Recensie: Geërfde trauma's

04 december 2014 , door Fleur Speet
| | |

Een jeugd vol angst als gevolg van politieke onderdrukking is voor velen in West-Europa ondenkbaar. Dat is iets van voorbije tijden, van vroeger toen er nog oorlog was en de scheidslijn tussen Oost en West meer uitgesproken. De Fins-Estse Sofi Oksanen laat echter zien hoe dichtbij die periode kan zijn wanneer trauma’s van vroeger worden geërfd door latere generaties. Haar hoofdpersoon lijdt er dagelijks aan en zet die angst om in een maar al te actuele ziekte. 

Drie generaties vrouwen

Na haar kassuccessen Zuivering (2008) en Als de duiven verdwijnen (2012), is nu door Marja-Leena Hellings en Sophie Kuiper het debuut van Oksanen (1977), Een bundel haarspelden vertaald, oorspronkelijk verschenen in 2003. Zuivering, waarvoor Oksanen als jongste auteur ooit de prestigieuze Nordic Council Literary Prize ontving, blijkt een soort reprise te zijn van Een bundel haarspelden. In beide romans fileert Oksanen drie generaties vrouwen: grootmoeder, moeder en dochter. In Een bundel haarspelden krijgt de dochter, Anna, de meeste ruimte. De wereld van het vertelde heden vult het grootste deel van het boek. De andere twee perspectieven, met jaartallen aangeduid, moeten zelfs op de bladspiegel indikken: hun verhaal is niet zo breed afgedrukt als dat van Anna. En de taal is daarin ook minder wollig en vol. Het zijn karige woorden en korte stukjes van de grootmoeder en moeder. Dat geeft een soort zandlopereffect wat het thema van het Nachleben onderstreept: welke pijn sijpelt er door generaties heen?  

Schaamte

Sofia, de Estse grootmoeder, maakt de gewelddadige komst van de Russen in Estland mee: haar broers werden vermoord, haar zus werd naar Siberië gestuurd. Katariina, de Estse moeder, krijgt daar een knauw van mee, ze raakt verstild en trouwt met een Fin en verruilt zo het communistische Estland voor het kapitalistische Finland. Maar de familie van haar echtgenoot vindt Baltische mensen maar vies. Ook kan ze geen baan krijgen, al was ze in Estland ingenieur. Ze wordt achtervolgd en geïntimideerd door de Finse en Estse veiligheidsdiensten, omdat haar vader in de oorlog een misdaad zou hebben begaan. Ze bezoekt moeder Sofia in Estland geregeld met haar dochter, waarvoor ze met karrenvrachten goederen (en smokkelwaar) langs de douane moet. Het is een ingehouden tranendal en uiteraard heeft dat weer effect op haar dochter Anna.

Anna is dus Fins-Ests (net als Oksanen). Esten worden in het oer-Finse dorpje waar ze woont aangezien voor Russen en Russische vrouwen zijn in Finland allemaal hoeren. Anna mag dus nooit of te nimmer haar afkomst verraden en laat haar fantasie de vrije loop wanneer ze haar oma nabij Talinn in de vakanties heeft bezocht. Daarbij is ze vroegrijp en mollig (vetgemest door haar troostzoekende moeder) en jagen jongens haar na school op om haar onzedelijk te betasten. Anna ontwikkelt boulimie en krijgt op de koop toe anorexia, wat wel handig blijkt omdat je er niet dik van wordt: haar schaamte over haar afkomst verandert in schaamte over eten. We zijn getuige van haar obsessieve worstelingen. Haar verhaal is een verplicht mea culpa (plus mogelijke bevrijding), een dagboek waarin ze van de artsen haar eetgedrag moet analyseren zonder ook maar een calorie te benoemen.

Modern en oud tegelijk

Vooral in het begin moest ik geregeld denken aan het schrijnende werk van de Ier Hugo Hamilton, waarin een Iers jongetje, gekleed in lederhosen, in de jaren vijftig door zijn klasgenoten iedere dag te grazen genomen wordt, omdat zijn moeder Duitse is. Hoewel Een bundel haarspelden ook in die jaren speelt, ligt de nadruk toch vooral op de jaren tachtig en negentig, het moment van kentering voor Estland, wanneer het communisme begint te verbleken. Juist dan ondergaat de hoofdpersoon een soortgelijke kentering. Dat levert een intrigerende spagaat op: enerzijds is het verhaal modern, anderzijds is het historisch. 

De juiste maat

Om een boude vergelijking te maken is dit boek een combinatie van György Konrád en Karl Ove Knausgård, en dat geheel dan overgoten met een sausje Marie Darrieussecq: alsof de door verdrukking en melancholie getekende literatuur van de samizdat is doorgeroerd met een open, bekentenisachtige, vertellende stijl en dat is afgetopt met sensuele en rauwe fysieke opmerkzaamheid.

Geregeld levert dat vermakelijke literatuur op, soms zelfs hard en pijnlijk treffend. Maar op een gegeven moment wordt het wel steeds meer van hetzelfde: de zoveelste groteske baksessie vol pasteien en taarten voor haar lief, die niet komt opdagen of haar beledigt, waarna het allemaal in haar buik belandt en vervolgens in de pot. Het is allemaal flink uitgesponnen, en datzelfde geldt helaas ook voor de in beginsel zo sterk en onderkoeld beschreven verschillen tussen Oost en West. Wie vreetbuien kent, zal het misschien wat langer volhouden, het is allemaal heel herkenbaar en vinnig opgeschreven, maar uiteindelijk raakt de (boeiende) verhaallijn toch net te veel bedolven onder de dwangmatige schranspartijen. Duidelijk een debuut dus, waarin Oksanen nog naar de juiste maat zocht die ze in haar latere werk vond. 

Fleur Speet is literair recensent. Ze schrijft onder meer voor De Morgen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum