Recensie: Een blik in de keuken van de therapeut

30 november 2015 , door Jacob Zwaan
| | |

Enkele jaren geleden stuitte ik op Every Day Gets a Little Closer van Irvin Yalom en Ginny Elkin, dat onlangs als In Therapie in Nederlandse vertaling verscheen. In Therapie is het resultaat van een psychotherapie-experiment dat Yalom bedacht. Elkin kwam bij hem voor therapie. Ze was een jonge, getroubleerde schrijver zonder geld. In plaats van een vergoeding vroeg Yalom haar van elke sessie een verslag te schrijven. Ook hijzelf schreef dan een verslag. Na enkele maanden zouden ze elkaars verslagen lezen en kijken of ze zo de therapie nog verder zouden kunnen helpen. Door jacob zwaan.

Details

De mate van detail die deze verslagen opleveren is niet te vergelijken met wat er meestal over psychotherapieën wordt geschreven. Bovendien zorgt het format voor een inkijk in een Rashomon-achtig fenomeen dat in de meeste narratieven verborgen blijft: twee mensen menen een gesprek met elkaar te voeren en een relatie met elkaar te hebben, maar hun perceptie van wat er aan de hand is vaak erg verschillend. Yalom probeert een bemoedigende opmerking te maken, Ginny vat dit op als een terechtwijzing voor een gebrek aan autonomie. Yalom voelt zich schuldig over zaken die hij bot onder woorden heeft gebracht, maar Ginny vertrekt met een goed gevoel naar huis. Dit boek toont twee dingen: hoeveel vaker twee mensen elkaar mislopen dan ze beiden denken, en hoe dit er toch niet voor zorgt dat betekenisvol contact onmogelijk wordt.

De blik die hier in de keuken van de therapeut wordt geboden liegt er niet om. Yalom schrijft eerlijk, soms haast confessioneel over zijn eigen tekortkomingen en frustraties. Hij verzekert Ginny in de eerste sessie dat hij helemaal niet heeft nagedacht over het publiceren van de verslagjes die zij beide zullen schrijven, maar schrijft in zijn verslag van die sessie: 'Een leugen, aangezien ik vluchtige fantasietjes had gehad dat ik dit materiaal op zekere dag zou publiceren.' Yalom bekent ons dat hij haar heel graag wil helpen, dat hij behoorlijk wat vijandige gevoelens jegens haar vriend koestert, dat hij jaloers is op haar schrijftalent en hoopt dat de boeken van Dostojevski en O'Neill in zijn kast haar opvallen. Yalom is hierin weloverwogen, hij meent dat een authentieke relatie het werkzame element in een therapie is, en dat jezelf eerlijk laten zien op momenten dat de patiënt het aankan daarvoor een noodzakelijke voorwaarde is.

Openhartig

Yaloms twijfels over Ginny's vriend Karl weerhouden hem er niet van haar de mogelijkheid te bieden Karl mee te nemen - nog een psychotherapeutisch experiment, dat doet denken aan de begintijd van de psychoanalyse toen zij nog als een revolutionair en niet als een burgerlijk en conservatief instituut gold. Karl voegt zich ongevraagd in het arrangement dat tussen Ginny en Yalom bestaat en levert ook verslagjes in, die in het boek zijn opgenomen. Na de eerste afspraak met zijn drieën schrijft Yalom:

'[Karl is] open, vrij, hoffelijk - een uitzonderlijk aantrekkelijke man [...] ik genoot er erg van in het gezelschap te verkeren van deze twee zeer aantrekkelijke mensen [...] Af en toe tijdens het gesprek voelde ik steekjes van jaloezie, want ik had Ginny altijd als van mij beschouwd, en plotseling zie ik wat een vertekend beeld dat is geweest.'

Dit gaat over de echte emoties die in een therapie spelen, vrij van verhullend jargon en zogenaamde therapeutische afstandelijkheid of neutraliteit. Yalom blijft als therapeut overeind, niet omdat hij deze gevoelens niet heeft, maar omdat hij ze kan erkennen en er niet door overspoeld wordt. Hij laat zich niet uit het veld slaan door zijn eigen verlangens en onvolkomenheden bij zijn verwoede pogingen om iets voor Ginny te betekenen. En doorzetten, hindernissen ten spijt, is natuurlijk de les die Ginny van hem kan leren.

Dat lukt ook. Ginny voelt zich minder leeg en diffuus, kan voor zichzelf opkomen zonder al te zeer in paniek te raken en slaagt erin met meer plezier te werken en lief te hebben. Samen met Yalom besluit zij een tijdje later hun werk te publiceren. In zijn nawoord schrijft Yalom dat hij al vroeg tot de conclusie kwam dat Ginny's afhankelijke opstelling en gebrek aan assertiviteit haar probleem waren. Maar het kunnen maken van dat soort observaties is geen therapie, want, zo schrijft hij: 'Met woorden breng je zulke zaken niet over. Ik zou ze in de omarming van de therapie nog vele malen en op vele manieren herhalen.' Zo is ook dit boek: een soms taaie maar altijd boeiende herhaling van dezelfde thema's in steeds andere woorden en steeds andere contexten. Daarmee lijkt het een stuk meer op een echte therapie dan menig gepolijst verslag of theoretische verhandeling. En net als een echte therapie kan dit boek bijzonder de moeite waard zijn.

Jacob Zwaan is classicus en wil psychotherapeut worden.

 

pro-mbooks1 : athenaeum