Recensie: Leven met het verleden

30 november 2015 , door Emmi Schumacher
| |

Wat zou Nathan Englander zeggen over de controverse aangaande 'Foute keuze' van Auke de Leeuw, het gedicht over een gesneuvelde SS-er dat uiteindelijk niet werd voorgedragen tijdens de Dodenherdenking op de Dam? Wat zou hij vinden dat we aanmoeten met onze collectieve herinneringen? Misschien zou hij wel zeggen dat we tamelijk machteloos staan tegenover herinneringen, die indruk krijg je tenminste bij het lezen van zijn verhalenbundel Waar we het over hebben wanneer we het over Anne Frank hebben (What We Talk About When We Talk About Anne Frank, vertaald door Paul Bruijn & Nicolette Hoekmeijer). Door emmi schumacher.

Geen enkele van de acht korte verhalen waar de bundel uit bestaat speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust zelf. Maar in bijna elk verhaal is de (joodse) geschiedenis prominent aanwezig. In 'How we avenged the Blums' bijvoorbeeld besluit een groepje jongens in een joodse wijk in Long Island zich met geweld te proberen te verdedigen tegen een groep anti-semitische pestkoppen. Ze moeten alleen nog wel toestemming zien te krijgen van het hoofd van de gemeenschap:

'His approval was granted, but only grudgingly. The old man is not to be blamed. Karate, he knew nothing of; the closest sport he was familiar with was wrestling, and this from rabbinic lore - a Greco-Roman version. His main point of protest, therefore, was that we'd be wrestling the uncircumcised publicly and in the nude. When the proposal was rephrased and he was told that we were being trained to battle the descendants of Amalek, who attacked the Israelites in the desert; that we were gearing up to face the modern-day spawn of Haman (cursed be his name); when told it was to fight the Anti-Semite, he nodded his head, understanding. "Cossacks," he said, and agreed.'

Voor de rabbi, en voor de jongens zelf, is dit conflict hun eigen hoofdstuk in de lange geschiedenis van vervolging van het joodse volk. Ze zien zichzelf als product van hun geschiedenis, en vinden het dan ook moeilijk zich een agressieve houding aan te meten: 'after two thousand years of being chased, we didn't have any hunt in us.'

Ook andere aspecten van de joodse traditie en identiteit komen aan bod. In het titelverhaal tasten twee koppels, één seculier en de ander orthodox, hun verschillen en overeenkomsten af. 'Sister hills' is het levensverhaal van een koloniste in Jeruzalem, en in 'Peep show' wordt een man die het joodse geloof de rug heeft toegekeerd geplaagd door visioenen van de rabbi's uit zijn jeugd. In 'Everything I know about my mother's side of the family', het meest autobiografisch aandoende verhaal, onderzoekt Englander de manier waarop zijn familie omgaat met het eigen joodse verleden.

Door verschillende manieren van vertellen te gebruiken vermijdt Englander dat elk verhaal een herhaling van zetten wordt. 'Sister hills' heeft een mooie, gedragen toon die goed bij het verhaal past, terwijl in andere verhalen de humor niet ver te zoeken is en Englanders gevoel voor ironie en nuance nooit verloren gaat. Ook wisselt hij van perspectief: de hoofdpersoon is zelf misschien getraumatiseerd door de oorlog, of moet zien om te gaan met het trauma van iemand anders; en is misschien zelf joods, maar weet zich geen raad met de overgeleverde tradities.

Wat de verhalen dan wel weer gemeen hebben is het idee dat herinneringen, dat wat we met ons meedragen vanuit ons verleden, zich aandienen of we dat nou willen of niet. Collectieve herinneringen oefenen op elk individu een unieke invloed uit, waar Englander dankbaar, en met succes, gebruik van maakt.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum