Recensie: C'est toute ma vie

09 september 2014 , door Arjen van Meijgaard
| | |

Op indringende wijze beschrijft de Franse schrijver David Foenkinos het leven van de Duitse kunstenares Charlotte Salomon. Niet alleen de inhoud is krachtig en blijft de lezer bij, ook de vorm is indrukwekkend. Foenkinos, onder meer bekend van de roman La délicatesse, baseerde zich voor Charlotte voornamelijk op Salomons boek Leben? oder Theater?, een combinatie van gouaches en tekst. Het origineel bevindt zich in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Daarnaast bezocht Foenkinos plaatsen waar de kunstenares heeft gewoond. In korte, krachtige zinnen herschept hij op prachtige wijze haar biografie.

Joods gezin

In 1917 wordt Charlotte in Berlijn geboren in een Joods gezin. Haar vader is arts en veel van huis. Haar moeder is veel thuis en vat het leven zwaar op, onder meer omdat haar zus, de tante van Charlotte, op achttienjarige leeftijd zelfmoord pleegde. Die tragische gebeurtenis staat niet op zichzelf, het lijkt een genetisch bepaalde voorbestemming. Meer familieleden van haar moeders kant hebben zelf voor de dood gekozen. Uiteindelijk kiest ook Charlottes moeder ervoor haar leven te beëindigen.

Samen met de voor Joden steeds moeilijkere leefomstandigheden in Duitsland werpt dit een dramatische schaduw over Charlottes bestaan. Waartoe is zij voorbestemd, wat staat haar te wachten? Na de dood van haar moeder hertrouwt haar vader met een beroemde Joodse operazangeres. Zelfs de nazi's houden van haar stem, waardoor het gezin aanvankelijk nog enig leed bespaard blijft. Maar niet voor lang.

Foenkinos heeft ervoor gekozen alle zinnen onder elkaar te zetten. De alinea's lijken daardoor op strofen en het geheel krijgt het uiterlijk van een lang prozagedicht. De zinnen zijn nooit langer dan één regel, vaak enkelvoudig, soms met een korte bijzin. Hierdoor ontstaat een bepaalde cadans, een ritme waarop het leven van Charlotte zich ontvouwt. Ook krijgen de afzonderlijke zinnen meer aandacht dan wanneer ze achter elkaar zouden staan. Sommige zijn ferm en direct maar vaker zijn ze poëtisch en kleuren ze regel voor regel de gebeurtenissen, zoals wanneer Charlottes stiefmoeder Paula tijdens een optreden uitgejouwd wordt door antisemieten. Eenmaal thuis beseft het gezin wat er gaande is. Ze zouden het land kunnen verlaten maar Albert, de vader van Charlotte, peinst er niet over:

'Paula pourrait chanter aux États-Unis.
Albert pourrait facilement y trouver du travail.
Non, dit il.
C'est hors du question.
C'est ici, leur patrie.
C'est l'Allemagne.
Il faut être optimiste, se dire que la haine est périssable.'

Vluchten in de kunst

Ondanks haar Joodse achtergrond mag Charlotte na de middelbare school naar de kunstacademie, op voorspraak van een van de docenten die haar talent herkent. Als half wees in een vijandige maatschappij houdt het tekenen haar staande. Even lijkt het geluk in de verte te gloren, wanneer ze verliefd wordt op de zangdocent van haar stiefmoeder. Hij is een eigenzinnig man die zijn vrijheid hoger acht dan de liefde, maar tegelijkertijd Charlotte aan zich weet te binden en haar inspireert.

Wanneer Albert gevangen genomen wordt en in een kamp belandt, besluiten de grootouders van Charlotte uiteindelijk te vluchten. Ze gaan naar Zuid-Frankrijk, waar een Amerikaanse zich ontfermt over vluchtelingen uit Duitsland. Niet veel later volgt Charlotte. Ze wil niet, want het betekent dat ze niet alleen haar ouders maar ook haar grote liefde moet achterlaten. Maar hij dwingt haar door te zeggen dat wanneer ze niet vlucht, hij haar zal verlaten. Charlotte voegt zich na een lange reis bij haar grootouders. Ze gaat weer schilderen, sluit zichzelf op om zich volledig te kunnen overgeven aan verf en papier. De jaren veertig zijn inmiddels aangebroken. Zuid-Frankrijk blijft een tijdje buiten schot, de Italianen die er de baas spelen zijn lang zo gemeen niet als de Duitsers. Maar wanneer die laatsten de macht overnemen, wordt het ook in Frankrijk gevaarlijk voor Joden.

De schrijver

Foenkinos doseert de tragiek en de korte, beschrijvende zinnen worden vanzelf poëzie. Ieder woord lijkt op de juiste plaats te staan, niets komt geforceerd over. Door het verhaal heen laat de schrijver subtiel zijn eigen stem klinken en zo vernemen we waarom hij voor Charlotte heeft gekozen, hoe hij haar heeft gevonden en gevolgd en hoeveel moeite het kostte om dit verhaal op papier te zetten:

'Pendant des années, j'ai pris des notes.
J'ai parcouru son oeuvre sans cesse.
[…]
J'ai tenté d'écrire ce livre tant de fois.
Mais comment ?
[…]
Je commençais, j'essayais, puis j'abandonnais.
Je n'arrivais pas à écrire deux phrases de suite.
Je me sentais à l'arrêt à chaque point.
Impossible d'avancer.
C'était une sensation physique, une oppression.
J'éprouvais la nécessité d'aller á la ligne pour respirer.

Alors, j'ai compris qu'il fallait l'écrire ainsi.'

Tegen het einde komt de biografie in een stroomversnelling. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op, het drama dient zich van meerdere kanten aan. Charlottes leven eindigt niet zoals ze zelf had voorzien, haar dood is een andere dan die waartoe ze leek voorbestemd. Ze heeft haar leven zo intensief mogelijk geleefd. Als ze na twee jaar werk het boek met tekeningen en teksten dichtklapt, geeft ze het aan de vrouw die haar in Zuid-Frankrijk heeft opgevangen, met de woorden: 'C'est toute ma vie.'

Dankzij Foenkinos maakt de lezer kennis met dat leven. Met Charlotte, een vrouw die, zoals zovelen, niet mocht zijn wie ze was.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en http://eenboekrecensie.blogspot.nl/

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum