Recensie: Verweesde Messias

06 mei 2013 , door Esther Wils
| | |

Jezus' naam komt er niet in voor maar parallellen met de Bijbel zijn er te over in de nieuwe roman van Coetzee, De kinderjaren van Jezus. Een kind en zijn pleegvader worden geherbergd onder golfplaten op een kaal achtererf, en gaan op zoek naar de Moeder die de komst van haar kind krijgt aangezegd. Het kind is hypergevoelig, houdt van goochelen/wonderen, wil mensen en dieren uit de dood opwekken; zijn leven is lijden. En de schepper Coetzee weeft eigenzinnig zijn eigen grote levensvragen door die oude geschiedenis.

Migranten

Zowel de (semi)autobiografische als de ideeënromans van de Zuid-Afrikaanse John Coetzee scheppen een schrille werkelijkheid, bevolkt met slimme maar pijnlijk eenzame personages. In zijn meest recente boek draait het om een kleine jongen van vijf - het kind wordt David genoemd - die zijn moeder is kwijtgeraakt, onder vage omstandigheden op een schip; wie zijn vader was is onbekend. Hij is onder de hoede genomen door Simón die op hetzelfde schip zat, en met de jongen arriveert in het niet nader aangeduide nieuwe land.

Simón worstelt met de pragmatische instelling in zijn nieuwe woonplaats: de migrant moet zijn verleden vergeten, aanpakken, genoegen nemen met welwillendheid van zijn medemensen - liefde is te ingewikkeld - en met een taal waarin hij zich niet volledig kan uitdrukken. Het werk dat hij te doen krijgt weegt fysiek zwaar maar biedt geen intellectuele of ideële voldoening, zijn maten zijn vriendelijk maar niet ambitieus. In feite is het werkverschaffing, en het voedt ook de ratten in het pakhuis - er is veel verspilling van energie en materie, levens zijn inwisselbaar en daarmee moet men zien te leven.

Liefde

Ondanks zijn eigen warme band met het kind is Simón ervan overtuigd dat het nog harder een moeder nodig heeft, en als die eenmaal gevonden is laat hij het compleet aan haar over. Dat pakt verkeerd uit: zij raakt in Davids ban en isoleert het kind op ongezonde, fysiek al te intieme wijze, als een baby. Maar de echte symbiose met het moederlichaam haalt de jongen nooit meer in en door het luchtledig waarin de vrouw hem houdt krijgt zijn sterke, eigenwijze, fantastische en fatalistische binnenwereld ongebreideld de kans. Wat hem ongeschikt maakt voor de sociale omgeving waarin hij geacht wordt op te gaan. Simón probeert hem als substituutvader op de buitenwereld voor te bereiden, bijvoorbeeld door hem te leren tellen, maar worstelt intussen met dezelfde vragen: zit er tussen één en twee een onoverbrugbare kloof waar de mens ieder moment in kan storten, zoals het kind vreest, of is die afstand juist de voorwaarde voor contact, waardoor de ene mens de andere gezelschap kan houden? De lezer die het, als hij zich even losrukt uit het verhaal, te binnen schiet dat God volgens de christelijke leer liefde is, vraagt zich af: hoe werkt dat dan? Coetzees hoofdpersonen komen niet veel verder dan knarsentanden.

Schoonheid

Frappant is een passage over de rol van schoonheid in de liefde - in houterige bewoordingen gesteld, zoals wel vaker bij Coetzee; de ideeën zijn prikkelender dan de stijl. Misschien klinkt het origineel beter maar dat is nog niet na te gaan: de Nederlandse editie verschijnt vóór de Engelse.

'Waarom het een uit het ander zou moeten volgen, waarom de aantrekkingskracht en het verlangen om te omhelzen voortvloeien uit de schoonheid, is een mysterie dat ik niet kan verklaren, behalve door te zeggen dat als ik me aangetrokken voel tot een vrouw dat het enige eerbetoon is dat ik ken, dat mijn fysieke zelf kent, aan de schoonheid van de vrouw.'

Simón probeert amoureuze betrekkingen aan te gaan met twee verschillende vrouwen, één mooie en één lieve. De mooie is niet gediend van het mannelijk 'eerbetoon', de lieve wil voor hem zorgen maar kent geen passie. Voor hem zijn schoonheid en passie levensvoorwaarden, in het nieuwe land heerst de pragmatiek.

Is dat nieuwe land de wereld zoals die er in het jaar des Heren 2013 aan toe is? Het lijkt me uitgesloten dat Coetzee alleen de specifieke biotoop van de migrant op het oog heeft - die toont misschien in aangescherpte vorm de tekortkomingen van de moderne samenleving.

Ook de kleine David past er niet, en het zijn niet alleen zijn verweesde staat en daaruit volgende gemankeerde emotionele ontwikkeling die hem parten spelen. Ook voor zijn verbeelding, of het hyperindividuele, is geen plaats. Zijn intelligentie en meisjesachtige gevoeligheid maken hem aantrekkelijk en aaibaar, maar op school wordt volgzaamheid verwacht en lezen wat er staat - hij leest bij voorkeur wat er niet staat; Don Quichot is zijn held. Aan het slot is hij met zijn aangenomen ouders in een oude auto op de vlucht voor de ordebewaking, op zoek naar een plek om te blijven. Er sluit zich een stinkende zwerver bij ze aan. Messias op drift.

Coetzee

Coetzee is een weerbarstig schrijver die niet thuis lijkt in de wereld waar mensen verondersteld worden op te groeien tot redelijkheid en eenvormigheid - in het nieuwe land zijn intellectuele nieuwsgierigheid, creativiteit en zelfs erotiek gekanaliseerd in gratis sociale voorzieningen van avondschool en kliniek. Zijn oog voor het opportunisme als tweede natuur is ongetwijfeld aangescherpt door de gespleten Zuid-Afrikaanse samenleving waar hij is opgegroeid en die hij na omzwervingen via Engeland en Amerika pas in 2006 definitief vaarwel heeft gezegd voor een nieuw bestaan in Australië - en wellicht door zijn ervaringen als migrant. Hij is een erudiete zwartkijker, die doet denken aan een pienter en schrikachtig stekelvarken met een zacht buikje: zijn diepe gevoels- en verbeeldingswereld die beschermd moet worden.

Esther Wils is redacteur en redactiesecretaris van De Gids.

pro-mbooks1 : athenaeum