Recensie: De Arabier is een blinde vlek

10 februari 2013 , door Leonhard de Paepe
| | | | | |

Arabieren domineren de media. Maar ze herkennen zichzelf vaak niet in de berichtgeving. Hassnae Bouazza is een van hen. In Arabieren kijken. Een alledaagse revolutie corrigeert ze het beeld door eens niet in te zoomen op de geijkte onderwerpen als onderdrukking, extremisme, vrouwendiscriminatie en vlagverbrandingen. In plaats daarvan schrijft ze over lage cultuur in de Arabische wereld die dichter ligt bij de ervaring van Arabieren zelf. Door leonhard de paepe.

De verbeeldingskracht van de gewone Arabier

Door haar goede kennis van het Arabisch is ze moeiteloos thuis in de Arabische filmsterren, popzangers, soaps en erotica. Wie wil weten wat de verbeeldingskracht van de gewone Arabier aanspreekt krijgt bij Bouazza een doorleefd beeld geschetst. Zo blijkt Libanon hofleverancier van popsterren, en is het land in korte tijd uitgegroeid tot het ‘Mekka van plastische chirurgie’. Marokkaanse vrouwen staan in de Arabische wereld bekend als te vrijgevochten, en Egyptenaren als arrogant. Met al die verschillen ontstaat een welhaast popartachtige collage.

Opvallend is Bouazza’s focus op seksualiteit en erotica. Ze gaat in op het heupwiegen van zelfbewuste zangeressen als Haifa Wehbe, de pikante amateurfilmpjes van meisjes die de hypererotische malayadans uitvoeren en de volgens Bouazza perverse Arabische obsessie met maagdelijk bloed tijdens de huwelijksnacht. De vele bijgelovige volksverhalen zoals de mythe van de ‘Friggi’' horen daar ook bij:

‘Het verhaal gaat dat vroeger, als het de man niet lukte om tijdens de huwelijksnacht de bruid te ontmaagden, Friggi’ erbij werd gehaald om de klus te klaren. En Friggi’, zoals de naam het al zegt, is de man die doorbreekt.’

Ook de verhalen over Bouazza’s eigen seksualiteit en onzekerheid komen pijnlijk eerlijk aan bod. Bouazza herinnert zich hoe ze als jonge vrouw rondliep op Hoog Catharijne, worstelend met het verlangen intiem te zijn en de ziekelijke angst om tegen de eisen van Allah in te gaan. Daar gaat Bouazza’s mes diep in eigen vlees.

Blinde vlekken in de media

Bouazza kruiste regelmatig de degens met de vaderlandse media, waarvan zij de lagere regionen leerde kennen. Ronduit schokkend zijn de commentaren van reaguurders op haar persoon, en vaak heeft ze een punt als ze de Nederlandse media een dubbele moraal verwijt. Maar Bouazza zelf is ook niet gevrijwaard van een blinde vlek.

Terwijl ze vlammend tekeergaat tegen de Nederlandse ‘hypocrisie’ en ‘racisme’ schrijft ze zonder schroom: ‘Thuis mocht ik van mijn oudere broers geen Nederlands spreken, want dat vonden ze aanstellerig.’ En: ‘Als een Nederlandse zender zoen- of seksscènes uitzond renden we naar de televisie om om te schakelen. Dit [nu] was een Egyptische serie en er werd niet gezapt.’ Bij een commercieel belspelletje op de Arabische televisie waarbij je 5.000 dollar kon winnen deden Bouazza en haar broer fanatiek mee: ‘Een prijsvraag georganiseerd door Arabieren, dat móést wel in de haak zijn.’

Maar uit diezelfde Arabische media diept zij ook regelrechte pareltjes, zoals het verhaal van de zwaar gesluierde Hissa Hilal, die in 2010 de wereldpers haalde maar hier in Nederland bijna niet is opgepikt. In het programma Shaai’r al Milyoen haalde ze met kritische gedichten die hard uit naar ‘extremistische geestelijken die een negatief en onverdraagzaam beeld neerzetten van moslims’. Hilal is tegelijkertijd vroom én vredelievend, een combinatie die de Nederlandse media blijkbaar nogal eens ontgaat. Bouazza laat daarna zien hoe religie in de Arabische cultuur constant wordt ingezet om mensen te mobiliseren, bang te maken, te knechten of te verdelen.

Verkrachtingen, huwelijkseisen en wetsartikelen

Grote aandacht heeft ze voor de ongelijkheid tussen man en vrouw in de Arabische wereld. Die ligt niet zo simpel als vaak gedacht wordt en vereist voor ons enig inlevingsvermogen – gelijkheid tussen man en vrouw is immers zo diep in de Nederlandse cultuur verankerd. In de analyse hiervan schiet Bouazza tekort. Als ze schrijft over de verkrachtingen op de straten in Caïro stelt ze: ‘Ik denk ook dat het heel wel mogelijk is dat het een bijeffect is van de opstand: die heeft tot veel anarchie en ongecontroleerd geweld geleid. In zo’n klimaat kun je verwachten dat sommige mannen misbruik maken van vrouwen.’ Hier gaat ze wel erg gemakkelijk voorbij aan de gevolgen van de seksuele onderdrukking voor Arabische mannen, waar ze die voor haarzelf en haar seksegenoten eerder zo pijnlijk eerlijk besprak.

De eenzijdige aandacht voor het leed van vrouwen, door feministische bril geanalyseerd, kan pijnlijk zijn. Dat blijkt uit haar genadeloze publieke afrekening met een ex-vriendje (‘ik was onder de indruk van zijn gespierde modellenlijf’) dat, gekweld door de gruwelijke maatschappelijke gevolgen van werkeloosheid, niet kan voldoen aan de traditionele huwelijkseisen, en daar nogal onhandig mee omgaat. Bouazza is keihard: ‘Ik was niet 33 jaar kieskeurig geweest, om met een troglodiet te eindigen.’ Om er wraakzuchtig aan toe te voegen: ‘Hij had er achteraf spijt van.’

Dit soort straatvechtersschermutselingen leiden soms af van de belangrijkere inzichten die Bouazza te berde brengt. De bespreking van het beruchte Marokkaanse wetsartikel 475 – al jaren door Marokkaanse vrouwenorganisaties fel bestreden – dat stelt dat een verkrachter niet vervolgd hoeft te worden als die zijn slachtoffer huwt, is zonder meer van grote waarde.

Ook haar relaas over de zedenpolitie in Arabische landen, met ‘hun mandaat voor morele betweterij van bovenaf’ bevat belangrijke gedachten, omdat ze hier zorgvuldig nadenkt over de mogelijkheden voor dialoog tussen de islamitische en Nederlandse cultuur. Ze heeft gelijk: de revoluties in de Arabische landen spelen zich vooralsnog niet constitutioneel af, maar in de hoofden van gewone mensen en die mensen zijn onze aandacht waard. Bij zoveel verstandigs moet je concluderen dat het inderdaad jammer is, dat Arabieren als Bouazza, zelfs al schieten ze soms uit de bocht, zo stiefmoederlijk behandeld worden in de vaderlandse media.

Leonhard de Paepe studeerde aan de kunstacademie en is filosoof.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum