Recensie: Nero, een populaire keizer?

30 november 2015 , door Lujzika Adema van Kooten
| | |

Moedermoordenaar, brandstichter, wreed keizer. Dat kan er maar één zijn: Nero. Er zijn weinig figuren die zo tot de verbeelding spreken als hij. Maar zouden zijn tijdgenoten hun keizer ook hebben herkend in zulke felle bewoordingen, of zijn ze vooral een product van de van hem vervreemde elite, inclusief de schrijvers die daaronder vielen? Historicus en archeoloog Sam Van Overmeire poogt in Nero. Drie gezichten van een populaire keizer de ware Nero te laten zien. Dat is zinnig en verhelderend, al is zijn betoog niet altijd sterk. Door lujzika adema van kooten.

In veel publicaties is het beeld dat van Nero wordt geschetst overwegend negatief. Niet voor niets: de man staat bekend om zijn brute christenvervolgingen, gestoorde moeder-zoonrelatie en het in brand steken van Rome - waarbij hij dansend en zingend zou hebben toegekeken. Overzichtswerken zoals Scarres Chronicle of the Roman Emperors focussen vanwege het beperkte aantal pagina's dat aan een keizer kan worden besteed, vooral op deze 'hoogtepunten', met als gevolg dat telkens dezelfde gruweldaden worden opgerakeld, zonder enige vorm van nuance. Ook in Nero & Seneca. De despoot en de denker van Anton van Hooff wordt vooral de duistere kant van de keizer belicht, met Seneca als 'het bekendste slachtoffer van Nero's terreur' en een goedkeuren van het feit dat de moordenaar zelf ook een gruwelijke dood moest ondergaan: 'Zijn ellendige zelfdoding gold als het verdiende einde van een tiran.'

Gruwelijkheden genuanceerd

Het rehabiliteren van figuren uit de oudheid die bekend staan om hun wreedheid, krankzinnigheid of andersoortig kwaad, lijkt een trend in recente publicaties. Zo is er de biografie van keizer Caligula door Aloys Winterling, die het negatieve imago van de keizer overtuigend bijstelt. De keizer die zo gek was dat hij zijn paard tot consul maakte, blijkt een sarcast die zijn verheven positie inwreef bij de senatoriele elite en hun ambt belachelijk maakte door zijn paard ook geschikt te achten voor de functie. Het werd hem niet in dank afgenomen: de elite nam wraak door hem te herinneren als die gek die zijn paard als consul nam. Een ander voorbeeld is Matthew Dennison met zijn biografie van Livia, de vrouw van Augustus, die de geschiedenis is ingegaan als een machtsbeluste gifmengster, maar die vanuit ander oogpunt bezien heel wat minder kwaadaardig blijkt.

Dat kan ook voor Nero, moet Sam Van Overmeire gedacht hebben. En hij heeft gelijk. Want waarom zouden we blind vertrouwen op literaire verslagen van hooggeplaatsten zoals Tacitus en Suetonius? Auteurs als deze kwamen uit een homogeen milieu van hooggeplaatste senatoren en belichtten Nero dientengevolge vanuit een gekleurd perspectief. Voor hen was hij een despoot die zijn macht niet verdiend had en zich bovendien inzette voor persoonlijk gewin en krankzinnige doeleinden. Was Nero echt zo slecht, of is het ook in zijn geval een resultaat van zijn niet altijd even handige omgang met de senaat, die ervoor heeft gezorgd dat zij die schrijven en dus invloed hebben, zich tegen hem keerden? Was Nero misschien tijdens zijn heerschappij wel degelijk populair?

De andere kant

'Probeer het u maar voor te stellen: u wandelt rond in het Rome van de eerste eeuw en hoort burgers lof spreken over de beruchte Nero! Het is ook voor mij een interessante, bijna provocerende, gedachte. Voor het plebs was en bleef de keizer in elk geval een held die hun leven een stuk draaglijker had gemaakt met feesten, geschenken en publieke bouwwerken.'

In plaats van op literair werk, baseert Van Overmeire zich op archeologische bronnen: opgravingslocaties, inscripties en munten. In de interpretatie van Van Overmeire tonen deze stille getuigen een keizer die gul was, veel rondreisde en bovendien de kunsten sponsorde. Dit alles tot grote vreugde van het volk. Zo blijkt Nero tijdens zijn heerschappij een heel ander mens dan in de reconstructie na zijn dood. Als laatste keizer van het Julisch-Claudische huis was hij een makkelijke prooi voor zijn opvolgers om weg te worden gezet als tiran, die zij dus terecht verdreven hadden. De door Nero gepasseerde eliteleden vereeuwigden vervolgens zijn negatieve imago, en het is niet vreemd dat ook christelijke auteurs het beeld van Nero als krankzinnige graag kracht bijzetten. Hij was immers de eerste keizer die de christenen zwaar vervolgde, na hun de schuld te geven van de brand van Rome in 64.

In de verdediging

Het is verhelderend om een andere kant van Nero uitgediept te zien. Maar bij vlagen is het boek wel erg verdedigend. Bewijzen tegen Nero's populariteit worden al te gemakkelijk aan de kant geschoven ('Het is een oneerlijke beschuldiging, zoals altijd passend in het denken van de antieke schrijvers'), terwijl niet al te zekere bewijzen vóór Nero's populariteit juist te gemakkelijk worden geaccepteerd (een satirische lofscène bij Petronius wordt serieus genomen). Van Overmeire had er beter aan gedaan bewijzen voor zijn stelling net zo kritisch te behandelen als bewijzen tegen zijn stelling. In de herinterpretatie van Van Overmeire is Nero wel erg barmhartig: 'Van enige uitzonderlijke wreedheid kan de keizer niet beschuldigd worden.' Dat roept vragen op, die hij niet altijd bevredigend weerlegt. Zijn moeder vermoord? Ja, maar hij kon niet anders! Rome in brand gestoken? Ja, maar dat is niet waar! Seneca vermoord? Ja, maar Seneca mocht het eervol zelf doen! Zijn vrouw Octavia gedood? Ja, maar hij was verliefd op een ander, en Octavia was onvruchtbaar èn Henry VIII deed 't ook! Dat het beeld van Nero genuanceerd moet worden en dat we niet alleen op roddeljournalist Suetonius moeten vertrouwen, is zeer terecht. Maar om antieke schrijvers rücksichtslos af te schrijven, of om te zeggen dat Nero kan dienen als voorbeeld van hoe het moet, gaat te ver.

De schrijver maakt goed gebruik van munten en inscripties, illustreert alles scherp en waar mogelijk in de originele taal en presenteert een extensieve bibliografie. Helaas bevat het boek niet alleen een aantal spel- en typfouten, ook is de stamboom een misser. Want waarom is gekozen voor een wat wazig ingescande, Engelstalige stamboom, in plaats van er zelf een te maken, is mij een raadsel. Storender nog is de topografische begeleiding. De kaart aan het begin van het boek is niet alleen vanuit esthetisch opzicht van laag niveau, ook aan de praktische waarde wordt niet voldaan: veel in het boek genoemde plaatsnamen staan er niet in. Een boek over een keizer die niet per se bekend staat om zijn veldslagen hoeft niet uitgebreid gelardeerd te worden met gedetailleerde wereldkaarten, maar dit is het andere uiterste.

Brood en Spelen

Nero is een uitgebreid verslag van de heerschappij, het leven en de persoon van Nero, waarin de historische van de literaire Nero wordt losgeweekt. Het is goed dat dat gebeurt: dergelijke kritische geluiden en diepgravend onderzoek waarbij meer factoren in ogenschouw worden genomen dan alleen antiek literair werk, zijn uiterst zinvol. Het is alleen jammer dat de auteur enkel negatieve bronnen kritisch gebruikt. In dat opzicht doet hij precies wat hij de klassieke auteurs verwijt: objectiviteit laten varen om een eigen punt te bewijzen. Toch zet het boek aan tot denken. Waarom zou het volk tegen Nero zijn geweest? Zij hadden dankzij hun anonimiteit relatief weinig te vrezen van de keizer, die hen wel begiftigde met graan, geld en spelen. Brood en spelen, daar maak je jezelf populair mee. In de letterlijke zin van het woord dan: populair, bij het populus. En zo maakt Van Overmeire het wel degelijk aannemelijk dat Nero een populaire keizer is geweest. Wat dat betreft: missie geslaagd.

Lujzika Adema van Kooten is classicus en rubrieksbeheerder Klassieke Oudheid bij Athenaeum Boekhandel.

pro-mbooks1 : athenaeum