Recensie: Een anti-idylle in de Uckermark

15 april 2014 , door Jerker Spits
| |

Saša Stanišic is de jonge ster aan de Duitse literaire hemel. Voor zijn roman Vor dem Fest won hij vorige maand de belangrijke prijs van de Leipziger Buchmesse. Het is een even beklemmende als humoristische roman over een Oost-Duits dorpje. Stanišic beschrijft het dorpje in een haast middeleeuwse setting. Met een kruidenvrouw en een brandstapel. ‘We zijn blij, Anna wordt verbrand. Morgenavond op het feest wordt het oordeel voltrokken.’ Maar ook met Angela Merkel, de populaire sportzender Sport1 en Buffy: The Vampire Slayer.

Talent

Saša Stanišic is geboren in het Bosnische Višegrad. Zijn moeder is van Bosnische afkomst, zijn vader Servisch. Als vluchteling kwam hij in 1992 naar Duitsland. In 2006 verscheen zijn eerste roman, Wie der Soldat das Grammofon repariert, die in dertig talen werd vertaald [maar niet meer in het Nederlands leverbaar is - red.]. ‘Een sprankelende roman,’ schreef Trouw. ‘Origineel en veelzeggend,’ vond Literair Nederland.

De schrijver heeft een talent om verhalen te vertellen, en een talent om die verhalen te verzamelen. Dat deed hij al kort na zijn vlucht uit Višegrad, toen hij stadsschrijver in het Oostenrijkse Graz wilde worden, de stad waar veel vluchtelingen uit het oude Joegoslavië verbleven. Stanišic praatte met hen, schreef hun verhalen op. ‘Tolstoi-achtige verhalen waarin het om details gaat, om gebaren en blikken,’ zei hij in 2007 in een interview met De Groene Amsterdammer.

Vor dem Fest, zijn tweede roman, speelt in de Uckermark, een rustige streek ten noordoosten van Berlijn. Ruim de helft van de streek is natuurgebied. Ze is dan ook vooral bekend bij natuurminnaars, vanwege de roedels reeën, troepen wilde zwijnen en vluchten Kraanvogels. Literair is de streek nog onontgonnen, al woont ook de zwijgzame Botho Strauß, de Duitse schrijver die vrijwel elk interview weigert, in de Uckermark.

Korte vlotte verhalen en zinnen

In Vor dem Fest maak je kennis met het dorpje Fürstenwelde. De roman bestaat uit korte verhalen van twee of drie bladzijden, die losjes met elkaar samenhangen. Je zou de korte verhalen ook afzonderlijk kunnen lezen. De roman vertelt over de achtergrond van de bewoners van het Oost-Duitse dorp, zoals die van Herr Schramm, die zeventien jaar op de ‘luchtafweerrakettenafdeling 123 Wegnitz’ gestationeerd was, gesprekken met onbekenden uit de weg gaat en met bekenden het liefst praat over drie onderwerpen: luchtafweerraketten, vleermuizen en Jens Weißflog, ‘de meest getalenteerde schansspringer van alle tijden’.

Het is een beklemmend en tegelijk humoristisch verhaal uit de provincie. Vor dem Fest deed mij soms denken aan de Anti-Heimatliteratur, de anti-idylles van Oostenrijkse schrijvers als Franz Innenhofer en Thomas Bernhard. Maar Stanišic heeft een heel eigen, vlotte stijl. Sinister soms, als hij het sombere en vreugdeloze leven op het platteland beschrijft. Maar in korte, vlotte zinnen vallen vooral de heldere observaties en humor op:

In deutschen Haushalten finden sich im Schnitt mehr Bakterien auf der Fernbedienung als auf der Klobrille. Herr Schramm denkt über »im Schnitt« nach. Es geht um die Relation. Klobrillen sind größer als Fernbedienungen. In seinem eigenen Haushalt, denkt Herr Schramm, findsen sich im Schnitt mehr Enttäuschungen über ihn selbst als über die Welt.
In Duitse huishoudens bevinden zich gemiddeld meer bacteriën op de afstandsbediening dan op de pleebril. Meneer Schramm denkt over ‘gemiddeld’ na. Het gaat om de relatie. Pleebrillen zijn groter dan afstandsbedieningen. In zijn eigen huishouden, denkt meneer Schramm, bevinden zich gemiddeld meer teleurstellingen over hem zelf dan over de wereld.

Mythes, sagen, Angela Merkel en Jens Weißflog

Oud en nieuw komen in Vor dem Fest samen. Een vuur wordt gestookt, een vrouw verbrand: ‘We zijn blij, Anna wordt verbrand. Morgenavond op het feest wordt het oordeel voltrokken.’ Vanaf de plaatsen aan de ‘biertafel’ heb je het beste uitzicht op de brandstapel. Ook in de personages verbindt de schrijver verleden en heden, zoals in Frau Schwermuth, de archivaris van de stad, tevens kruidenvrouw. In de oude tijd waren ‘het kapsel en de overhemden duidelijk slechter, maar er werd veel beter gedanst’. In de nieuwe tijd zijn er de werkloosheidsuitkeringen van Hartz IV, Gerhard Schröder en Angela Merkel.

Schijnbaar moeiteloos verbindt de schrijver mythes en sagen uit het verleden - de Dertigjarige Oorlog, oude stadskronieken uit de zeventiende en achttiende eeuw - met het heden: de populaire sportzender Sport1, Buffy: The Vampire Slayer, en sportheld Jens Weißflog. Meestal is daarbij een ‘wij’ aan het woord, een collectief dat uit het dorp zelf lijkt te komen. ‘Een patchwork-provincieroman,’ noemde Die Zeit de roman, die er als alle Duitse kranten zeer over te spreken was. ‘Zijn echo klinkt lang na in de lezer.’

Het is een boek dat je als lezer raakt, en dat je ervan doordringt hoe goed deze kruisbestuiving is, tussen Bosnië en de Uckermark, tussen geschiedenis en heden, tussen het middeleeuwse duister en het schwungvolle Duits van Stanišic. Lezen dus, en in de gaten houden: Saša Stanišic.

Jerker Spits is germanist. Hij promoveerde in 2008 op een proefschrift over de Duitstalige autobiografie en schreef over Duitse literatuur voor TrouwDe Gids en De Academische Boekengids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum