Recensie: Liefde en inbeelding

30 juni 2012 , door Arjen van Meijgaard
| | |

Wat speelt Marías in zijn nieuwste roman De verliefden (vertaald door Aline Glastra van Loon) een mooi spel met de lezer. De observaties van de hoofdpersoon, María Dolz, een vrouw van rond de veertig, werkzaam bij een uitgeverij, worden uit de doeken gedaan in lange zinnen van soms wel een halve bladzijde. Maar niet alleen wat zij ziet of meemaakt, dat zou in vijftig pagina’s verteld kunnen worden, of misschien wel minder, juist ook haar gedachten en haar ideeën over de anderen, de mensen die een rol spelen in het verhaal. Zij bedenkt wat die anderen zouden kunnen denken en construeert op die manier de loop van de gebeurtenissen. Juist die mengeling van fantasie en werkelijkheid, hoewel beide uiteraard fictie, geven het verhaal extra diepte. Door arjen van meijgaard.

N.B. De verliefden is een van Athenaeums Zomerboeken.

Persoonlijke observaties

María Dolz ontbijt iedere morgen in hetzelfde café, min of meer op hetzelfde tijdstip. Aan een van de andere tafeltjes zit een echtpaar, een man en een vrouw die in haar ogen volmaakt gelukkig zijn. Terwijl ze hen observeert, vraagt ze zich af wat zij voor werk doen, waarover ze praten, en waarom het lijkt alsof ze elkaar net kennen, zo verliefd gaan ze met elkaar om en zo levendig en sprankelend zijn de gesprekken, niet alsof ze zojuist uit hetzelfde bed zijn opgestaan. Ook hun kinderen komen weleens langs in het café.

Maar op een ochtend komt het echtpaar niet meer. Hun afwezigheid duurt langer dan een vakantie, Mariá maakt zich ongerust. Dan blijkt dat de man vermoord is door een parkeerwachter, die hem uit woede neerstak, omdat zijn dochters door de gelukkige echtgenoot in de prostitutie zouden zijn beland. Zo staat het in de krant, een kort artikel na de moord. En dat was het, het einde van de man, van het stel, van de verliefden.

María legt contact met de weduwe Louisa, en Javier, de beste vriend van de vermoorde, die nu zorg draagt voor de Louisa en haar kinderen. Ze observeert, bedenkt hoe de weduwe zich moet voelen, wat voor vrouw het is, hoe haar toekomst eruit zal zien. Ze krijgt een relatie met Javier, een beetje een scheve relatie, want zij lijkt meer in hem geïnteresseerd dan andersom. Dan komt ze achter iets wat ze niet had mogen weten. Dat wat María gehoord heeft leidt tot vermoedens, vermoedens die ze inkleurt, aanpast, dan weer wegwuift omdat het niet waar kan zijn wat ze denkt.

‘Onze overtuigingen zijn vergankelijk en zwak, zelfs die waarvan we denken dat ze het sterkst zijn. En ook onze gevoelens. We zouden er niet op moeten vertrouwen.’

Meeslepende gedachtekronkels

Door de traagheid en de uitgesponnen gedachten en associaties wordt het verhaal levensecht. Mensen beelden zich dingen in, houden daar aan vast bij het minste of geringste dat aangeeft dat ze misschien op het juiste spoor zitten, maar dan duikt de twijfel weer op. Klopt het wel wat ze denken, en wat als het allemaal anders in elkaar zit? En dan is er nog de liefde, hoezeer staat de liefde tussen gevoel en ratio in?

Javier Marías trakteert de lezer op originele invalshoeken, waarbij je even stilstaat en niet anders kan dan toegeven dat hij, of Mará Dolz, die het immers denkt, gelijk heeft.

‘De wereld is zozeer van de levenden en in feite zo weinig van de doden […] dat de eersten de neiging hebben te denken dat de dood van een geliefde iets is wat hun meer is overkomen dan de overledene, wie het in werkelijkheid is overkomen. Hij is het die afscheid moest nemen, bijna altijd tegen zijn wil, hij is het die alles is kwijtgeraakt wat nog stond te gebeuren […] die afstand moest doen van zijn weetgierigheid of zijn nieuwsgierigheid, die plannen onuitgevoerd en woorden onuitgesproken liet waarvan hij altijd had gedacht dat er later tijd voor zou zijn, die niet meer ergens bij aanwezig kon zijn; hij is het die, als hij schrijver, filmer, schilder of componist was, een boek of een film of een schilderij of een compositie niet kon afmaken, of die, als hij alleen lezer, toeschouwer of luisteraar was, de eerste niet kon uitlezen, de tweede niet kon uitkijken en de vierde niet kon uithoren.’

Soms een uitgebreide en toegelichte invalshoek, soms kort en krachtig:

‘… het is niet te geloven dat we na zoveel eeuwen waarin de mensen onophoudelijk met elkaar praten niet kunnen achterhalen wanneer men ons de waarheid vertelt.’

De lezer wordt meegesleept, steeds verder het verhaal in, en kan zich levendig de gedachtekronkels en twijfels van María Dolz voorstellen. De climax wordt langzaam opgebouwd, met onverwachte wendingen en af en toe een dood spoor. En dan is het boek uit, het lijkt of niet de schrijver maar María Dolz besluit er een punt achter te zetten. Zij neemt een beslissing waardoor het verhaal klaar is. Af. En daar heb je je als lezer bij neer te leggen, of je het met haar eens bent of niet.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse,  Franse en Spaanse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en derecensie-web.log.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum