Recensie: De nevelen van Constantijns propaganda

30 november 2015 , door Roel Salemink
| | | |

Keizer Constantijn wordt geassocieerd met de daad die hem later de bijnaam 'de Grote' opleverde: de acceptatie van het christendom als gelijkwaardige religie naast de traditionele godsdiensten in het Romeinse Rijk. Over Constantijn en zijn tijd bestaat nog steeds veel discussie. De oorzaak hiervan ligt volgens Timothy Barnes bij het succes van zijn (christelijke) propagandamachine en het stelselmatig accepteren van deze leugens door moderne historici. Zijn boek Constantine is een boeiende en goed beargumenteerde studie waarin veel mythes worden ontkracht en veel onduidelijkheden worden opgehelderd. Door roel salemink.

N.B. Deze recensie verschijnt (ook) in het kader van de Week van de Klassieken 2014, met als thema 'Romeinse keizers'.

Constantijn was keizer van het Romeinse Rijk tussen de jaren 306 en 337 na Christus. In eerste instantie was hij medekeizer binnen een college dat het rijk regeerde door het bestuur te verdelen onder vier keizers: de tetrarchie. Dit systeem was bedacht door Diocletianus die rust en orde bracht na een halve eeuw van chaos waarin diverse keizers elkaar in rap tempo hadden opgevolgd. De tetrarchenkeizers waren zeker in het oostelijke rijksdeel strenge christenvervolgers.

Constantijn stond echter sympathiek tegenover de christenen en al snel zocht hij actief de confrontatie met de andere keizers. De bekendste aanvaring was die met keizer Maxentius in de Slag bij de Milvische Brug bij Rome. Hier zou hij zijn beroemde visioen hebben gehad waarin God hem de boodschap gaf in Zijn naam te veroveren. Dat deze gebeurtenis, en het belang van de veldslag, hun oorsprong vinden in de propaganda van Constantijn neemt niet weg dat ze zich hebben vastgezet in het collectieve geheugen. Dat Constantijn ook gewoon een machtspoliticus was, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Maxentius geen christenvervolger was, maar een sta-in-de-weg voor zijn imperiale ambities. Vanaf het jaar 324 was Constantijn alleenheerser over het hele Romeinse Rijk totdat hij stierf in 337.

Constantine: Dynasty, Religion and Power in the Later Roman Empire is een polemisch boek. Barnes stelt:

'Modern historians of the fourth century have too often interpreted the ancient evidence for Constantine and his age on the basis of anachronistic assumptions and misconceptions, and they have too often denied the validity or distorted the meaning of ancient evidence that has not conformed to their own predilections.'

Barnes heeft er voor gekozen niet het hele verhaal van Constantijn opnieuw te vertellen, omdat anderen dat al lang en breed hebben gedaan (waaronder hijzelf in Constantine and Eusebius uit 1981), maar onderbouwt aan de hand van enkele controversiële kwesties dat het verhaal van Constantijn completer is dan men tot nog toe dacht: zijn boek moet de nieuwe standaard vormen. Een knuppel in het wetenschappelijke hoenderhok is altijd de moeite waard, zeker in het geval van Constantijn waar men zich kan afvragen of nog een nieuw boek nou wel zoveel toevoegt. Alleen daarom al is Constantine interessant.

Religieuze politiek en propaganda

Er zijn nogal wat controversiële kwesties en deze zijn voornamelijk van religieuze aard. Een van de grootste discussiepunten is of, en zo ja wanneer, Constantijn zichzelf als christen beschouwde. Sommigen beweren dat hij zich pas op zijn sterfbed zou hebben laten dopen en dat hij daarvoor een middenpad bewandelde tussen het christendom en de traditionele religies. Barnes laat in zijn boek echter zien dat er weinig twijfel kan bestaan over Constantijns geloofsovertuiging door bijvoorbeeld te wijzen op zijn prochristelijke en antiheidense wetgeving, zoals het verbod op offeren.

Dat er twijfels bestaan over de onpartijdigheid van de twee belangrijkste christelijke bronnen over Constantijn, Eusebius van Caesarea en Lactantius, is niet zo raar. Uit de gedichten van de anti-christelijke dichter Palladas, pas sinds kort wordt hij als tijdgenoot van Constantijn gezien, blijkt dat Constantijn niet zo tolerant was als we uit zijn eigen propaganda zouden kunnen opmaken. Constantijn bevoordeelde de christenen, maar dat betekent niet dat hij het geloof van de niet-christenen niet accepteerde.

Uit zijn maatregelen blijkt echter zeker in het oostelijke rijksdeel een antiheidense politiek te zijn uitgevoerd. Een groot deel van de bevolking bestond uit niet-christenen en het was daarom zaak de situatie voor hen beter voor te stellen dan deze in werkelijkheid was. Constantijn moest de mildheid zelve uitstralen, zeker ook omdat hij niet vergeleken wilde worden met de christenvervolgende keizers zoals Diocletianus en Galerius.

Keerpunt of continuïteit?

De mythische status van Constantijn als de eerste keizer die het christendom accepteerde wordt omvergehaald in het hoofdstuk over het zogenoemde Edict van Milaan uit 313. Het Edict zou het fysieke bewijs zijn dat Constantijn samen met zijn medekeizer Licinius de vrijheid van religie verkondigde. Barnes haalt dit idee onderuit. Buiten het feit dat het niet om een echt edict zou gaan stelt hij:

'It was the emperor Gallienus in 260 who had granted the Christian churches, or perhaps the Christian bishops as heads of Christian communities, the right to own property and thereby recognized Christianity as one of the lawful religions of the Roman Empire.'

Dit idee was al in 1891 door een Duitse wetenschapper geopperd, maar is volgens Barnes tot nog toe altijd genegeerd. Constantijn was wellicht de eerste christelijke keizer, maar staat daarmee in een traditie die al een halve eeuw voor hem was ingezet. Constantijn was in feite een traditionalist. Door middel van propaganda heeft hij aan veel van zijn acties een schijn van vernieuwing weten te verbinden, net zoals keizer Augustus had gedaan na de dood van Julius Caesar. Constantijn maakte de weg vrij voor het christendom als dominante religie in het Romeinse Rijk en is daarmee een van de grondleggers van onze op christelijke leest geschoeide maatschappij. Dit mag dan een ontwikkeling zijn die voor zijn tijd was ingezet, Constantijn maakte er pas echt werk van.

Bronnenmateriaal

Jammer is dat Barnes bijna alle niet-tekstuele bronnen negeert. Hij heeft een standpunt bepaald en gebruikt in zijn betoog alleen die bronnen die zijn hypothese ondersteunen. Dit is logisch, maar wekt ook interesse in ander bronnenmateriaal dat misschien in een andere richting wijst, zoals het beeldprogramma van de Boog van Constantijn in Rome. Helaas beschouwt Barnes dit soort bronnenmateriaal als neerslag van Constantijns propaganda waarin een milde en redelijke keizer wordt neergezet en daarom dus minder relevant voor zijn betoog.

Ondanks zijn selectiviteit heeft Barnes mij weten te overtuigen van de plausibiliteit van zijn oplossingen voor vele knelpunten in de geschiedenis van Constantijn. Het boek is misschien niet direct geschikt voor de leek, al was het maar om het veelvuldig gebruik van noten binnen de tekst en omdat Barnes kennis van de vierde eeuw vanzelfsprekend acht, maar zijn enthousiasme, zijn kennis van zaken en zijn interessante conclusies maken het verplichte kost voor iedere geïnteresseerde in Constantijn en zijn tijd.

Roel Salemink is archeoloog en medewerker van Athenaeum Boekhandel.

pro-mbooks1 : athenaeum