Recensie: In de voetsporen van de oude cartografen

30 november 2015 , door Godeke Donner
| | | |

Sinds de Tom Tom het voor het zeggen heeft, lijkt de landkaart in onbruik geraakt. De gps stuurt je feilloos door elk af te leggen traject. Dat doet iets met de manier waarop wij ons door het ons omringende landschap verplaatsen, zeggen de makers van Wandelingen der Nederlanden. In navolging van de oude kaartmakers lopen zij, Joyce Roodnat en Kester Freriks, dwars door Nederland om de schaal ervan te proeven en om de verschillen en overeenkomsten tussen nu en 200 jaar geleden aan den lijve te ondervinden. Door godeke donner.

Roodnat publiceerde verschillende boeken over haar wandelingen in Nederland, zoals Ik wandel dus ik besta. Freriks schreef, als groot vogelkenner, De Valk en hij stelde een compendium samen van alle vogels in Nederland, Vogels kijken. In 2010 ging hij in Verborgen wildernis op zoek naar ongerepte natuur in Nederland. Ook in dat boek is er, net als in Wandelingen der Nederlanden, aandacht voor het landschap in combinatie met de onderliggende cartografie.

Pleidooi voor de menselijke maat

Het dilemma van de wandelaar in een hem omringende gemotoriseerde wereld wordt goed onder woorden gebracht door Paul Salopek, een Engelse beroepswandelaar die op 't ogenblik in opdracht van The National Geographic Society rond de wereld loopt. Zijn verslagen zijn te lezen op Outofedenwalk.nationalgeographic.com. Hij zegt dat de auto onze maat is geworden als we ons verplaatsen. We hebben een 'auto-brein' gekregen. Aangedreven verkeer is de norm, de voetganger is de uitzondering. Maar waren we fysiek niet van oudsher bedoeld om ons met hooguit vijf kilometer per uur te verplaatsen?

Zo was het in elk geval nog tweehonderd jaar geleden toen de net ingehuldigde Koning Willem I besloot dat zijn koninkrijk in kaart moest worden gebracht. Landmeters en cartografen togen aan het werk. De negendelige Atlas der Neederlanden (tot februari 2014 geëxposeerd bij de Bijzondere Collecties van de UvA) bestaat uit honderden kaarten die nu in facsimile zijn uitgegeven. Alle gronden en wateren die tot het koninkrijk behoorden, werden met de hand vastgelegd. In Wandelingen der Nederlanden wordt de lezer uitgenodigd mee te wandelen op basis van die oude kaarten. Freriks en Roodnat liepen ieder afzonderlijk twaalf wandelingen die aan de hand van de oude atlas door Erik van Zuylen werden uitgezet en op moderne kaarten gemarkeerd; per provincie zijn dat twee, wat de makers 'representatieve' wandelingen noemen. De bonustrack is een zeiltocht van Monnickendam naar Hoorn en terug aan de hand van oude navigatiekaarten van Nicolaas Witsen.

Eigenlijk is dit prachtige boek een pleidooi voor de menselijke maat. In 1813 legde een landmeter in één dag zesendertig kilometer te voet af. Onder toeziend oog van de gemeentelijke autoriteiten stelde hij grenzen en kavels vast die vervolgens werden opgetekend in de atlas. Roodnat:

'Mannen in lange jassen volgen elkaar in ganzenpas. Onder de randen van hun zwarte hoeden zien hun wangen rood van de wind. In marstempo lopen ze, zo blijf je warm. Af en toe moeten ze wachten, stampvoetend met hun koude voeten, terwijl de landmeter zijn werk doet. Met gebogen schouders tuurt hij door zijn theodeoliet op de houten driepoot. Ik hoop zo voor ze dat ze al wachtend, voor mijn part huns ondanks, de schoonheid van deze Drentse toendra zagen. Want die is ook nu nog verpletterend.'

Proef op de som

De formule werkt uitstekend: eerst een historische overzichtskaart van de provincie, dan de gedetailleerde versie, de beschrijvingen van de wandeling erbij en tenslotte de actuele topografische kaart met de te lopen route. Ik heb de proef op de som genomen en de Ablasserwaard in Zuid-Holland uitgekozen, geïnspireerd door de aanstekelijke manier waarop Roodnat over dit 'ommetje rond de Kinderdijk' vertelt.

Op een gure maandagmiddag in december liggen de 19 molens langs de Kinderdijk er sprookjesachtig bij. In de mist rijzen ze boven de velden uit. Er is geen sterveling te bekennen. Het gaat over hekken, door soppig weiland en via bruggetjes, een wandeling van ruim twee uur. Van een mooie anekdote voorzien door Roodnat, over het ontstaan van de naam Kinderdijk: in 1421 kwam het land tot aan de dijk onder water te staan tijdens de Elizabethsvloed. In de storm spoelde een wiegje aan. Het sloeg niet om, want een kat hield het in evenwicht door heen en weer te springen op de randen ervan. Zo werd het kindje gered en heet het dorp waar het aanspoelde Kinderdijk.

Soms is de oude situatie totaal gewijzigd. Waar zee, moeras of ander water was, is land ontstaan. Of omgekeerd. De oorspronkelijke Hondsbossche Zeewering ligt onder de zeespiegel. Waar nu golven rollen, lag begin negentiende eeuw vaste bodem voor vee en hoeves. En daar waar de zee eens tekeer ging, leidt nu het IJsselmeer. Met behulp van een oude zeekaart uit de Atlas der Neederlanden navigeert Freriks het zogenaamde 'waarschip' Augustus eroverheen. Met noordwestenwind zeilt hij in twee strakke rakken van Monnickendam naar Hoorn. Heen scherp aan de wind; terug ruim en half aan de wind. Getijdenwisseling kent het IJsselmeer niet meer sinds de afdamming van de Zuiderzee in 1932. 'Alle krachten opgeteld van wind en zeilen, scheepsvorm en waterstroom, laten zeilschepen sinds het verre verleden voortgaan over het water van de Zuiderzee en verder, naar afgelegen gewesten en uithoeken op de wereldkaart.'

Dit kloeke, schitterend uitgegeven boek is hiervoor bedoeld: kies er maar een mooie bestemming uit. Wat te denken van de vesting Bourtange in Groningen, de enclave Baarle-Nassau (op de kaart van 200 jaar geleden natuurlijk nog in zijn geheel vallend onder het Koninkrijk) of het landgoed Twickel bij Delden en zijn strenge, formele Franse tuin. Het achterliggende bosgebied is een ontwerp van landschapsarchitect Petzold 'die in de late negentiende eeuw het landgoed aanpaste aan de nieuwe Engelese landschapsstijl: geen rationele lijnen, maar grillige waterpartijen, slingerende paden, de wereld als een park waarin je op beschaafde wijze kon verdwalen,' schrijft Freriks.

Na het lezen van al deze zintuigelijke beschrijvingen zit er niets anders op dan de wandelschoenen aan te trekken en op pad te gaan in de voetsporen van de oude cartografen. Neem een kopietje van de aanstekelijke beschrijving van Roodnat en Freriks mee èn van de bijbehorende kaart met ingetekende route. Gps geheel overbodig.

Godeke Donner studeerde Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap en schreef boekrecensies voor verschillende kranten.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum