Recensie: Gehuld in ruis

30 november 2015 , door Emmi Schumacher
| | | |

De vertaling van C van Tom McCarthy (zie ook de voorpublicatie) is een van de beste boeken van 2011. We hernemen Emmi Schumachers recensie.

Voor de Britse schrijver Tom McCarthy, wiens derde roman, C, in 2010 de shortlist van de Man Booker Prize haalde, lijkt een roman zowel een manier om natuurkundige en filosofische verschijnselen te onderzoeken als om een verhaal te vertellen. Zijn debuutroman, Remainder, ging bijvoorbeeld over een jonge man die geobsedeerd is door tijd: door gebeurtenissen steeds weer na te spelen probeert hij de tijd stil te zetten, te bevriezen en te controleren. De hoofdpersoon van C, Serge Carrefax, is ook een opgroeiende jongen, maar zijn obsessie is er een met elektriciteit, met trillingen en vibraties, met patronen die alleen hoorbaar zijn als je de hele nacht radiofrequenties afloopt, of als je in een gevechtsvliegtuig hoog in de lucht het slagveld overziet. Door emmi schumacher.

Serge wordt geboren in de laatste jaren van de negentiende eeuw, op een afgelegen landgoed in Engeland waar zijn vader experimenten doet met telegrafie. Serge zelf bouwt een radiomast en vangt boodschappen op uit heel Europa. In de Eerste Wereldoorlog wordt hij ingezet als ‘observer’, hij vliegt met de piloot mee, maakt foto’s van de omgeving en geeft essentiele informatie bij het coördineren van bombardementen. De ervaringen die hij opdoet — na de oorlogsperiode in Frankrijk komt hij terecht in een door drugs en feesten bezeten Londen, en uiteindelijk belandt hij zelfs in Egypte — lijken hem echter niet te raken, in ieder geval niet zoals zijn obsessie met energie dat doet.

Serge ziet de alledaagse werkelijkheid alleen in termen van signalen, codes, patronen. Voor hem is de wereld alleen echt te begrijpen door te letten op energiepatronen, energievelden, alles wat er om ons heen gebeurt maar wat we alleen met speciale apparatuur kunnen opvangen, of alleen vanuit bepaalde oogpunten kunnen overzien. Is dat een obsessie die hem ervan weerhoudt de wereld te zien zoals die is, of is het een waardevolle manier van kijken? Waarom nemen we nooit de moeite om echt na te denken over zaken waar we constant mee te maken hebben, zoals tijd, of elektriciteit? Wat is de energie die overal om ons heen is precies, die het mogelijk maakt geluiden en beelden van de ene plek naar de andere te sturen? Is het iets waar contact mee mogelijk is? Is het iets levends?

‘The static’s like the sound of thinking. Not of any single person thinking, nor even a group thinking, collectively. It’s bigger than that, wider — and more direct. It’s like the sound of thought itself, its hum and rush. Each night, when Serge drops in on it, it recoils with a wail, then rolls back in crackling waves that carry him away, all rudderless, until his finger, nudging at the dial, can get some traction on it all, some sort of leeway. The first stretches are angry, plaintive, sad — and always mute. It’s not until, hunched over the potentiometer among fraying cords and soldered wires, his controlled breathing an extension of the frequency of air he’s riding on, he gets the first quiet clicks that words start forming: first he jots down the signals as straight graphic lines; then, below these, he begins to transcribe curling letters, dim and grainy in the arc light of his desktop…’

C zit vol met natuurkundige termen, ingewikkelde codes en vergezochte theorieën. Maar het is geen boek dat een beroep doet op het intellect alleen: alle schoonheid en mysterie die er voor Serge in de wereld te vinden is, vindt hij in de wetenschap. Ook McCarthy’s stijl, hoewel soms lichtelijk oververhit (‘black birds whirr silently beneath a concave vault of sky’, en dat al op de eerste pagina), is een mooie combinatie van het wetenschappelijke en poëtische.

Het ontwikkelen van een strak, duidelijk plot en het uitdiepen van personages was voor McCarthy blijkbaar minder — misschien wel te weinig — van belang. De gebeurtenissen volgen elkaar op zonder echt met elkaar in verbinding lijken te staan, terwijl de meeste personages om Serge heen spoedig na hun verschijning weer in de statische achtergrond van de roman verdwijnen. De enige rode draad in de roman is de alom aanwezige energie, die Serge constant probeert te peilen. Om betekenissen te achterhalen is ook de lezer veroordeeld tot de continue poging het grotere geheel te overzien. Tot het interpreteren van signalen, het ontrafelen van codes.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum