Recensie: De dromende realist

30 november 2015 , door Misha Velthuis
| | | |

Het is misschien wel de meest schizofrene baan ter wereld. Om de internationale gemeenschap werkelijk te vertegenwoordigen moet je constant met jezelf overhoop liggen. Of heel goed kunnen jongleren. In Interventies vertelt voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties en meesterjongleur Kofi Annan hoe hij het ene belang opgooide om het andere op te vangen. Zo laat hij zien wat er schuilgaat achter alle resoluties, persbijeenkomsten en krantenkoppen. Annan bewijst met zijn memoires eens te meer de overtuigingskracht waar hij als secretaris-generaal om werd geprezen. Door misha velthuis.

Van Ghana naar Bosnië

De talentscout die vlak na de onafhankelijkheid van Ghana de jonge ambitieuze studentenvertegenwoordiger Kofi Annan uitkoos voor het leiderschapsproject van de Ford Foundation had het misschien allemaal al voorzien: dat deze zoon van een pragmatische Ghanese zakenman zich van 1962 tot 1997 langzaam maar zeker zou opwerken van de laagste VN-rang tot secretaris-generaal. Als kind van de roerige Afrikaanse dekolonisatie zou Annan bij uitstek in staat blijken de idealen te waarborgen waar de VN vlak na de Tweede Wereldoorlog voor was opgericht: het beschermen van internationaal recht en het bevorderen van internationale veiligheid.

Annan start zijn memoires met een klein hoofdstuk over zijn jeugd, zijn vader en zijn vaderland. Maar voordat het echt persoonlijk wordt schakelt hij over naar zijn eigenlijke doel: het uit- en toelichten van zijn rol als VN-medewerker in de wereldpolitiek. Wat ging er mis? En wat ging er goed?
Voordat hij als secretaris-generaal werd beëdigd was hij al nauw betrokken bij enkele van de grootste smetten op de VN: de crises in Rwanda, Somalië en Bosnië. Annan vertelt over een tijd waarin de VN zwaar onderbezet de vrede moest handhaven op plekken waar die juist ver te zoeken was. De kloof tussen wat regeringen riepen en de middelen die ze bereid waren in te zetten was nog nooit zo groot geweest. Met onder andere de voor Nederland overbekende gevolgen in Srebrenica.

Morrelen aan soevereiniteit

Deze traumatische ervaringen hadden een grote impact op Annan, en overtuigden hem van de noodzaak de VN steviger te verankeren in de verdediging van mensenrechten in plaats van nationale belangen. Zo gaf hij als secretaris-generaal de aanzet tot de ontwikkeling van een nieuw interventiebeleid, dat bekend werd als 'The Responsibility to Protect'. Deze controversiële doctrine geeft de internationale gemeenschap het recht in gevallen van ernstige mensenrechtenschendingen militair in te grijpen, om zo nieuwe genocides zoals die in Rwanda te voorkomen. Het was een idee dat in het westen na de succesvolle NAVO interventie in Kosovo met open armen werd ontvangen.
Dat het gevaar bestond dat deze weloverwogen afbouw van staatssoevereiniteit misbruikt zou kunnen worden was Annan van het begin af aan duidelijk, maar de oorlog die de VS in 2003 in Irak startten was daar wel het zwartste bewijs van. In een uitgebreid hoofdstuk doet hij verslag van de aanloop naar deze oorlog, inclusief de vele spanningen tussen de VN en de regering Bush.

Annan en de VS

De relatie tussen Annan en de VS is misschien wel de interessantste lijn door het boek - een onderwerp dat hij zelf niet speciaal uitlicht. Annan, die zichzelf een dromende realist noemt, ziet het als de taak van de VN om tegenwicht te bieden tegen 'het recht van de sterkste', maar realiseert zich dat ook de VN nooit een gelijk speelveld zal kunnen creëren. Om de VN slagvaardig te houden is hij afhankelijk van de VS, maar om haar bestaansrecht te waarborgen moet hij de Amerikaanse eisen regelmatig in de wind slaan. Het is zoals hij zelf één van zijn missies omschrijft '[…] een staaltje balanceerkunst […] op een uiterst breekbaar koord dat geweven was uit een tiental losse draden'. Je kunt niet anders dan respect hebben voor de manier waarop Annan - deels om pragmatische redenen - decennialang zoveel sleutelfiguren te vriend heeft kunnen houden. Tot nu toe dan. Want onder andere George W. Bush en zijn regering krijgen het er in dit boek van langs. Die twee zullen elkaar niet snel uitnodigen voor een kopje koffie:

'"Yo, Blair, hoe gaat-ie?" Zodra ik die eerste woorden las van een gesprekje tussen George W. Bush en de Britse premier bij de G8-top in Sint-Petersburg in juli 2006, opgepikt door een microfoon die per ongeluk aanstond, dacht ik aan Blair, en ik wist gewoon dat hij ineengekrompen moest zijn van ellende.'

Kleine details

Het zijn zulke kleine alledaagse details die Annans boek de moeite waard maken. Op het nieuws gaan vredesonderhandelingen over regeringen of landen, maar achter de façades van paleizen en glazen wolkenkrabbers gaat een wereld schuil van cruciale lunches, telefoontjes, vriendendiensten, beledigingen, faxen en autoritjes. Het draait niet alleen om geopolitieke belangen, maar ook om welke minister er dicht genoeg bij de ambtswoning van Annan woont om zomaar op de koffie te komen, en hoe de stoelen in een onderhandelingsruimte zijn gerangschikt. Zo geeft Annan een kijkje in de keuken van de internationale crisisdiplomatie. Niet alleen in Irak, maar bijvoorbeeld ook in Oost-Timor, de Levant (onder andere Israël, Palestina, Libanon, en Syrië) en Kenia.

Wie geïnteresseerd is in de man achter de stropdas komt bedrogen uit. Interventies is geen kijk in de ziel van een diplomaat. Dat zou Annan ook niet passen. In plaats van naar zijn navel te staren heeft hij zijn memoires aangegrepen om zijn professionele idealen nog eens te etaleren. Ergens tussen de lezers van zijn boek en de toehoorders van zijn lezingen zit immers mogelijk de aankomende secretaris-generaal 2040-2048. En zou het geen mooie interventie zijn om die aan te sporen dit jaar te starten als VN-medewerker laagste rang?

Misha Velthuis studeerde Fysische Geografie (BA) en Politicologie, richting Internationale Betrekkingen (MA). Momenteel werkt hij als gastonderzoeker op de School of Oriental and African Studies in Londen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum