Recensie: Manns liefdevolle ironie

10 november 2012 , door Jerker Spits
| |

Er is een nieuwe vertaling van De Toverberg (Der Zauberberg), het magnum opus waarmee Thomas Mann, samen met zijn debuut Buddenbrooks, zijn roem als een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw vestigde. De roman over Hans Castorp die blijft hangen in het Zwitserse sanatorium behoort tot de boeken die iedereen gelezen zou moeten hebben. Met de nieuwe, zuivere en soepele vertaling van Hans Driessen is er eigenlijk geen excuus meer.

N.B. Lees ook Connie Palmen over Doctor Faustus. En een fragment uit Jozef en zijn broers

Zeven jaar

Bij een bezoek aan zijn neef in het internationale sanatorium Waldhof in het Zwitserse Davos raakt de jonge Duitser Hans Castorp in de ban van de ‘Toverberg’ en zijn bewoners. Hij blijft er zeven jaar hangen. Als ‘zorgenkind van het leven’ maakt hij een ontwikkeling door, waarbij achtereenvolgens de humanist Ludovico Settembrini, de militante Jezuïet Leo Naphta en de levensgenieter Mijnheer Peeperkorn de rol van geestelijk mentor spelen.

De Toverberg (1924) brengt de Europese elite in beeld aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, de donderslag waarmee de roman eindigt. Voor Thomas Mann vormde deze lijvige roman, begonnen na een bezoek aan zijn vrouw Katia die kuurde in Davos, de terugkeer naar de literatuur. De terugkeer ook, na een tijd van politieke essays, naar de liefde en het lichaam.

Historisch patina

Het verhaal van Hans Castorp mag dan ‘met een historisch patina overtrokken’ zijn, de nieuwe vertaling van door het Letterenfonds bekroond vertaler Hans Driessen is vlot en toegankelijk, zonder gewild eigentijds te zijn. ‘In het hartje van de zomer reisde er een eenvoudig jongmens van zijn vaderstad Hamburg naar Davos-Platz in het Graubündense land. Hij was van plan er drie weken te blijven,’ begon Pé Hawinkels zijn vertaling uit 1975. Hans Driessen vertaalt:

‘Midden in de zomer reisde een eenvoudige jongeman van zijn geboortestad Hamburg naar Davos-Platz in Graubünden. Hij ging er voor drie weken op bezoek.’

Dat is zuiver en soepel. De vertaling kent ook een prettig ritme en rijm die het Duitse origineel met gevoel voor ironie omzet, bijvoorbeeld als het gaat om de ‘vochtminnende meteorologie’ van Castorps geboortestad Hamburg, met zijn ‘wind en waterdamp’. Slechts een enkele keer komt het net iets te vlot over. ‘Oké dan,’ zegt de jonge Castorp in hoofdstuk 3 tegen Settembrini.

Nabokov en Mann

Nabokov rekende Thomas Manns werk tot ‘thematische troep ofwel wat door sommigen wordt aangeduid als ideeënliteratuur […] die in enorme blokken gips voorzichtig van tijdperk naar tijdperk wordt overgebracht’. Wat je bij het lezen van De Toverberg opvalt, is juist de rijke, zintuiglijke stijl van Thomas Mann: in de sfeervolle herinnering aan de jeugd van Hans Castorp, in het gloedvolle verlangen naar de geheimzinnige Russische schone Klavdia Chauchat, in de liefdevolle ironie waarmee Thomas Mann zijn figuren beschrijft.

Een voorbeeld daarvan is het hoofdstuk ‘Afgeslagen aanval’. Dat gaat over Hans Castorps oom, de gedisciplineerde consul James Tienappel. Die is vastberaden vertrokken en wil zijn neef zo snel mogelijk terug naar het laagland halen. Maar op de Toverberg verliest hij al snel zijn evenwicht:

‘… op zondagavond, na het souper, in de hal, had de consul, dankzij een gedecolleteerde, met pailletten versierde zwarte japon die ze droeg, de ontdekking gedaan dat mevrouw Redisch borsten bezat, matblanke, stevig samengeperste vrouwenborsten waarvan de gleuf tamelijk ver zichtbaar was geweest, en deze ontdekking had de rijpe en keurige man tot in het diepst van zijn ziel aangegrepen en in vervoering gebracht, alsof het hier om een volledig nieuwe, onvermoede en ongehoorde ontdekking ging.’

James Tienappel is echter genoeg bij zinnen om te doen wat Hans Castorp naliet: hij kiest het hazenpad en is op een ochtend in alle vroegte vertrokken naar Noord-Duitsland.

Filosofische disputen

Is het dan alleen maar genieten? Nee, want bij een roman van bijna duizend bladzijden zit je als lezer niet altijd op het puntje van je stoel. Door menig filosofisch dispuut tussen Settembrini en Naphta had een redacteur vandaag een streep gehaald. De gedachten van Settembrini mogen dan al snel bekend, de beschouwingen over de vroeg twintigste-eeuwse medische wetenschap wijdlopig, de zinnen soms buitensporig lang zijn, het blijft Thomas Mann: diepgaand, Duits, met een liefdevolle ironie. Ontroerend zijn de passages waarin Hans Castorp en zijn neef zich ontfermen over hun zieke medebewoners; gevoelvol de beschrijvingen van de laatste dagen van Hans Castorps neef.

Dus laat de dagelijkse mix van nieuwtjes en roddels even voor wat het is, en je zult de verteller van De Toverberg gelijk geven in zijn mening ‘dat alleen het grondige echt onderhoudend is’.

Jerker Spits is germanist.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum