Recensie: Schrijvers en drankzucht

17 februari 2014 , door Esther Wils
| | |

Ze heeft zich blijkbaar bedacht: de ondertitel van Olivia Laings A Trip to Echo Spring was oorspronkelijk Why Writers Drink maar werd later On Writers and Drinking. Die tweede variant dekt de lading veel beter; de kwaliteit van Laings studie zit juist in het zoekende, associatieve, meanderende karakter ervan, en het vermijden van glasharde verklaringen voor de drankzucht van de schrijvers die ze bespreekt. A Trip To Echo Spring is in het Nederlands vertaald door Laura van Campenhout en verschenen onder de titel Het uitstapje naar Echo Spring.

F. Scott Fitzgerald, Ernest Hemingway, Tennessee Williams, John Cheever, John Berryman en Raymond Carver waren alle zes destructief aan de drank. Hun levens speelden zich af in Amerika, tussen 1896 en 1988, hun paden hebben elkaar in verschillende configuraties letterlijk en figuurlijk gekruist. Ze lazen elkaars werk, bezochten dezelfde plaatsen of hieven samen het glas. Olivia Laing, critica voor o.a. The Guardian die doorbrak als schrijfster met haar debuut To the River: A Journey Beneath the Surface (2011), over Virginia Woolf, was verslingerd aan hun werk. Voor haar vormden ze met hun indringende, al dan niet autobiografische teksten de ideale bron over alcoholisme, de ramp die ook haar eigen jeugd had overschaduwd.

Worm

Waarom mensen drinken is niet zo moeilijk te begrijpen: alcohol werkt ontspannend en verschaft ook een zeker bravoure, waardoor angst of geremdheid - Tennessee Williams was dodelijk verlegen en had last van paniekaanvallen - beter te dragen zijn. Drank heeft ook een verdovende werking en kan allerlei soorten onbehagen onderdrukken. Laing citeert Baudelaire die weer over Poe schrijft dat alcohol voor hem een wapen was geworden 'om iets in zijn binnenste te doden, een worm die niet wilde sterven'. Die worm kan vele gedaanten hebben, afhankelijk van de persoonlijke levensgeschiedenis. John Cheever, bijvoorbeeld, viel (ook?) op mannen en was zijn hele leven krampachtig bezig zowel zijn weinig opzienbarende milieu van herkomst als zijn seksuele geaardheid te verbloemen. Wat de besproken schrijvers verbindt is - geen verrassing - een ongelukkige jeugd: ze kwamen voort uit gemankeerde huwelijken en vaak was er thuis al sprake van alcoholmisbruik, geweld, verwaarlozing of afwijzing van de kinderen.

Waarom het drinken bij sommige mensen uit de hand loopt is daarmee nog niet verklaard. Bij het zestal was de psychische belasting bijzonder groot maar er kan ook een erfelijk component hebben meegespeeld - onderzoek wijst uit dat de genen een rol spelen en dat niet ieders hersenen hetzelfde reageren op het verslavende effect van alcohol. Wat nergens uit Laings verhaal blijkt is dat de schrijvers gingen drinken om hun expressie te stimuleren; hun talent bloeide eerder ondanks de drank, die hen lamlegde en soms hele periodes tot improductiviteit bracht. Maar ze hebben er wel prachtig over geschreven en bij het grote publiek een snaar geraakt.

Echo Spring

Laing ontleent haar boektitel aan Williams' Cat on a Hot Tin Roof. Echo Spring is een whiskymerk, en naamgever van de drankkast die de bestemming vormt van de uitstapjes van hoofdpersoon Brick. Symbolisch verwijst de naam, aldus Laing,

'... naar iets totaal anders: misschien naar het verwezenlijken van stilte of het uitwissen van nare gedachten dat, in elk geval tijdelijk, mogelijk wordt gemaakt door de juiste hoeveelheid drank. Echo Spring. Het klinkt als een heerlijke, troostrijke plek. En er klinkt nog een echo in mee. Al dan niet toevallig delen al deze mannen een diepe, verrijkende liefde voor water. John Cheever en Tennessee Williams waren hartstochtelijke, zelfs fanatieke zwemmers, terwijl Hemingway en Fitzgerald een blijvende genegenheid voor de zee gemeen hadden. Raymond Carvers relatie met water - vooral de ijskoude, flessengroene forelbeken die uit de bergen boven Port Angeles omlaag komen gestort - zou uiteindelijk de fundamentele plaats krijgen die voorheen door zijn schadelijke behoefte aan alcohol werd ingenomen.'

AA

Van de drank af raken was slechts voor twee van het zestal weggelegd. Wat hielp, aldus Laing, was de blik naar buiten te richten, op de schoonheid en grootsheid van de natuur die het eigen ik naar de achtergrond verplaatsen. (Zij reisde de schrijvers na en heeft haar verhaal gelardeerd met doorleefde, beeldende beschrijvingen van imposante Amerikaanse landschappen en zeegezichten.) Ook het ervaren van empathie hielp soms tijdelijk tegen de fixatie op eigen problemen, en geliefden konden lange tijd helpen de alcoholische vloed in te dammen. Maar erkenning van de verslaving - niet voor niets de eerste stap die de AA van zijn leden vereist - was de sleutel voor genezing. Ontkenning, list en (zelf)bedrog zijn beruchte neigingen van de ware alcoholist, maar de schrijvers hebben op hun heldere momenten die eigen patronen wel kunnen doorzien. John Cheever schreef een interessante passage over zijn toetreden bij de AA:

'Je geloof belijden in een reusachtige, schitterende basiliek, te midden van oorverdovende muziek en verblindend kaarslicht, is veel eenvoudiger dan in een rokerig lokaal van een zondagsschool zeggen dat ik John heet en alcoholist ben, al zijn het twee dezelfde dingen.
Belijdenis doen buiten de georganiseerde religie brengt niet alleen maar oppervlakkige problemen mee. We hebben geen geschiedenis, geen Dode Zeerollen, we hebben helemaal geen verleden. In de vroegste godsdienstige mythen en legenden is alcohol een van de eerste godsgeschenken. Dionysus is de zoon van Zeus. De Bijbel levert weinig tot geen kritiek op dronkenschap. Bij de hoofdzonden kan dronkenschap eventueel worden ondergebracht bij traagheid, maar het wordt nergens met zo veel woorden gezegd. Het geloof dat dronken zijn een zegening is, zit heel diep.'

Sterker nog: het bloed van Jezus is wijn, voor de katholieken. Lurken is een eerste levensbehoefte, de fles een immer beschikbare remplaçant van de moederborst. Laing stipt die freudiaanse inzichten elegant aan maar dringt niks op. Vocht is simpelweg het element van herkomst, dobberen een zalige staat.

Esther Wils is redacteur en redactiesecretaris van De Gids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum