Recensie: Rijke bundel over meer dan het Binnenhof

30 november 2015 , door Bram Mellink
| | | |

De bundel Omstreden democratie, geredigeerd door de Nijmeegse historicus Remieg Aerts en de politicoloog Peter de Goede, is het sluitstuk op het gelijknamige wetenschappelijke onderzoeksproject waaraan maar liefst vijfenvijftig onderzoekers hebben gewerkt. Gezamenlijk onderzochten zij de geschiedenis en de werking van de Nederlandse democratie. Hun richtsnoer was de overtuiging dat democratie een 'essentially contested concept' is: een begrip waarover per definitie ruzie wordt gemaakt. De bundel belicht de conflicten over democratie vanuit drie invalshoeken: de geschiedenis van de democratie, haar relatie tot de media en haar inherente paradoxen. Door bram mellink.

In mei 1968 kruisten de liberale minister Carel Polak en Hubert Kronenburg van de Boerenpartij de degens in de Tweede Kamer. Zij debatteerden over het liberale vreemdelingenbeleid van Nederland, dat volgens Kronenburg buitenlandse anarchisten en studentenleiders naar Nederland lokte. Kronenburg was daar fel op tegen, maar moest bakzeil halen. De woorden waarmee Polak hem de mantel uitveegde, klonken nog lang na op het Binnenhof: 'De democratie is niet een staatsvorm voor bange mensen. […] Wij mogen niet de orde en rust bij voorbaat stellen boven de vrijheid van het woord en de vrijheid van meningsuiting.'

Polak verwoordde een politiek principe, maar ook een politieke realiteit. Een democratie staat altijd ter discussie. In democratische debatten onderhandelen politici over maatschappelijke kwesties, maar stellen zij ook steeds opnieuw de vraag wat politiek is, waar ‘de politiek’ over gaat en wie er in de politiek toe doet. Moeten politici ‘de bevolking’ verheffen of met rust laten? Moet de overheid mensen tot ‘goede burgers’ opvoeden, of is dat indoctrinatie? Mag een samenleving politieke eisen aan migranten stellen, of tast zij daarmee de vrijheid van meningsuiting aan? Al deze hete politieke hangijzers raken aan de diepere vraag wat een democratie eigenlijk is. Dat is een ingewikkelde vraag, en daarom voert deze onlangs verschenen bundel als ondertitel Over de problemen van een succesverhaal.

Open benadering

De open benadering van het begrip ‘democratie’ in de essaybundel levert aardige inzichten op, allereerst op het gebied van parlementaire politiek. Zo stelt de politiek historicus Wim van Meurs vast dat discussies over democratie zelden gaan over de vraag of ‘democratie’ een goed idee is. Het probleem is eerder dat ‘een absolute norm voor democratie’ ontbreekt, waardoor politici steeds opnieuw steggelen over de invulling van het begrip. Peter van den Berg e.a. laten in hun bijdrage over de grondwet zien waar dat toe leidt. De ogenschijnlijk onomstreden grondwet wordt in de praktijk steeds weer aangevochten. Ligt de grondwet na lang beraad eenmaal op tafel, dan is volgens de auteurs ‘de vraag niet langer “hoe legitimeren wij de grondwet”, maar “hoe legitimeren wij, gegeven de grondwet, onze beslissingen”’. In die zoektocht wordt de grondwet opnieuw onderwerp van debat, en begint het hele verhaal weer van voor af aan.

Politieke burgers en menselijke politici

Het omstreden karakter van de democratie beperkt zich niet tot parlementaire debatten. Ook inherente ‘paradoxen van de democratie’ leiden steeds weer tot debat. Wat te denken van het probleem dat Gijs van Oenen naar voren brengt: moet een democratie haar burgers opleiden tot individuen die politieke verantwoordelijkheid dragen, of is die verantwoordelijkheid een onredelijk zware last op de schouders van het individu? Daarnaast draagt ook het debat over politiek en media bij aan het omstreden karakter van de democratie. De laatste tien jaar is veel geklaagd over de ‘personalisering’ van politiek: politiek zou steeds minder over inhoud gaan, en steeds meer op personen worden toegespitst. Hier biedt politicologisch onderzoeklichtpunten: het probleem van personalisering lijkt minder dramatisch dan eerder gedacht, en is sinds de jaren tachtig nauwelijks toegenomen. Voor zover dit al is gebeurd, hebben politieke partijen dat vooral aan zichzelf te danken. Via interne lijsttrekkersverkiezingen en hun enthousiaste deelname aan lijsttrekkersdebatten hebben zij de personalisering van de politiek eerder aangewakkerd dan bestreden.

Politiek voor buiten het Binnenhof

Dankzij een brede opzet en een veelheid aan perspectieven biedt de bundel Omstreden democratie een rijk overzicht van de werking en geschiedenis van het Nederlandse politieke stelsel. De aandacht gaat daarbij uit naar media, bestuur en – in beperktere mate – het parlement. Daarmee onderstrepen de auteurs dat politiek niet alleen een zaak is van het Binnenhof, en dat veel politieke debatten juist gaan over de vraag waar politiek over gaat – ‘who gets what, when and how’, zoals de politicoloog Harold Lasswell het al in 1948 formuleerde.

Voor academisch ingewijden is dat geen wereldschokkende conclusie, merkt projectleider Remieg Aerts in zijn slotbeschouwing terecht op. Voor een breder publiek heeft de veelzijdige strijd om de democratie, zoals deze in Omstreden democratie wordt beschreven, vermoedelijk meer te bieden. Daarom is het extra jammer dat het boek niet uitblinkt in leesbaarheid. Campagneleuzen zijn niet in steen gehouwen, maar ‘lapidair’, voorkeuren heten ‘preferenties’, kiezers zweven niet, maar tonen ‘volatiliteit’. Wie dat taalgebruik echter voor lief neemt, kan aan de rijke geschiedenis van de Nederlandse democratie zijn hart ophalen.

Bram Mellink is postdoc-onderzoeker Nieuwste Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

pro-mbooks1 : athenaeum