Recensie: Platonisch smeulende Japanners

30 november 2015 , door Esther Wils
| | |

Het woord 'Kokoro' is onvertaalbaar, het betekent iets als hart, geest, ziel, innerlijk, of nog ruimer: al het geestelijk leven 'dat niet louter met het intellect te maken heeft', aldus vertaler Luk Van Haute. De titel Kokoro (Tokio, 1914) verwijst dus niet naar het Japanse poppetje met geblankette gezichtje op het omslag van de roman van Soseki Natsume. Maar de smetteloze, ondoorgrondelijke, beschikbare vrouw is wel de spil in het drama. Natsume sneed in zijn beroemdste boek twee grote Japanse thema's aan: de relatie tussen meester en discipel en de driehoeksverhouding met noodlottig slot. Door esther wils.

'Het is een opstapje naar de liefde.'

Van Haute benadrukt het in zijn nawoord: de verhouding tussen de verteller, een student, met zijn uitverkoren sensei of leermeester, doet denken aan die uit de Griekse school. Wat men verlangt te leren is meer dan droge kennis, het gaat om levenswijsheid. Wat men verlangt te krijgen is meer dan onderricht, het gaat om een nauwe band met een erotische ondertoon. Dat speelde zich ook af tussen samurai en hun leerlingen - en het verschijnsel blijft natuurlijk niet beperkt tot mannen onderling maar treft ook nieuwsgierige, leergierige meisjes en vrouwen. Een universeel, fascinerend gegeven dus en des te spannender uitgewerkt door Soseki omdat zich aan zijn student openbaart dat ook Sensei menselijk en feilbaar is, en behoeften kent.

In het eerste deel van de roman maken we kennis met het duo: de jongeman die van het platteland naar Tokio is verhuisd om aan de Keizerlijke Universiteit te studeren en de overigens werkloze leraar die hij zich uitverkiest. Zijn oog valt op hem tijdens een zwempartij aan het strand. Sensei is in het gezelschap van een opvallende westerling, wat ook hem een zekere exotiek verleent. Het contact ontstaat niet vanzelf. Student arrangeert de kansen op een toevallige ontmoeting, Sensei is aanvankelijk afwerend - ingrediënten voor de ware verliefdheid. Student wordt uiteindelijk kind aan huis bij Sensei en diens echtgenote, en tot op zekere hoogte vertrouweling van beiden.

In het tweede deel keert student terug naar het ouderlijk huis waar zijn vader op sterven ligt. Hij is vervreemd van het landelijke leven, houdt zich bezig met boeken en probeert met Sensei te corresponderen, wat moeizaam gaat. Het derde deel bestaat uit een lange bekentenis van Sensei, kunstig verpakt in de lange brief die student uiteindelijk ontvangt.

'Zeg me, weet jij hoe het voelt als het ware verstrikt te zitten in lang, zwart vrouwenhaar?'

Dat Sensei wordt gekweld door iets geheimzinnigs, dat hem afhoudt van toewijding aan het werk en vertrouwelijkheid met andere mensen - inclusief zijn echtgenote -, was wel duidelijk. De bron blijkt te liggen in zijn eigen studententijd, in de ambivalente vriendschap met K. Soseki beschrijft de verraderlijkheden die in jeugdvriendschappen op de loer liggen met een precisie die je plaatsvervangende schaamte bezorgt - het dodelijke koppel schuld en schaamte is van oudsher sterk aanwezig in de Japanse cultuur en in deze versie is het zeer herkenbaar. Met de wens zijn vriend uit zijn streng-intellectuele isolement te halen, roept Sensei-als-student onheil over hen beiden af dat je van verre ziet aankomen - het poppetje is vanzelfsprekend het breekpunt, in een dubbelrol met haar kordate moeder; het is alsof ze één vrouw zijn bij wie de stuurloze jongens willen aanmeren.

Behalve zijn uitgekiende kijk op de 'wegen van het hart', is ook de esthetiek van Soseki aantrekkelijk en aanstekelijk: niet de perfectie maar juist de schoonheid van het onvolmaakte wordt getoond, een traditioneel en naar mijn smaak innemend en ontroerend Japans ideaal. Hij weet die waarachtige, tastbare wereld af en toe, zeer gedoseerd, griezelig dichtbij te brengen. Het moment waarop de jonge Sensei het dikke haar van zijn vriend K aanraakt, stokt de adem je in de keel.

Van Haute

Tijdens het lezen van de roman ga je er als lezer wel naar verlangen zelf in het oude Tokio rond te stappen en je te oriënteren op de vele, ongetwijfeld schilderachtige wijken die in de roman langskomen. Een plattegrond was misschien handig geweest. Pas aan het eind van het boek - waarschijnlijk om de plot niet te bederven - staat een rondleiding door Luk Van Haute, die ook de nodige historische context biedt.

Waar uitgevers vanaf moeten is het vervelen van hun publiek met de aanbevelingen van bestsellerauteur Haruki Murakami. Atlas Contact deed het bij de grote bloemlezing Liefdesdood in Kamara, die Luk Van Haute verzorgde, Lebowski vindt het nu weer nodig. Ik zou zeggen: ook aanbevolen voor wie niet van Murakami houdt. Laten we blindelings de goede smaak van deze gedreven vertaler volgen.

Esther Wils is freelance publicist. Zie voor meer Japanse klassiekers haar bespreking in De Gids van zomer 2014.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum