Recensie: Een strakke whydunit

10 april 2012 , door Jerker Spits
| |

‘Collini hield pas op toen de hak van zijn schoen afbrak.’ Het slachtoffer is dood, maar de moordenaar blijft hem in zijn gezicht trappen. Het is het begin van De zaak-Collini (Der Fall Collini, vertaald door Hans Driessen en Marion Hardoar), het derde boek en de eerste roman van de in eigen land en elders veelgeprezen strafpleiter Ferdinand von Schirach. Het begin – want iemand moet Collini verdedigen.

Succes als advocaat en auteur

Von Schirach (1964) werkt als strafadvocaat in Berlijn. Tot zijn cliënten behoren Duitse prominenten uit de entertainmentindustrie, voormalige spionnen uit de DDR en leden uit de onderwereld. Hij zat op een internaat bij de Jezuïeten, studeerde rechten in Bonn en begon in 1994 als advocaat in Berlijn. ‘Ik verdedig vooral in halsmisdaden, dus de klassieke zware criminaliteit,’ schrijft hij op zijn eigen website.

Hij debuteerde in 2009 met Misdaden, in 2010 volgde Schuld, en beide verhalenbundels leverden de advocaat literaire roem en commercieel succes op: hij is een van de best verkopende Duitse auteurs, zijn literaire werk verscheen in meer dan dertig talen, werd bewerkt voor bioscoopfilms en televisie.

Strak en spannend

‘Collini hörte erst auf, als der Absatz seines Schuhs abriss.’ ‘Collini hield pas op toen de hak van zijn schoen afbrak.’ Gruwelijk, en kil, in een sobere, strenge stijl gesteld, met een effectieve a-assonantie. De patholoog-anatoom kan het aantal trappen later niet reconstrueren, maar de vermoorde man is een Duits industrieel, en drager van het Bundesverdienstkreuz. De locatie is de ‘Brandenburg Suite’, de kamer van een luxe Berlijns hotel met uitzicht op de Brandenburger Tor.

Caspar Leinen is 22 dagen advocaat, als hij Collini mag verdedigen. En zo staan ze tegenover elkaar: de jonge Duitser en de oude Italiaan, de beginnende strafpleiter en de gepensioneerde gastarbeider, de bleue jurist en de moordenaar die zijn slachtoffer gehaat moet hebben.

‘Ik heb die man gedood,’ zegt Fabrizio Collini. Hij is een moordenaar die bekent, maar naar wiens motief het gissen is: De zaak-Collini is geen whodunit, maar een whydunit. Een korte roman van minder dan 200 bladzijden in 19 hoofdstukken - adequaat, want net zo strak vertaald door Hans Driessen en Marion Hardoar. Het is een spannende roman, waarin Von Schirach genoeg suggereert om de lezer vragen te laten stellen, maar te weinig om hem antwoorden te geven. Het einde van het eerste hoofdstuk is daar meteen een goed voorbeeld van:

‘Hij ging op een van de blauwe banken in de lobby zitten. Of hij hem iets kon brengen, vroeg de kelner, Collini gaf geen antwoord. Hij staarde naar de grond. Zijn schoenafdrukken konden op het marmer van de begane grond, in de lift en tot in de suite worden teruggevolgd. Collini wachtte op zijn aanhouding. Hij had zijn hele leven gewacht, hij had altijd gezwegen.’

En dus wil je verder lezen.

Te kil?

Is er dan helemaal niks op deze roman aan te merken? Nou ja. De beschrijvingen zijn soms wat vlak. Dat je bij seks ‘de warmte van andermans huid’ voelt, weten we wel. Maar wat ruikt Leinen, als hij met die vrouw naar bed gaat, wat voelen zijn vingertoppen, wat gaat er in zijn hoofd om? Veel openlijke emoties tonen Von Schirachs personages niet. De zaak-Collini is daardoor een wat kille roman, waardoor Von Schirach het de literaire kritiek die de lat wat hoger legt, gemakkelijk maakt. Dat zie je ook in Duitsland. De populaire krant Die Welt prees de roman als ‘glashelder verhaal’; de serieuze Frankfurter Allgemeine sabelde het boek neer als ‘kitschig’. Maar het is Von Schirach niet om fijnzinnige psychologie te doen, maar om de ontrafeling van een motief, niet om bloemrijke beschrijvingen, maar om een spannend verhaal. En daar slaagt hij in, juist door zijn stijl.

Even ben je bang dat Von Schirach van de jonge advocaat, die zijn eerste zaak tot een goed einde brengt, een held gaat maken, en de roman met trompetgeschal en bravo’s voor Leinen eindigt. Maar dat gebeurt gelukkig niet, Von Schirach blijft zijn toon trouw. Caspar Leinen komt - om het in goed Duits te zeggen - sadder but wiser uit zijn eerst strafzaak.

Jerker Spits is germanist. Hij promoveerde in 2008 op een proefschrift over de Duitstalige autobiografie en schreef over Duitse literatuur voor Trouw, De Gids en De Academische Boekengids.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum