Recensie: Een bloedige geschiedenis

30 november 2015 , door Martin Smit
| |

Bloed en barricaden. De Parijse Commune herdacht van Dennis Bos is geen minutieus verslag van de Parijse opstand, maar een cultuurgeschiedenis van de Commune. Op bewonderenswaardige wijze beschrijft Bos hoe in de loop van de tijd de beeldvorming over de opstand zich ontwikkeld heeft, wat haar invloed is geweest op socialistische bewegingen en personen, maar hij geeft ook haarfijn aan hoe communistische staten het gedachtegoed van de Commune annexeerden. De idealen van de Commune werden in latere jaren vaak verwrongen en misbruikt en gebeurtenissen werden tot mythische proporties opgeklopt. Door martin smit.

Zo leverde, bij de honderdjarige herdenking van de Commune in 1971, een delegatie van de Sovjet-Unie in Parijs de stoffelijke resten af van de laatste overleden communard: Adrien Lejeune, in 1942 overleden in Novosibirsk. Met veel egards werd de urn bijgezet op de Parijse begraafplaats Père Lachaise, niet ver van de Mur des Fédérés, waar de laatste afslachting van communards door het Franse leger zou hebben plaatsgevonden. Maar waren de stoffelijke resten werkelijk van Lejeune? Dennis Bos zet er terecht een vraagteken bij: bewijs is er niet en zou dit niet het zoveelste voorbeeld kunnen zijn van de mythevorming rond de Commune? Bos zet die mythes in zijn boek zorgvuldig op een rij.

De Commune

Wat was nu eigenlijk die Commune van Parijs? Al voor de Frans-Duitse oorlog van 1870-'71 was de Parijse bevolking ontevreden met het keizerlijke bewind van Napoleon III. Steeds vaker klonk de roep om een terugkeer naar een republiek. In januari 1871 werd het Franse leger definitief door de Duitse troepen verslagen en de keizer gevangen genomen. Het Duitse leger omsingelde Parijs en de Franse regering vluchtte naar Versailles. Daardoor ontstond hongersnood binnen de stadsmuren, wat leidde tot grote onrust bij de bevolking. Revolutionaire groeperingen grepen die gelegenheid aan om hun ideeën te propageren.

Met instemming van de Duitsers werd de conservatieve politicus Thiers benoemd tot regeringsleider van de nieuwe Franse republiek. Op 18 maart 1871 probeerden troepen van Thiers met een militaire operatie Parijs in te nemen, onder leiding van de generaals Lecomte en Thomas. Belangrijkste doel was de inname van honderden kanonnen die op de heuvel van Montmartre stonden opgesteld. Troepen van de Nationale Garde van Parijs (door de gemeente betaalde verdedigingstroepen) weigerden de kanonnen over te dragen, gesteund door de bevolking van Montmartre. Lecomte en Thomas werden meteen door eigen troepen geëxecuteerd. Parijs verkeerde vanaf dat ogenblik eigenlijk in oorlog met de Franse republiek.

Na verkiezingen, uitgeschreven door het Parijse gemeentebestuur, werd op 27 maart 1871 de onafhankelijke Commune uitgeroepen, die streefde naar een federatie van communes die de staat zou vervangen. Men wilde leger en dienstplicht afschaffen, het onderwijs hervormen en een absolute scheiding tussen kerk en staat, maar ook bijvoorbeeld het nachtwerk voor bakkers afschaffen. Afgevaardigden vanuit alle arrondissementen van Parijs vormden een raad die democratisch besluiten kon nemen. De onafhankelijke Commune duurde slechts 72 dagen. Uiteindelijk werd de opstand in de week tussen 21 en 28 mei met grof geweld neergeslagen.

Hoewel de Commune in de korte tijd dat zij bestond maar weinig van haar idealen heeft kunnen realiseren, is zij uniek omdat van opgelegde of geplande revolutionaire activiteit geen sprake was. Dennis Bos schetst de Commune niet alleen als volksopstand, maar ook als een brede beweging waarin talloze intellectuelen, journalisten, fotografen, schrijvers en kunstenaars (onder anderen Gustave Courbet) actief waren, maar ook veel uit Polen en Italië gevluchte revolutionairen en soldaten. Dat laatste gegeven ben ik niet eerder in publicaties over de Commune zo gedetailleerd tegengekomen. De Commune is ook uniek vanwege de rol die vrouwen daarin speelden. Niet alleen zorgden zij tijdens de opstand voor gewonden en voor aanvoer van wapens en voedsel, duizenden vrouwen vochten, met het geweer in de hand, mee op de barricades.

Mythevorming

De mythevorming en verdraaiing van feiten begon direct na het neerslaan van de Commune, met de publicatie van De burgeroorlog in Frankrijk van Karl Marx. Marx had de ontwikkelingen in Parijs gevolgd vanuit zijn studeerkamer in Londen. In zijn boek zette hij de werkelijkheid naar de hand van zijn theorie over de dictatuur van het proletariaat. Immers, van een langzaam afsterven van de staat, zoals in de marxistische theorie is beschreven, is bij de opstand van de Commune geen sprake. Integendeel, dit was een impulsieve volksopstand, zo toont Bos aan, libertair van karakter, spontaan anarchistisch getint, waarbij geen enkele politieke theoreticus het voortouw nam. Bos veegt de vloer aan met de theorie van Marx en met diens 'geschiedschrijving' van de Commune. Pure geschiedvervalsing dus.

Daarentegen lieten velen zich inspireren door de Commune, dat laat Bos zien in een indrukwekkend geschiedkundig literatuuroverzicht. Zo schreef de Nederlandse anarchistische voorman Domela Nieuwenhuis een biografie over Louise Michel, en had zelfs de sociaal-democratische premier Willem Drees de Commune hoog in zijn vaandel. Voor anarchisten tijdens de Spaanse burgeroorlog diende de Commune als voorbeeld, ook voor revolutionaire bewegingen in Latijns-Amerika in de jaren zestig, anarchisten in de VS en voor communisten tijdens de Culturele Revolutie in China. Dat ook Pol Pot en communistische staten als Bulgarije, Hongarije, de DDR en natuurlijk de Sovjet-Unie de Commune in hun ideologie annexeerden om hun eigen zogenaamde verworvenheden van de arbeidersstaat te propageren, weet Bos haarfijn bloot te leggen. Het overdragen van de as van Adrien Lejeune was een onderdeel van die campagne.

Maar heeft de Commune nog enige relevantie voor het huidige tijdsgewricht, dat is de vraag die opdoemt bij het lezen van dit boek. Bos trekt de geschiedenis niet heel duidelijk naar deze tijd, maar voor wie oog heeft voor de oorspronkelijke doelstellingen van de Commune, is dat wel terug te vinden. Zelfwerkzaamheid, opkomen voor jezelf, saamhorigheid, opstaan tegen bedreigingen van buitenaf, kortom thema's die vandaag de dag politiek gezien in de belangstelling staan, zijn terug te voeren op de spontaniteit van die Parijse opstand.

Bloed en barricaden is daarnaast een prachtig overzicht van de ontwikkeling van geschiedenisvorming over de Commune. Bos schetst niet alleen grote lijnen, maar komt ook met opmerkelijke anekdotes, zoals hoe een afdeling van de Nederlandse Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) ooit in een busje naar Parijs reisde om de Commune te herdenken. Kortom, het boek van Dennis Bos levert een schat aan prachtige details en onbekende facetten over de Commune.

Martin Smit is redacteur van het tijdschrift de As, publiceerde artikelen in de As, de Parelduiker en Leovardia en is medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum