Recensie: Lofzang op de zwaartekracht

30 november 2015 , door Pieter Hoexum
| |

Het was vandaag heerlijk weer, het zonnetje scheen en een aangenaam briesje dreef zachtjes enkele wolken langs een diepblauwe hemel. Toch waren dit typisch de weersomstandigheden die het dichter Ingmar Heytze tot voor kort onmogelijk zouden hebben gemaakt ook maar een stap buiten zijn deur te zetten. Heytze leed namelijk aan agorafobie, pleinvrees, die hem vooral bij mooi weer - als je met recht kunt spreken van hoge luchten - parten speelde. Inmiddels is hij daar (grotendeels) van genezen. Over het genezingsproces schreef hij een bijzonder mooi boek: Reisoefeningen. Door pieter hoexum.

Reisangst

Heytze noemt zijn fobie zelf 'hodofobie', reisangst. Ik weet eigenlijk niet of dat wel de goede term is. Wel was het zo dat hij, als hij van huis was, en dat hoefde niet eens zo ver te zijn, overvallen werd door bijzonder heftige aanvallen van acute heimwee. Hij raakte volkomen in paniek bij de gedachte niet meer naar huis terug te kunnen. Nooit meer... Eeuwig zou hij doelloos moeten rondzwerven. Toch blijkt uit het boek dat hij juist van reizen hield en graag op reis wilde kunnen. Heytze vreest het reizen niet, maar is er gevoelig voor, overgevoelig, kun je zeggen, want een ommetje door de buurt voelde voor hem al als een reis.

Heytze beschrijft fraai hoe hij langzaam maar zeker met die overgevoeligheid leert leven. Hij oefent zich in het reizen: hij trekt er met zijn scooter en later zelfs met een auto, steeds verder op uit (Reisoefeningen is een uitbreiding van het in 2005 verschenen Scooterdagboek). Ondertussen bezoekt hij ook een bonte stoet deskundigen, psychologen en therapeuten, waarvan sommigen hem helpen de oorsprong en oorzaak van zijn fobie te vinden. Die moet volgens hen gelegen zijn in een jeugdtrauma.

Dat blijkt uiteindelijk helemaal niet nodig. Uiteraard niet, want de reisangst is niet iets onverklaarbaars, iets geheimzinnigs dat slechts uitgelegd zou kunnen worden door iets nog geheimzinnigers: een verdrongen jeugdtrauma. Zo onredelijk is reisangst toch niet? Als er iets vreemd is, dan is het toch dat niet iedereen eraan lijdt. Maar Heytze vond zichzelf een aansteller en schaamde zich diep voor zijn afwijking. Hij was bang voor zijn angst. Het schrijven van het boek is dan ook ongetwijfeld therapeutisch geweest. Dat maakte de angst beheersbaar en niet meer allesbepalend.

Zwaartekracht

Verhelderender dan enkele jeugdherinneringen is Heytzes uitgebreide en pijnlijk nauwkeurige beschrijving van de eerste grote paniekaanval. Ogenschijnlijk was er niets aan de hand: Heytze zat in een trein en keek wat naar buiten. Het was mooi weer. Hij zag hoe onder een hoge, wolkeloze hemel in een groot weiland enkele schapen stonden te grazen. Maar juist deze gewone toestand verbaasde Heytze. Je zou het ook een acute vorm van verwondering kunnen noemen.

Waar de dichter zich met name over verbaasde en wat hem grote zorgen baarde, was dat die kleine schapen in dat grote weiland blijven staan. Wat houdt ze op hun plek? Waarom zweven ze niet die grote eindeloze blauwe ruimte boven hen in? 'Opeens vraag ik me af hoe het eigenlijk kan dat bij zoveel leegheid alles en iedereen maar aan de aarde blijft hangen. Dat blijkt een ongelukkige gedachte, die ik niet meer van me af kan zetten.' Waar Heytze zich over verbaasde was de zwaartekracht, die geheimzinnige kracht die ons aan de aarde gebonden houdt, die zorgt dat we niet het oneindig grote heelal in zweven, zonder ooit nog terug te kunnen keren. Zolang hij niet over de zwaartekracht nadacht was er niets aan de hand, maar als eenmaal het zaad van de twijfel gezaaid is...

Vissen en schapen

De paniek die Heytze overvalt is de paniek die een vis overvalt als die zich plotseling afvraagt waarom hij niet verdrinkt. De vraag naar water is voor een vis zo vreemd als onze vraag naar zwaartekracht. Die vraag is vreemd in de zin van 'zeldzaam', maar ook nogal vervreemdend. Toch is het nu ook weer niet zo'n gekke vraag. Natuurkundigen vragen zich het al af sinds mensenheugenis, met als toch wel verontrustend resultaat dat ze het nog niet steeds niet echt weten. Het gekke is dus niet dat Heytze het zich afvraagt, maar dat wij ons het bijna nooit afvragen. Overigens merkte ik, toen ik het citaat van Heytze in het boek opzocht, dat ik het verhaal van zijn eerste grote aanval van reisangst enigszins verkeerd heb naverteld: die schapen heb ik er bij verzonnen, bij Heytze is het juist een leeg weiland. Toch laat ik het maar zo, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen die schapen weer te schrappen.

Met Reisoefeningen schreef Heytze een bijzonder welluidende en aangenaam bescheiden, hoewel soms ook verontrustende, maar bovenal zeer verdiende lofzang op de zwaartekracht. Het is een enigszins besmettelijk boek geworden; niet dat ik nu zelf aan reisangst lijdt, niet meer dan daarvoor althans, maar het heeft mij wel een gravitatofiel gemaakt.

Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen verscheen in 2003, begin 2014 verschijnt Kleine filosofie van het rijtjeshuis. Hij heeft nu een website, pieterhoexum.wordpress.com.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum