Recensie: Stuitende schotschriften

30 november 2009 , door David Peeperkorn
| | |

Names make news, het reduceren van complex nieuws tot een simpele story over een bekend persoon (Obama, Sarkozy, Balkenende) is niet iets dat pas in onze dagen is uitgevonden. Het is de techniek van de libelles, nouvelles à la main, chroniques scandaleuses en van de vies privées zoals deze sinds Lodewijk XIV in Frankrijk wordt bedreven. Met zijn The Devil in the Holy Water zet Robert Darnton zijn onderzoek voort naar de Franse clandestiene lectuur. In dit boek gaat hij in op Franse slander & libels, van het ancien régime tot en met de Revolutie. Londen blijkt een belangrijke kolonie uitgeweken Fransen te herbergen. De Franse politie staat in dit pays de liberté machteloos tegen hun ondermijnend geschrijf.

Sinds zijn meesterwerk uit 1979, The Business of Enlightenment. A Publishing History of the Encyclopédie 1775-1800, geldt de Amerikaan Robert Darnton als dé  autoriteit op het gebied van de geschiedenis van het clandestiene boek in Frankrijk. In The Devil in the Holy Water concentreert hij zich op de schotschriften – ons Nederlands kent niet zulke lekkere woorden als slander, libel of het Franse libelles – uit de tijd van de Verlichting en de Franse Revolutie. Zijn vertrekpunt zijn vier met elkaar samenhangende libelles. De bron van de eerste twee moet in Londen worden gezocht. Het gaat om Le Gazetier cuirassée uit 1771, Le Diable dans un bénitier van omstreeks 1783, en uit de tijd van de Revolutie La Police de Paris dévoilée en La Vie secrète de Pierre Manuel. Deze libelles zijn, zo schrijft Darnton, 'a lost world, waiting to be explored'.

Het boek waarin Darnton verslag doet van deze vergeten wereld, is rijk en gelaagd. Men kan het op verschillende manieren lezen: als een whodunit met geheime operaties van de Franse politie in Londen, corruptie van die politie, spionnen, intriges en politieverhoren in de Bastille. Tegelijkertijd is het boek een wetenschappelijk en met archiefstukken geschraagd verslag van de Franse clandestiene lectuur en de markt voor ongecensureerde boeken. Darnton plaatst dat verslag steeds in de context van historische gebeurtenissen. Daarom kan men zijn boek ook lezen als een alternatieve geschiedenis van de nadagen van het ancien régime en van de Franse Revolutie. Een andere laag wordt gevormd door een veelheid aan vignetten. Het boek bevat korte portretten van de hoofdrolspelers en geeft schetsen van schotschriften en boeken, die alleen bij insiders bekend zijn. Ten slotte, diepste laag van het boek, schetst Darnton communicatiesystemen en legt hij verbanden met de obsessies en mythen van de tijd waarin zijn verhaal speelt. Men kan spreken van een antropologische benadering. Maar Darnton relativeert deze benadering: we weten te weinig van de reacties van het lezerspubliek. Juist onder het ancien régime ontstaat wat sindsdien publieke opinie wordt genoemd, zoals hij schrijft, 'a mysterious force'.

Een rode draad in het boek is het onderscheid van Jürgen Habermas tussen de publieke en de private sfeer als verklaring voor het ontstaan van die publieke opinie. Darnton neemt afstand van de opvattingen van Habermas en schetst een complexer ontstaan van nieuws en opinie. De grens tussen publieke en private sfeer verschuift ten koste van de privésfeer: in de tijd van Lodewijk XIV was politiek een privézaak van de koning. Burgers hadden er niets mee te maken, zij hoorden zich niet met politiek te bemoeien. In de tijd van Lodewijk XV treedt een eerste verschuiving op: de maitresses en titre van de koning werden in de libelles verbeeld als het werkelijke centrum van politieke macht. Onder Lodewijk XVI treedt opnieuw een verschuiving op ten koste van de privésfeer: zijn huwelijksrelatie met Marie Antoinette komt op straat te liggen. De sansculottes trekken zich niets aan van het recht op privé-leven van hun koning. Het onderscheid publiek-privé maakt eveneens duidelijk dat Fransen zich ook vandaag nog in de tijd van de Zonnekoning wanen. Toen een journalist aan Mitterand vroeg wat hij dacht van de affaire Monica Lewinsky antwoordde deze simpelweg met een ‘Eh, alors?’

Hoogte- (of diepte)punt zijn de stuitende schotschriften tegen Marie Antoinette. Vóór het uitbreken van de Revolutie van 1789 is zij nog slechts een vrouw die gekweld wordt door de impotentie van haar man, en ontrouw is aan de koning. Vanaf 1789 wordt Marie Antoinette een evil queen, met maar één doel voor ogen, de ondergang van de Fransen. Op prenten die overal te koop zijn, wordt zij afgebeeld als een monster, zoals dat indertijd in Chili was gesignaleerd, een mythe van de 18de eeuw.

Wat is de historische betekenis van de libelles? Het antwoord van Darnton is genuanceerd. Door hun gelijkvormigheid en hun appelleren aan algemene gevoelens van onbehagen, heeft clandestiene lectuur het collectieve onbewuste stellig beïnvloed. Maar in hoeverre dat, naast allerlei ander uitingen, ook de loop van de geschiedenis heeft beïnvloed, valt moeilijk te zeggen. Er is te weinig bekend van reacties van lezers, van het publiek. In ieder geval hebben deze schotschriften de Franse monarchie ‘gedesacraliseerd’. Ook dient men te onderscheiden tussen de periodes vóór en na de Revolutie. Tijdens de Franse Revolutie krijgen de libelles een andere toon; zij worden moraliserend en sinister. Samenzweringen, complotten zijn aan de orde van de dag. Aangeven, verklikken van anderen wordt een nationale deugd.

Het boek zegt veel over werking en technieken van een populariserende journalistiek en pers. Daarom heeft het actualiteitswaarde. Darnton schrijft een helder, nimmer gewichtig Engels. Men bewondert zijn zorgvuldig en geduldig ontrafelen van de meest ingewikkelde intriges. Het boek is voorzien van illustraties die in de tekst zijn geplaatst. Daardoor zijn zij functioneel en ondersteunen ze die tekst. Aan het slot van het boek wordt de website vermeld van een ‘elektronisch supplement’ bij The Devil in the Holy Water met vertalingen van verschillende bronnen.

David Peeperkorn is jurist. Hij is de schrijver van Jean-Jacques Rousseau en zijn uitgever Marc-Michel Rey (Zutphen, Walburg Pers, 2009).

pro-mbooks1 : athenaeum