Recensie: Weergaloze woede

05 oktober 2014 , door Tim van Gerven
| | |

Op grote doelen is het goed schieten. Op Het hout, de nieuwste roman van Jeroen Brouwers, die ik toch zonder enige terughoudendheid een van onze grootste nog levende schrijvers kan noemen, valt het nodige af te dingen. Met een beetje kwade wil zou je na opsomming van de minpunten het gehele boek met een onvoldoende kunnen afserveren. Wie echter over de tekortkomingen heen weet te kijken, leest een indrukwekkende afrekening met de katholieke kerk, die zowel knettert en pulseert van woede als van taalvirtuositeit. Door tim van gerven.

N.B. Jeroen Brouwers' Het hout werd door critici van de kranten en weekbladen het meest genoemd in de eindlijstjes van 2014.

Hoofdpersoon en verteller van het verhaal is de 26-jarige Eldert Haman, leraar Duits in een door kloosterlingen bestierd jongenspensionaat, begin jaren vijftig. Erg gelovig blijkt deze Eldert niet te zijn, desondanks laat hij zich, ook tot zijn eigen verbazing, gemakkelijk overhalen zijn intrek te nemen in het klooster en geeft hij zijn wereldse naam op voor de broedernaam Bonaventura. In het pensionaat blijkt misbruik, in alle mogelijk varianten, aan de orde van de dag. Een enkele keer is Bonenventura er zelf getuige van wanneer een medebroeder zich aan een van de jongens vergrijpt, meestal zijn het hardnekkige geruchten die rondzingen, maar iedereen weet dat ze kloppen. Bonaventura zwijgt en doet niets. Is hij daarmee medeplichtig of is er niets dat hij kan doen, gezien de machtsverhoudingen binnen het klooster in het bijzonder en de katholieke kerk in het algemeen? Het is misschien wel de meest prangende vraag die dit boek opwerpt.

De Duitse ever

Tot zover in (zeer) grove lijnen de plot. Dan nu de zurigheid. Grootste misser is wellicht de figuur van Mansuetus, de ergste viespeuk en machtsmisbruiker van het stel. Brouwers maakt een monsterlijk karikatuur van dit schoolhoofd, dat niet had misstaan in een griezelverhaal van Roald Dahl. Groot, dik en kaal is hij met uiterlijke kenmerken die opvallende overeenkomsten vertonen met die van een everzwijn, niet geheel ontoevallig het katholieke symbool voor wellust. Daarbij is Mansuetus ook nog eens Duits en praat hij met een dik Duits accent (door Brouwers fonetisch uitgeschreven: 'Mansoeweetoes'). Het duurt dan ook niet lang voor de eerste vergelijking met Hitler valt. Een schitterend personage om te haten, die Mansuetus, maar of zo'n karikatuur de zeggingskracht van het verhaal ten goede komt?

Tel daarbij op de wat ongeloofwaardige romance tussen Bonaventura en een vrouw die hij in de wachtkamer bij de tandarts ontmoet, de onverklaarbare twijfel van Bonaventura of hij het klooster moet ontvluchten en een enkele onnodig uitleggerige passage ('dat broedergespuis reageert zijn beknotte driften af op die jongetjes') en je zou Het hout zomaar beoordelen met niet meer dan een ster of twee, drie.

'God weekt zichzelf wel los'

Daarmee ga je dan lelijk voorbij aan de magistrale stijl waarmee Brouwers zijn woede over het misbruik binnen de katholieke kerk heeft weten te verwoorden, een woede waarvan je op iedere pagina proeft dat deze van heel diep komt. Een woede ook die, de Heer zij geprezen, Brouwers' gevoel voor taal, compositie, vertelstem nergens in de weg zit. Integendeel.

Jaloersmakend is het bijna hoe makkelijk Brouwers tegenwoordige en verleden tijd, dialoog, herinnering en handeling, verheven en profaan taalgebruik, verschillende stemmen dooreen weet te rijgen. Vanaf zin één zit je in het hoofd van Bonaventura en pas na de laatste punt laat diens stem je weer los. Ondertussen heb je een reis gemaakt van de ene fraaie poëtische vondst na de ander. Vaak valt daarbij ook het nodige te lachen. Deze beschrijving van de heilige communie bijvoorbeeld:

'Op de hostie mag niet worden gekauwd. Het lichaam van de zaligmaker moet ongekreukt naar binnen. En men moet nuchter zijn voor deelname aan dit sacrament der sacramenten, opdat de zaligmaker niet terechtkomt tussen raapsteeltjes en gekookt spek. Als het lichaam van de zaligmaker tegen het verhemelte of aan de tanden blijft plakken mag men het niet met de vingers lospulken, men raakt god niet aan met onwaardige tengels, hij weekt zichzelf wel los.'

Andersom zitten humor en stijl de woede niet in de weg. Integendeel: scherpere wapens tegen een dergelijk groot onrecht als dat binnen de katholieke kerk op grote schaal heeft plaatsgevonden, en god verhoede nog steeds plaatsvindt, bestaan er niet. 

Tim van Gerven studeerde Europese Studies met een specialisme Noorse literatuur. Hij werkt als medewerker studentenzaken aan de VU en als freelance copywriter.

pro-mbooks1 : athenaeum