Recensie: Literatuur als venster. De Berlijnse dagboeken van Max Frisch

30 november 2015 , door Jerker Spits
| | | |

In Duitsland is het groot literair nieuws: de verschijning van Aus dem Berliner Journal, een keuze uit de Berlijnse dagboeken van Max Frisch. En dat is terecht. Frisch is een dagboekschrijver pur sang, die fraaie portretten van collega's als Günter Grass schildert. Bovendien heeft Frisch een scherp oog voor de politieke en culturele ontwikkelingen in Oost-Berlijn. Ruim twintig jaar moesten lezers op het dagboek wachten. Te gevoelig lag de beschrijving van tijdgenoten die nog leefden, te vers was de herinnering. Nu is bij Suhrkamp de eerste selectie uit de dagboeken verschenen. Door jerker spits.

Een dagboek uit de diepvries

In 1973 verhuist de Zwitserse schrijver Max Frisch (1911-1991) naar Berlijn. Frisch is dan al een gevierd schrijver, die romans als Homo FaberStiller en toneelstukken als Herr Biedermann und die Brandstifter en Andorra op zijn naam heeft staan. Ook door zijn dagboeken uit de jaren 1946-1949 en 1969-1971 heeft hij een grote internationale reputatie verworven. Zijn dagboek uit Berlijn schreef hij tussen 1973 en 1980. Het mocht van Frisch pas twintig jaar na zijn dood verschijnen:

'Toen ik in 1973 naar Berlijn kwam, heb ik weer een dagboek bijgehouden, het zogenaamde Berliner Journal, over collega's, over Grass, over Johnson, de Leipziger Buchmesse, maar ook gemengd met zaken die heel privé zijn. Het is afgesloten tot twintig jaar na mijn dood: vanwege de betrokkenen, die dan verder weg daarvan zijn. Dat heb ik eerst maar even in de deep freezer gedaan.

's Avonds bij Anna en Günter

Frisch woont in de West-Berlijnse wijk Friedenau, dé buurt voor Duitse schrijvers in die jaren. Uwe Johnson heeft er zijn huis, Günter Grass woont twee straten verder. ''s avonds bij Anna en Günter,' schrijft Frisch, als hij en zijn Marianne bij Grass en zijn vrouw hebben gegeten. Frisch tekent een scherp portret van de politiek geëngageerde Grass:

'Was die politische Phase an literarischer Potenz gekostet hat, ist nicht auszumachen; immerhin lässt er dies Frage jetzt zu. Die Gefahr der Verbravung, Kastration der Fantasie durch den politisch-bedingten Trend ins Pragmatische, Didaktische. Er ist nicht einverstanden, teilt solche Bedenken gar nicht, hort sie sich aber an; das war vor einem halben Jahr noch nicht möglich.'

'Wat de politieke fase aan literaire potentie gekost heeft, is niet vast te stellen, maar hij laat die vraag nu in elk geval toe. Het gevaar van verbraving, castratie van de fantasie door de politiek-bepaalde neiging tot het pragmatische, didactische. Hij is het er niet mee eens, deelt zulke bezwaren helemaal niet, maar luistert ernaar. Dat was een half jaar geleden nog niet mogelijk.'

Over zijn ontmoeting met de Oost-Duitse Christa Wolf schrijft hij: 'Niet opdringerig, maar net zo open is haar overtuiging, dat de mensen hier humaner zijn.' De germanist Jörg Magenau omschreef Wolf als 'loyale dissidente'. De neiging van Wolf, tegelijk kritisch over en toch trouw aan de DDR te zijn, blijkt ook uit het beeld dat Frisch van haar schetst: 'Voor mij nog altijd merkwaardig: de kennis van verboden boeken, de bewondering voor het een en ander, "wat hier niet mogelijk is", zonder verontwaardiging over de censuur.'

Literatuur als venster

Frisch is geregeld in Oost-Duitsland te gast, juist als Zwitser is hij er meer welkom dan een West-Duits schrijver. West-Duitsland, dat is voor de DDR de vijand. Frisch merkt dat vooral de intellectuelen in de DDR het moeilijk hebben met de geslotenheid van het land, met de censuur. Hij schrijft over de behoefte van mensen, schrijvers vooral, aan een open blik, aan een vrije uitwisseling van boeken en ideeën tussen oost en west: 'De literatuur als venster, in ieder gesprek hier is te ervaren, dat ze een functie heeft.' De mensen die Frisch ontmoet zijn hartelijk. 'Het is een wens, wanneer men zegt: Tot ziens! Ook van onze kant.'

Frisch schrijft natuurlijk ook over privézaken. Over zijn alcoholisme, zijn katers, zijn ouderdom ('Als bij een blik op de klok: Zo laat is het al?'). Over boeken die indruk op hem maken, zoals Wunschloses Unglück van de nog jonge Peter Handke. Over zijn voorbeelden, Brecht vooral. Maar het is toch vooral de precieze tekening van tijdgenoten en de blik op de DDR - afgewogen, analytisch scherp en overtuigend - die de Berlijnse dagboeken ook na twintig jaar zeer de moeite waard maken.

Jerker Spits is germanist. Hij promoveerde in 2008 op een proefschrift over de Duitstalige autobiografie en schreef over Duitse literatuur voor TrouwDe Gids en De Academische Boekengids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum