Recensie: Het sociologisch manifest voor sociologen

30 november 2015 , door Elsa van Latum
| | |

‘Ik wil helemaal niets voorschrijven, ik hoop juist dat er aanstoot wordt genomen aan mijn voorstellen, dat mensen zich er op een positieve manier door laten irriteren.’ Met Over nut en nadeel van de sociologie voor het leven bereikt Willem Schinkel zeker zijn doel: het boekje maakte regelmatig ergernis in mij los, door het vele jargon én door hoe Schinkel in zijn betoog de vinger op de zere plek legt. Hij zet uiteen dat hoe men sociologie ‘gebruikt’ nadelig is voor het begrip van de sociale wereld – juist een kerntaak van de sociologie. Door elsa van latum.

N.B. We tipten Over nut en nadeel al eens op de site. Eerder besprak Pepijn Corduwener Schinkels De nieuwe democratie. Lees zijn recensie. Én we publiceerden er een groot fragment uit. Op Athenaeum.nl.

Sociologisch geloof

‘In de sociologie is de samenleving als God. Zij is overal maar niemand heeft haar ooit gezien,’ schrijft Schinkel. Het is precies dit ‘sociologische geloof’ waartegen Schinkel zich verzet. Hij oppert dat de abstracte termen die sociologische fenomenen beschrijven – Schinkel bespreekt met name ‘samenleving’ – moeten worden vervangen door creatieve denkbeelden ‘zonder de in abstractie gevatte ervaring volledig te verliezen’. Door de abstracties te ontstijgen poogt Schinkel een sociologie te creëren die minder door theorie wordt geregeerd en daardoor nuttiger is voor het alledaagse begrip van de sociale wereld en onszelf.

Het gevaar van een overmatig gebruik van en vertrouwen in onveranderlijke abstracties is volgens hem dat hiermee het bestaan van wat hij ‘schizotopie’ noemt niet kan worden erkend. Schizotopie is ‘de ervaring, die immanent is aan de wereld, dat de wereld scheuren kent die de productieve aanzet zijn tot creatieve overbruggingen. Dat de mens gefragmenteerd is, geen mens is, maar een fragmens’.

Wanneer we termen als mens, samenleving, staat en markt gebruikt, vormen die een omvattend kader waar bepaalde levensvormen per definitie buiten vallen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat een inwoner van Duitsland niet bij de Nederlandse samenleving hoort, maar doet hij dat dan wel als hij hier komt wonen? En hoe zit dat met een immigrant die al twintig jaar in Nederland woont, maar het grootste deel in de gevangenis? ‘De samenleving’ plaatst bepaalde levensvormen in een hiërarchie, en die hiërarchie uit zich in de werkelijkheid als de levenservaring en -kansen van mensen en groepen.

Door het hele oeuvre van Schinkel loopt een zeer maatschappijkritische lijn en dit boek is daar geen uitzondering op. Hij stelt dat buitensluitingproblematiek, zoals de manier waarop er met immigranten wordt omgegaan in Nederland, voornamelijk voortkomt uit de manier waarop wij niet in staat zijn om over onszelf en onze leefomgeving na te denken op een creatieve manier. De kracht van verbeelding is ver te zoeken, aldus Schinkel.

Ketter tegen de canon

Door in dit boek, in zijn eigen woorden, de rol van ketter aan te nemen en niet die van atheïst (hij stelt immers niet dat ‘de samenleving niet bestaat’) probeert Schinkel de grenzen van wat wordt begrepen als ‘samenleving’ te verleggen, een begrip dat hij eerder een ‘omvattend containerbegrip’ noemde ‘dat zoveel omvat omdat het leeg is’. Maar hoe de grenzen te verleggen van een ‘leeg’ begrip? Waar staat die grens voor, wat bakent hij af? Er mist een concrete beschrijving van wat Schinkel verstaat onder ‘samenleving’. Dat is de paradox van het essay. Schinkel probeert het denken over abstracte concepten te verbreden, maar omdat hij over die concepten geen inhoudelijke uitspraken doet maakt hij uiteindelijk toch aanspraak op het common sense-begrip dat de lezer van die begrippen heeft.

Ik vind Schinkels streven zeer bewonderenswaardig. Met name in het publieke debat over immigratie en integratie is het van groot belang dat onze conceptie van ‘samenleving’ geen moraliserende functie krijgt. Ik bewonder Schinkel om zijn creatief denkvermogen en kracht van verbeelding, waardoor ik als sociologie studente het discipline kritischer kan benaderen. Wat bedoel ikzelf met samenleving? Wat hoort ‘erbij’ voor mij?

Maar het gebrek aan concrete voorbeelden en de ondoorgrondelijke stijl maken dit boek vooral leesvoer voor Schinkels vakgenoten. Schinkel introduceert zelf abstracte begrippen als ‘schizotopie’ om zijn punt te maken, waarmee hij zichzelf in de voet schiet: het maakt zijn essay des te complexer. Zijn doel - het ontstijgen van de abstracties waarin wordt gedacht over de sociale wereld – zal de wereld van de sociologie niet ontstijgen, waardoor hij de plank dus dubbel misslaat.

Het nut van Het nut en nadeel van de sociologie voor het leven

Pas bij het zien van Wim Brands’ interview met Schinkel in VPRO Boeken kwamen de ideeën uit Over nut en nadeel van de sociologie voor het leven voor mij tot leven. Schinkel geeft daarin het voorbeeld van de zwarte pietendiscussie. Discriminatie is een deel van onze samenleving maar het ontastbare beeld van Nederland als beschaafd en liberaal land verbloemt het bestaan ervan. De discussie strandt doordat de samenleving wordt gezien als een zuiver domein waar afwijkingen en problemen per definitie buiten staan. Schinkel stelt dat fundamentele kritiek op de samenleving zo per definitie niet mogelijk is.

Schinkel vertelt in het interview ook dat hij bezig is een Instituut voor de publieke verbeelding op te richten, waarmee hij een bijdrage wil leveren aan het vinden van alternatieve manieren om over onszelf na te denken. Op deze manier streeft hij ernaar zijn academische werk nuttig en relevant maken voor allerhande publieken, bijvoorbeeld voor mensen die sociale problemen als discriminatie willen aankaarten. Over nut en nadeel van de sociologie voor het leven kan worden gezien als een manifest voor dit instituut, maar het boek heeft de publieke persoon Schinkel nodig om het tot leven te wekken.

Elsa van Latum studeerde op het Amsterdam University College af met sociologie als hoofdvak. Ze loopt stage bij Athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum