving van haar omslagen.

 

Verscheidenheid

Die vormgever was Rufus Segas. Hij verkeerde in anarchistische vriendenkringen, maar was in het dagelijks leven ontwerper van grafieken, diagrammen en staatjes voor het opinietijdschrift The Economist. Segas bleek de ideale omslagontwerper voor Anarchy. Met de thema's van het tijdschrift had hij affiniteit en in de vormgeving van de omslagen kon hij al zijn creativiteit kwijt. Segas was deels autodidact, maar leerde ook op de kunstacademie voor illustrator. Hij werd beïnvloed door de opmaak van nieuwe Engelse striptijdschriften als The Dandy en The Beano en cartoons in de krant The Daily Mirror en het satirische tijdschrift Punch.

Anarchy (het zou eerst Autonomy genoemd worden, vandaar de titel van het boek) bood een enorme verscheidenheid aan thema's: van onderwijs, verkeer, huisvesting, technologie, recht, verkiezingen tot muziek, psychiatrie, ouderschap, arbeiderszelfbestuur en het Nederlandse Provo. Rufus Segas probeerde zoveel mogelijk variatie in zijn omslagen aan te brengen. Bij voorkeur diende het volgende omslag compleet af te wijken van het vorige. Segas verliet ook het traditionele gegeven om de naam van een tijdschrift bovenaan het omslag te plaatsen, zoals nu nog steeds vaak gebeurt. Op zijn omslagen is het soms zoeken naar de titel van het blad. Grappig is dat hij wel iedere keer de prijs van het blad op de cover vermeldt: two shillings or thirty cents: 'Why don't you buy Anarchy for 2s. or 30c.?'

 

Vormgeving

Het formaat van het maandelijks verschijnende Anarchy was iedere keer hetzelfde: hoogte 21 centimeter, breedte 14 centimeter, maar Segas nam ook de achterzijde van het omslag mee in zijn ontwerp: voor- en achterzijde vormen een totaalontwerp. Daarom zijn in Autonomy die omslagen uitgeklapt opgenomen. Afgezien van de omslagen, geeft het boek ook achtergrondinformatie. In een interview, opgenomen in Autonomy, vertelt Segas hoe hij te werk ging: vooral 'uit de losse pols'. Hij nam een A4-tje en vervolgens maakte hij op zijn keukentafel het ontwerp: het lege vak met vier hoeken fungeerde als een soort speeltuin, vertelt hij. Soms deed hij er een half uur over, soms een dag. Hij maakte stripachtige tekeningen, collages, paste soms alleen belettering toe, dan weer maakte hij een cartoon of gebruikte hij knipsels of foto's (desnoods jeugdfoto's van hemzelf, bijvoorbeeld een klassenfoto met hemzelf over het thema onderwijs) of een blow-up van een foto, maar hij liet vooral zijn fantasie de vrije loop. In zijn eerste ontwerpen hanteert hij als achtergrond vooral de kleuren geel en rood, waarop hij improviseert met tekeningen, collages en tekst. Later zou hij meer en meer gebruik gaan maken van zwart-witfoto's en blow-ups van foto's.

Niet alleen legde Segas met zijn ontwerpen mede de basis voor een vernieuwende soort vormgeving voor alternatieve media in de jaren zestig en zeventig en de punk- en fanzines in de jaren tachtig, maar ook nu nog klinkt de echo van zijn werk door. Bijvoorbeeld in huidige onafhankelijke zines als Love is the lawDay Job en The Modernist. De makers van deze bladen zijn misschien niet eens op de hoogte van het werk van Segas, maar duidelijk is wel dat ze zijn navolgers zijn.

Martin Smit is redacteur van het tijdschrift de As, publiceerde artikelen in de As, de Parelduiker en Leovardia en is medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum