De protestbeweging Provo bestond niet lang, van 1965 tot 1967, maar Provo is in de herinnering gebleven vanwege haar ludieke acties en de happenings bij het Lieverdje op het Amsterdamse Spui. Provo stelde destijds vooruitstrevende maatschappelijke thema's als milieuvervuiling, auto-overlast, energievoorziening, consumentisme en stadsvorming aan de orde. In Provo & Provocaties zijn nu voor het eerst alle nummers van het tijdschrift Provo gebundeld, samen met de losse vlugschriften van Provo, de Provocaties. En daaruit blijkt eens te meer hoe invloedrijk de beweging was. Door martin smit.
N.B. Op donderdag 22 mei vindt bij Athenaeum Boekhandel de feestelijke presentatie plaats van Provo & Provocaties. U kunt hierbij aanwezig zijn.
'Provo is een maandblad voor anarchisten, provoos, beatniks, pleiners, scharenslijpers, bajesklanten, zuilenheiligen, magiërs, pacifisten, patatgooiers, sjarlatans, filosofen, bacillendragers, opperstalmeesters, happenaars, vegetariërs, syndikalisten, huslers, brandstichters, Klazen, kleuterleidsters, opruiers, pyromanen, schurft- en syfillusleiders, BVDers en ander rapalje.'
Zo opende in juli 1965 het eerste nummer van het tijdschrift Provo haar kolommen, achtenveertig pagina's, gestencild, A4formaat, in de lengte dubbelgevouwen, oplage driehonderd exemplaren. Opvallende toevoeging: een klappertje voor een klapperpistool, ingeplakt op pagina eenentwintig, bedoeld voor de opruiende, provocerende anarchist:
'Leg deze bladzij van Provo op een harde ondergrond, sla vervolgens met een hard voorwerp de ontploffer op de kop. De knal en de geur alleen al zullen voldoende zijn een onverhoopter bourgeois-lezer tot een overtuigd anarchisties terrorist te maken.'
Pure provocatie, met als gevolg dat de politie de halve oplage in beslag nam en Provo-oprichter Roel van Duijn in boeien werd afgevoerd.
Nadat de Haagse lyceumscholier Van Duijn in het begin van de jaren zestig enige acties had georganiseerd tegen de atoombommen en de wapenwedloop, radicaliseerde zijn denken steeds meer. Beïnvloed door het denken van de Engelse filosoof Bertrand Russel en de anarchistische voorman Domela Nieuwenhuis, besloot hij een tijdschrift op te starten dat als een horzel in de Nederlandse samenleving, misstanden aan de kaak zou stellen en tegen de heilige huisjes van 'Kapitaal, Koningshuis, Kanonnen en Kerk' zou gaan schoppen. Aan een proefschrift van een Leidse hoogleraar over het provocerende karakter van opstandige en dwarsliggende jeugd ontleende Van Duijn de naam voor zijn tijdschrift. Provo werd een geuzennaam voor opstandige jongeren die zich wilden verzetten tegen de macht van autoriteiten en tegen het militarisme (en de oorlog in Vietnam). Maar ook tegen de heersende verzuiling in de samenleving, discriminatie en de bewuste verkrotting van bewoonbare stadswijken door gemeentes, zodat er kantoren en flats gebouwd konden worden. De overspannen reacties van autoriteiten en politie op de vaak ludieke acties van Provo zijn exemplarisch voor de toen heersende mentaliteit van ouders en gezagsdragers tegenover het groepje opstandigen.
Algauw groeide de groep gelijkgestemden rond Van Duijn uit tot een beweging. Amsterdammers als Luud Schimmelpenninck, de latere drukker Rob Stolk en Hans Tuynman, Peter Bronkhorst en Olaf Stoop vonden aansluiting bij Provo. Velen wisten later nog hun stempel te drukken op de alternatieve beweging in Amsterdam. Ze herkenden iets van hun ideeën bij de nachtelijke happenings die Robert Jasper Grootveld organiseerde bij het Amsterdamse Lieverdje. Die stelde daar het gedrag van de verslaafde consument aan de kaak, iets dat paste bij het uitdragen van het anarchisme van Van Duijn en zijn metgezellen. In zijn voorwoord bij Provo & Provocaties beschrijft Roel van Duijn nog eens vermakelijk die hectische begintijd.
Het is een uitstekende keuze geweest van Kelderuitgeverij om alle nummers van het tijdschrift Provo nu in facsimile te bundelen. (Niet alleen waren de oplages van het blad destijds laag - enkele honderden exemplaren - antiquarisch waren ze nauwelijks te vinden of nogal prijzig.) Want wie nu de nummers van het tijdschrift doorbladert (twaalf nummers op A4formaat, drie nummers op gevouwen A2formaat) wordt getroffen door onderwerpen en thema's die nu actueel blijken te zijn, maar destijds in geen enkele krant of bij geen enkele politieke partij aan de orde kwamen. Provo heeft in de Nederlandse samenleving een baanbrekende functie vervuld, ook al duurde het soms decennia voordat de ideeën doorsijpelden en in serieus maatschappelijk verband enige ingang vonden.
Zo mag het Witte Fietsenplan van Provo (een idee van Luud Schimmelpenninck) dan in Amsterdam niet ingevoerd zijn, in meerdere Europese hoofdsteden functioneert een fietsenplan waarbij gebruikers (weliswaar tegen betaling) van hot naar her kunnen fietsen en het rijwiel elders weer kunnen stallen. In bijvoorbeeld Parijs, Londen en Stockholm wordt de fiets als milieuvriendelijk vervoermiddel nu door de gemeenten gepromoot en worden fietspaden en fietsvriendelijke routes aangelegd. Het is een beetje cynisch achteraf dat in de bakermat van Provo zo'n leenfietssysteem niet gerealiseerd is.
Maar er is meer. De ideeën van Provo klonken toen in het ingeslapen Nederland, in de naweeën van de spruitjeslucht en de wederopbouw van de jaren vijftig, wellicht als utopisch, onrealistisch en mogelijk fantastisch, maar het is opmerkelijk hoeveel ideeën er in meer of mindere mate gerealiseerd zijn. Provo hief zich in 1967 op, maar Van Duijn en zijn geestverwanten zetten het gedachtegoed van Provo voort in de Kabouterbeweging en in Oranje Vrijstaat. Alle drie de bewegingen zijn voorbeelden van een pragmatisch utopisme: wacht niet tot de ideale samenleving vanzelf ontstaat, maar probeer nu al je utopisch streven in de praktijk te brengen. Dat gebeurde kleinschalig, door bijvoorbeeld het illegaal inrichten van een kinderspeelplaats of het kraken van een woning en aandacht voor gezonder voedsel. Maar ook door het lanceren van bijvoorbeeld het Witte Schoorstenenplan van Provo, teneinde de luchtkwaliteit te verbeteren. Jaren later mondde dat voorstel uit in de wet op de milieuhygiëne.
Radiomaker, schrijver, en Amsterdammer Jan Donkers typeert in zijn inleiding bij Provo & Provacaties mooi de verschuiving die Provo in de Nederlandse samenleving teweegbracht: Provo was een voorhoedegroepering, een katalysator van veel veranderingen, schrijft hij, de plannen van Provo waren 'helderziend'.
Lang geleden verscheen al eens een uitgave met een selectie uit de nummers van Provo. Dat nu bij deze complete herdruk ook alle Provocaties, de destijds uitgedeelde pamfletten van Provo, zijn opgenomen (zelfs in diverse varianten) is een unieke toevoeging aan de geschiedenis en betekenis van Provo.
Jan Donkers schrijft in zijn inleiding dat hij het jammer vindt dat in Amsterdam, bijvoorbeeld bij het Lieverdje, nergens een zichtbare herinnering aan de beweging te vinden is. Toch zijn er wel degelijk twee Provosouvenirs te vinden. In de bestrating van het Spui rondom het Lieverdje is het Provoappeltje aangebracht (het appeltje symboliseerde Amsterdam als 'magies centrum' van de wereld). En in 1967 kraste Robert Jasper Grootveld in een steen van het Paleis op de Dam een Provoappeltje. Het heeft gelukkig de restauratie van het Paleis overleefd en is nog steeds te zien: in de Paleisstraat, op ooghoogte, tweede steen van rechts op de hoek met de Dam.
Martin Smit is redacteur van het tijdschrift de As, schreef artikelen voor de As, De Parelduiker, Leovardia en is medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.