Recensie: Het veranderde beeld van Duitsland

30 november 2015 , door Jerker Spits
| |

In 1993 zorgde een onderzoek van Instituut Clingendael voor ophef. De Nederlandse jeugd had een bijzonder negatief beeld van Duitsland: 46% vond de Duitsers oorlogszuchtig. In hetzelfde jaar begon het ontbijtprogramma The Breakfast Club een protestactie tegen de dodelijke brandaanslag op een door Turken bewoond huis in Solingen. Het Bundeskanzleramt in Bonn ontving 1,2 miljoen briefkaarten met de tekst 'Ik ben woedend'. In Nieuw nabuurschap laat Jacco Pekelder zien hoe de verhouding tussen Nederland en Duitsland in de afgelopen jaren veranderde. Een boeiende studie naar politieke relaties en beeldvorming. Door jerker spits.

Woede en waterbommen

In 1994 sloeg het Duitse blad Der Spiegel terug met een vilein en hilarisch artikel over 'Frau Antje in den Wechseljahren' ('Frau Antje in de overgang'). De illustratie bij het artikel was veelzeggend: een blowende Frau Antje, het Nederlandse kaasmeisje, met rooddooraderde ogen tegen een achtergrond van milieuvervuilende tuinbouwkassen. Nederland was volgens de Duitse journalist een land van moffenhaters, dat het eigen onverwerkte verleden afwentelde op de oosterburen. Een land waar tolerantie had plaatsgemaakt voor een lakse gedoogcultuur en gezonde groente voor genetisch geknutsel. De Hollandse tomaat? Een Wasserbombe.

Twintig jaar later geldt Duitsland als open en tolerant, de Duitser als hardwerkend en betrouwbaar en de Duitse hoofdstad als hip. Na afloop van het bevrijdingsconcert op 5 mei 2012 in Amsterdam juichte het Nederlands publiek de Duitse bondspresident Joachim Gauck toe. Vol lof over zoveel hartelijkheid blikte de Duitse gast van Koningin Beatrix hierop terug. 'Ein Geschenk.'

Meten aan het verleden

In zijn boek Nieuw nabuurschap zoekt historicus Jacco Pekelder naar een verklaring voor dat contrast. Hij wil komen 'tot een historisch verankerde bestandsopname van de verhouding tussen Nederland en Duitsland na de val van de muur'. Nieuw nabuurschap gaat over machtsverhoudingen, zelfbeelden en idealen. Overtuigend laat Pekelder zien, hoe de Nederlandse verwachtingen richting Duitsland in de jaren negentig niet meer overeenkwamen met de Duitse inzet en het Duitse zelfbeeld. Voor zijn bezoek in 1995 aan Nederland maakte bondskanselier Kohl in interviews duidelijk waar het hem in de eerste plaats om ging: niet om het beladen verleden, maar om de gezamenlijke toekomst in Europa. Nederlandse media letten echter vooral op Kohls uitspraken over het verleden.

Ook politiek liep niet alles op rolletjes. Nadat minister-president Ruud Lubbers zich in het openbaar kritisch had uitgelaten over de Duitse eenwording, kon hij zijn voorzitterschap van de Europese Commissie wel vergeten. Kohl sprak zijn veto uit. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek, speelde volgens Pekelder eveneens een onhandige rol. Hij verlangde dat Nederland aan tafel zat bij de onderhandelingen over de Duitse eenwording. 'Wellicht een vorm van Nederlandse zelfoverschatting,' schrijft Pekelder subtiel.

Interessant is wat Pekelder schrijft over een Nederlands-Duitse conferentie in 2002. Het thema euthanasie en bio-ethiek zorgde voor een boeiende botsing van culturen:

'De Nederlandse sprekers meenden in hun liberale benadering van vooral euthanasie mijlenver op de Duitsers voor te liggen. Die Nederlandse zendingsdrang ketste nogal af op de Duitse filosofische traditie, de grote invloed van de kerken in Duitsland en vooral de herinnering aan de euthanasiepraktijken van nazi-Duitsland die bij de Duitse sprekers tot grote reserves leidden.'

Rond de eeuwwisseling volgde echter een omslag: veranderingen in eigen land maakten dat Nederland zich minder moraliserend opstelde. Ook in Europa bleek Nederland op Duitsland aangewezen. De politieke en economische banden zijn nu uitstekend. Nederland trekt graag samen met Duitsland op. Vermoedelijk had J.L Heldring gelijk, toen hij in 1995 schreef dat 'het probleem van de Duits-Nederlandse betrekkingen meer psychisch (aan Nederlandse kant) dan politiek is'.

'Leer Duitsland kennen'

Jammer is wel dat niet alle terreinen evenveel aandacht krijgen. Pekelder staat uitvoerig stil bij de initiatieven op het gebied van onderwijs en wetenschap die vanaf de jaren negentig zijn ontplooid om de dialoog tussen Duitsland en Nederland te bevorderen. Hij is lovend over het Duitsland Instituut Amsterdam ('zeer actieve staf', 'onmisbaar').
Kunst en cultuur krijgen daarentegen weinig aandacht. Dat is toch wat merkwaardig, als je denkt aan het cultureel progressieve imago van Berlijn, de populariteit van veel Nederlandse schrijvers in Duitsland en de positieve verhalen van Nederlandse acteurs, regisseurs en beeldend kunstenaars die de grens over zijn gestoken. Al in 1995 moedigde Helmut Kohl daartoe aan: 'Kommt zu uns, lernt Deutschland kennen, macht Euch selbst ein Bild von Eurem Nachbarn.'

Pekelder voelt zich duidelijk op zijn best als het om politieke relaties en beeldvorming gaat. Dat blijkt ook uit het laatste hoofdstuk van zijn boek, over de samenwerking tussen Nederland en Noordrijn-Westfalen. Daarin heeft Pekelder een boeiend stuk recente geschiedenis geboekstaafd, dat net als de andere hoofdstukken bijdraagt aan een beter beeld van Duitsland. 

Jerker Spits is germanist. Hij promoveerde in 2008 op een proefschrift over de Duitstalige autobiografie en schreef over Duitse literatuur voor Trouw, De Gids en De Academische Boekengids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum