Het is jammer dat John Sutherlands A Litte History of Literature niet als luisterboek beschikbaar is. De persoonlijke, wat grootvaderlijke toon waarmee de auteur je door de geschiedenis van de literatuur heen leidt, gecombineerd met het overduidelijk Britse karakter van het werk, zou misschien nog wel beter tot zijn recht komen als het voorgelezen werd. Maar het boek lezen is ook een bijzondere ervaring. Met zijn enthousiasme weet Sutherland je moeiteloos mee te slepen in zijn reis langs de literatuur, van Sir Gawain and the Green Knight tot de Harry Potter-serie. Door korneel de ruiter.
A Little History of Literature is opgebouwd uit essays van zo'n zeven pagina's, waarin Sutherland op toegankelijke wijze diverse onderwerpen behandelt. Deze variëren van individuele auteurs - waaronder William Shakespeare en Jane Austen - tot stromingen en genres als modernisme, epiek en kinderboeken. Enkele hoofdstukken zijn algemener en belichten diverse aspecten van het literaire landschap, van censuur tot 'guilty pleasures'. Wat het onderwerp ook is, de waarde van lezen en literatuur staat nooit ter discussie: Sutherland is er heilig van overtuigd dat literatuur goed is voor ons, en hij begrijpt maar al te goed dat de enige manier om dat over te brengen een onvoorwaardelijk enthousiasme is.
Uiteindelijk vormen de, grotendeels in chronologische volgorde gepresenteerde, stukken een persoonlijk, uniek mozaïek van de literaire geschiedenis. De inleidingen op auteurs en werken zijn vrijwel altijd enthousiasmerend en toegankelijk. Sutherland besteedt ruim voldoende aandacht aan onderliggende sociale en culturele ontwikkelingen en de veranderende plaats van literatuur in de samenleving, waardoor ook zijn beschrijvingen van oudere werken voldoende context krijgen. En dat alles in helder, luchtig proza - zie bijvoorbeeld de fantastische manier waarop hij Thomas Hardy introduceert:
'Imagine you could create something called the "Literary Happiness Scale", with the most optimistic authors basking in sunshine at the top and the most pessimistic authors sunk in gloom at the bottom. [...] At the very bottom of the happiness scale, indeed arguably below its zero point, would be Thomas Hardy.'
Wel schiet hij af en toe door in zijn biografische schetsen van de auteurs. 'And knowing what lay behind these novels helps us as readers to appreciate that greatness,' concludeert hij zijn essay over Charlotte Brontë en, in mindere mate, haar romans. Deze gedachte ligt aan meer essays ten grondslag - niet vreemd, gezien Sutherland eerder Lives of the Novelists: A History of Fiction in 294 Lives publiceerde. Deze nadruk op de life and times levert een groot aantal mooie syntheses, bijvoorbeeld in de verhandeling over werk en leven van Virginia Woolf. Maar af en toe schiet Sutherland uit de bocht. Zoals in zijn essay over de romantici, waarin hij probeert hun levens en ideologie te verenigen en hierdoor niet tot de kern van hun ideeën weet te komen.
Maar je bent snel geneigd om Sutherland zijn soms wat overbodige uitweidingen te vergeven, juist omdat alles het resultaat lijkt van zijn onvoorwaardelijke passie voor literatuur. Zo vergeef je hem ook dat zijn 'little history' vaak vooral een geschiedenis van de Britse literatuur is, wat met name ten koste lijkt te gaan van de Duitse literatuur (van Goethe, de Duitse romantici en Thomas Mann ontbreekt vrijwel ieder spoor). Paradoxaal genoeg zit juist in deze omissies ook de kracht van het werk: Sutherland heeft niet de pretentie volledig of objectief te zijn, maar levert een eigen geschiedenis van literatuur, die zich juist daardoor onderscheidt van andere literatuurgeschiedenissen.
In het inleidende hoofdstuk vertelt Sutherland dat zijn boek niet als handleiding, maar als advies gelezen kan worden. Daarmee raakt hij direct de kern van A Little History of Literature, dat vooral een uitstekende aansporing is om zelf op ontdekkingstocht te gaan. Dankzij Sutherlands persoonlijke benadering wordt lezen over literatuur niet saai, integendeel: het voelt alsof een eloquente, oudere, door en door Britse man je persoonlijk probeert te overtuigen van de lezenswaardigheid van de hoogtepunten uit de literaire geschiedenis.
Korneel de Ruiter studeert Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en liep stage bij Athenaeum.nl.