Leesfragment: Het bouwen van een zenuwstelsel

04 mei 2023 , door Margo Jefferson
| |

9 mei verschijnt het nieuwe, met de Rathbones Folio Prize bekroonde boek van Margo Jefferson, Het bouwen van een zenuwstelsel. Een memoir (Constructing a Nervous System), in de vertaling van Jenny Mijnhijmer. Lees nu vast een fragment.

Wat kan een Zwart vrouwelijk lichaam allemaal zijn? In Het bouwen van een zenuwstelsel versplintert Jefferson zichzelf eerst en bouwt zichzelf vervolgens weer op door haar gelauwerde kritieken te vervlechten met de woorden van overleden familieleden, sleutelmomenten uit haar leven, en met gedramatiseerde berichten van mensen die haar in haar eenzaamheid vergezelden. Jazzklanken vormen de intieme en leerzame stem van een ouder. Bing Crosby en Ike Turner zijn twee van haar alter ego’s. Zo ontstaat een remix van haarzelf in een nieuwe, met leven overgoten, muzikale vorm. Met diepgang en ontroerende schoonheid herontdekt Jefferson identiteit en de vorm van de memoir.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Negroland.

 

I

Ik stond in een fel, hard licht. Het toneel was kaal.
Ik strekte mijn arm uit – nee, gooide, smeet hem van me af – wees met een beschuldigende vinger, richtte me toen tot een onzichtbaar publiek en verklaarde:
DIT IS DE VROUW MET MAAR ÉÉN JEUGD.
Het was onderdeel van het nachtelijk droomwerk. En ik was van streek toen ik wakker werd want ik had mezelf aangesproken. Mijn toon was scherp en mijn uitgestrekte arm met zijn beschuldigende vinger had de impact van dat specifieke moment in melodrama wanneer de schurk (tot dan toe succesvol in zijn plannen om het leven van de heldin te ruïneren) wordt ontmaskerd, veroordeeld en voorbereid op straf.

Ik begreep wat ik moest doen.
Aan het eind van zijn voorstelling keek Bill Bojangles Robinson altijd op naar de lichtcabine en riep: Geef me een spot. Mijn Kleur.
Pauze. Dan
Op zwart.

Toen het licht weer aanging wist ik dat het tijd was om een ander zenuwstelsel te bouwen.
Gedurende het grootste deel van mijn volwassen leven had ik het gevoel dat ik mezelf in stukken moest breken – hameren, zagen, de onwaardige delen weg moest beitelen – en daarna weer opbouwen, om een persoon met een complex en aansprekend karakter te worden, iemand (zoals ik het formuleerde) met ‘een rijk binnenleven’. Het was bewerkelijk. Zoals metselwerk.
En gevangen binnen dat versteende metselwerk zegt de menselijke ik, hou vol. Bewondert zichzelf om het zeggen van hou vol, om vervolgens... Vol te houden.
Terwijl ik dit bleef doen werd ik ontevreden. Dit bouwwerk was te onwrikbaar. Ik wilde dat het een mechaniek van bewegende delen zou worden. Delen die samensmelten, barsten, breken, clusteren, hobbelen en drijven. Ik wilde het voortdurende dreunen ervan horen. Elk onderdeel van mijn leven moest DREUNEN. Zelf gekozen, opgelegd, geërfd, verzonnen. Ik stelde het me voor als een zenuwstelsel. Maar niet het standaard biologische. Het was een verzameling. Mijn zenuwstelsel is mijn structurering van recombinante gedachten, herinneringen, gevoelens, sensaties en woorden.

Herhaal wat IK zeg:
Het is tijd om een ander zenuwstelsel te bouwen

Je schrijft kritieken. Je schrijft een memoir.
Wat zullen jouw tactieken, strategieën, instrumenten zijn om dit zenuwstelsel te bouwen?
Ik blijf zeuren en priegelen, verzet me tegen de woorden ‘criticus’ en ‘kritiek’. Zulke deftige, gematigde woorden. Ze overtuigen me ervan dat Gertrude Stein gelijk had, dat zelfstandig naamwoorden saai zijn omdat ze enkel dingen benoemen, ‘en alleen maar namen noemen is goed als je een naam wilt noemen, maar is het goed voor andere dingen’. Wanneer je blij wordt van een tafzijde petticoat, een luchtboog, een klankkamer van noten en lettergrepen – als een idee je het gevoel geeft ‘alsof je hersenpan eraf vliegt’ – verlaat dan je omgeving van te gematigd proza en blijf kritiek schrijven.
Wat ‘memoir’ betreft, ik blijf er bijvoeglijke naamwoorden aan koppelen. Cultureel memoir, temperamentvol memoir: wat maakt me zo bang? Ik wil dat memoir en kritiek samensmelten. Kunnen ze dat? En zo ja, hoe?
Lees verder.

Er is geen ontkomen aan de oerstof van het geheugen en de ervaring. Dramatiseer het, analyseer het, pas het per ongeluk aan, geef het expres opnieuw vorm.
Noem het temperamentvolle autobiografie.

Wees een criticus van het verleden van je eigen proza. Deze woorden bijvoorbeeld.
Een jonge romanschrijver vroeg me: Waarom heb je ervoor gekozen om kritieken te schrijven?
Ik wilde mijn weg vinden naar het centrum van de Amerikaanse cultuur, en manieren bedenken om het te decentreren, vertelde ik haar.
Waarom heb je ervoor gekozen om een memoir te schrijven? vroeg ze.
Ik wilde mijn weg vinden naar mijn eigen Amerikaanse kern en taal vinden voor de breuken daarin, antwoordde ik.

Deze woorden zijn niet fout en ze waren effectief om de toon te zetten voor lezingen. Ze zijn echter te gladjes, te minzaam bezwerend. Te bedacht om de waardevolle reis te tonen, het eervolle doel. Het opgelegde en aanvaarde juk. (Vooral rechtop staan, alsjeblieft, je bent een van de eerste Zwarte/vrouwelijke recensenten, je bent een van de eersten van jouw ras en geslacht die gestaag recensies publiceren in menig veelgelezen tijdschrift vanaf de jaren zeventig tot in de eenentwintigste eeuw.) Je schrijft om de kunst en cultuur van niet-witten, niet-mannelijken en niet-heteroseksuelen te eren en er een blijvende plaats voor op te eisen; je schrijft om te genieten van en te laten zien dat je op je gemak bent met dat alles, inclusief de kunst en cultuur van witte mannelijke heteroseksuelen. Je schrijft om je eigen gaven en vaardigheden te tonen.
Is dit stilstaan bij het verleden overdreven? Het heeft wel de juiste toon: die tijden en die omstandigheden vereisten manieren van zelfbeschermende grootsheid. Je was altijd aan het inschatten – niet altijd goed – hoe iets te bewerkstelligen; te slagen als een symbool, en een zelf.

Vergeet niet: een memoir is je heden dat onderhandelt met versies van je verleden over een toekomst waarin je bereid bent te verschijnen.

. . .

Op een toneel vol lichamen, spreken de volwassen wezen de laatste zinnen van het familiespel uit.
Exeunt alleen.
Bereid je voor op een nieuw toneelstuk.

Terwijl ik dit schrijf maak ik me zorgen dat ik op het punt sta rauwe intieme dingen naar nieuwe, niet-toegewijde lezers te slingeren. Maar als ik het uitstel, dan bescherm ik mezelf. En doe ik alsof het voor hen is.

[…]

 

© Copyright 2022, Margo Jefferson
Copyright Nederlandse vertaling © 2023 Jenny Mijnhijmer/ bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum