Leesfragment: Hoe migratie echt werkt

09 december 2023 , door Hein de Haas
| | |

Nu in de boekhandels en in de eindejaarslijstjes: Hein de Haas, Hoe migratie echt werkt. Het ware verhaal over migratie aan de hand van 22 mythen (How Migration Really Works ), vertaald door Alexander van Kesteren. Lees bij ons een fragment en bestel dat boek!

Al jaren zorgt het debat over migratie voor verdeeldheid binnen de wereldpolitiek en inmiddels lijkt de kloof groter dan ooit. De media tonen bijna wekelijks beelden van gevaarlijke overtochten op de Middellandse Zee en politici beloven de toestroom van migranten en asielzoekers in te perken. Anderen beweren dat we immigranten juist hard nodig hebben om groei en innovatie te stimuleren. Maar wat zijn de feiten achter de krantenkoppen, de beweringen van politici en de beslissingen die zij nemen?

Op basis van 30 jaar onderzoek maakt hoogleraar Sociologie Hein de Haas korte metten met 22 hardnekkige linkse én rechtse migratiemythen, voorziet hij de lezer van essentiële kennis en confronteert ons met ontnuchterende lessen over migratie. Hoe migratie echt werkt is een inspirerend, onthullend en onmisbaar boek dat onze kijk op de wereld compleet zal veranderen.

Hein de Haas is socioloog, geograaf en een internationaal toonaangevend migratieonderzoeker. Tussen 2006 en 2015 was hij onderzoeker aan en mededirecteur van het International Migration Institute (IMI) aan de Universiteit van Oxford. Momenteel is hij hoogleraar Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, van waaruit hij leiding blijft geven aan het IMI. Daarnaast is hij buitengewoon hoogleraar Migratie en Ontwikkeling aan de Universiteit Maastricht.



 

mythe 1
We leven in tijden van ongekende massamigratie

Migratie lijkt recordhoogten te bereiken en uit de hand te lopen. Ons wordt verteld dat de wereld nog nooit zoveel migratie heeft meegemaakt en dat dit een crisis heeft veroorzaakt. Door schrijnende armoede, bevolkingsgroei, onderdrukking, oorlog en klimaatverandering raken steeds meer mensen op drift. Hierdoor vertrekken mensen in zulke grote getalen naar steden en het buitenland, dat dit de opnamecapaciteit van samenlevingen van bestemming overstijgt. De zich wereldwijd snel vermeerderende migratie- en vluchtelingencrises voeden de angst dat als deze problemen niet spoedig worden aangepakt, deze massale uittocht weldra onbeheersbare vormen zal aannemen. Dit alles lijkt te bevestigen dat we leven in tijden van ongekende massamigratie.
Dat is het beeld dat we van migratie krijgen wanneer we televisiekijken, de krant lezen of op internet surfen. Regeringen lijken steeds machtelozer te staan tegenover de steeds grotere toevloed van wanhopige migranten en vluchtelingen die bereid zijn zeeën over te steken en woestijnen te doorkruisen om de grenzen van het Welvarende Westen te bereiken. Doordat immigranten een steeds groter percentage van nationale bevolkingen uitmaken, lijkt de etnische, raciale en religieuze diversiteit van onze samenlevingen groter dan ooit.
Als gevolg van de mondialisering is het eenvoudiger dan ooit om over grote afstanden te reizen en contacten te leggen. Sinds de jaren negentig ontketenden satelliettelevisie, internet en smartphones een revolutie in de mondiale connectiviteit. Zelfs in de kleinste dorpen en meest afgelegen stadjes in landen als Guatemala, Ethiopië en Afghanistan kunnen mensen nu verbinding leggen met de rest van de wereld. Dat heeft de horizon van jonge mensen overal op de planeet aanzienlijk verbreed. Blootstelling aan de beelden van rijkdom en luxe in het Westen lijkt een migratiekoorts te hebben aangewakkerd onder jongeren die maar wat graag willen weten hoe het is om te leven in de landen van melk en honing.
Dat alles lijkt de migratiedruk almaar te verhogen. De internationale ongelijkheid is nog altijd onverminderd groot terwijl veel ontwikkelingslanden worden geplaagd door armoede, instabiliteit, corruptie en gewelddadige conflicten. Tegelijkertijd zijn er door de snelle bevolkingsgroei elk jaar meer hongerige monden om te voeden, waardoor de concurrentie om de schaarse middelen alleen maar verder lijkt toe te nemen. Meer recentelijk is ook klimaatverandering als een nieuw ingrediënt toegevoegd aan deze cocktail van menselijke ellende. Klimaatverandering leidt tot toenemende overstromingen, droogtes, orkanen en bosbranden. De mensen die hun huizen, vee en landbouwgrond verliezen, of door een opeenvolging van mislukte oogsten aan armoede ten prooi vallen, lijken geen andere optie te hebben dan te vluchten. Ze sluiten zich derhalve aan bij de massa’s ontheemden in het mondiale Zuiden die door wanhoop gedreven naar het mondiale Noorden willen migreren.
Het idee dat we leven in tijden van ongeëvenaarde massamigratie wordt verdere geloofwaardigheid verleend door eindeloos herhaalde claims van prestigieuze internationale organisaties – zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (iom) en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (doorgaans aangeduid met de Engelstalige afkorting unhcr) – dat het aantal migranten en vluchtelingen wederom nieuwe recordhoogten heeft bereikt. Zo claimde de iom in 2021 dat ‘de huidige mobiliteit van mensen groter is dan ooit tevoren in de moderne geschiedenis en nog altijd snel toeneemt’. De unhcr beweerde op zijn beurt, op nogal alarmistische toon, dat we een ‘mondiale crisis van ontheemding’ meemaken, waarbij conflict, geweld en klimaatverandering meer en meer mensen uit hun thuislanden verdrijven. In 2022 stelde deze organisatie dat de migratie, met een recordaantal van 100 miljoen ontheemden, een ‘dramatische mijlpaal had bereikt die weinigen een decennium geleden zagen aankomen’.
Dit alles komt samen in het dominante beeld van een ‘migratiecrisis’. Het idee dat we leven in tijden van ongeëvenaarde massamigratie is de meest wijdverbreide opvatting over migratie. Hoewel ze zeer verschillende oplossingen voor dit probleem voorstellen, lijken politici van links tot rechts, klimaatactivisten, nativistische groepen, humanitaire ngo’s, vluchtelingenorganisaties en de media het eens over één ding: het huidige tijdperk wordt gekenmerkt door een ongekende migratiecrisis die wordt voortgedreven door een reeks mondiale, economische, demografische en ecologische crises. Volgens deze verhaallijn staat de wereld in brand, met als gevolg dat de migratie gierend uit de klauwen loopt.

Hoe het echt werkt

Internationale migratie is op een laag en stabiel niveau gebleven

Hoewel het idee dat migratie ongekende recordhoogten bereikt de status van een onbetwiste waarheid heeft verworven, vertellen de feiten een ander verhaal. De huidige niveaus van internationale migratie zijn niet uitzonderlijk hoog en nemen ook niet toe. Sterker nog, de afgelopen decennia is de relatieve intensiteit van mondiale migratie opmerkelijk stabiel gebleven. Volgens de meeste definities is een internationale migrant iemand die ten minste zes à twaalf maanden in een ander land dan zijn of haar geboorteland woonachtig is. Op basis van deze definitie, en gebruikmakend van data van de bevolkingsafdeling van de vn, waren er in 1960 wereldwijd zo’n 93 miljoen internationale migranten. Dit cijfer steeg tot 170 miljoen in 2000 en vervolgens naar schatting tot 247 miljoen in 2017. Op het eerste gezicht lijkt dit een enorme toename. Maar de groei van de wereldbevolking hield hiermee grofweg gelijke tred: die groeide van 3 miljard in 1960 naar 6,1 miljard in 2000 en 7,6 miljard in 2017. Kijken we naar het aantal internationale migranten als percentage van de wereldbevolking, dan zien we dat het relatieve migratieniveau stabiel rond de 3 procent is gebleven. Daar komt nog bij dat de cijfers uit het verleden vroegere migratieniveaus waarschijnlijk onderschatten, aangezien veel migratie in voorgaande decennia niet werd geregistreerd.
Deze cijfers weerleggen het idee dat de mondiale migratie in intensiteit toeneemt. Uit onderzoek weten we bovendien dat de mondiale migratieniveaus eind negentiende, begin twintigste eeuw waarschijnlijk hoger lagen. Dat waren de hoogtijdagen van de trans-Atlantische migratie, toen tientallen miljoenen Europeanen de ‘Oude Wereld’ de rug toekeerden om hun geluk te beproeven in de landen van de ‘Nieuwe Wereld’, zoals de Verenigde Staten, Canada, Argentinië en Brazilië, evenals Australië en Nieuw-Zeeland. Deze grootschalige emigratie vond plaats in de periode waarin het Europese imperialisme op zijn hoogtepunt was en vele Europese soldaten, kolonisten, missionarissen, bestuurders, ondernemers en arbeidskrachten zich in Afrikaanse en Aziatische koloniën vestigden.
De onstilbare vraag naar arbeidskracht die werd aangejaagd door het Europese imperialisme en de industrialisering bracht ook elders in de wereld grote migratiestromen op gang. Tussen 1834 en 1941 verscheepten Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland tussen de 12 en 37 miljoen contractarbeiders – ‘koelies’, vooral afkomstig uit India, China en Indonesië – naar hun koloniale bezittingen in het Caraïbisch gebied, Oost-Afrika en elders. De Britten wierven naast plantagewerkers voor het Caraïbisch gebied ook contractarbeiders voor hun Oost-Afrikaanse kolonies; onder hen waren bijvoorbeeld Indiërs die in de jaren 1890 de Kenia-Oegandaspoorlijn aanlegden. In Japan werden maar liefst een miljoen contractarbeiders geworven om te werken op bestemmingen als Hawaii, de vs, Brazilië en Peru. Na de Bolsjewistische Revolutie van 1917 en de stichting van de Sovjet-Unie in 1922 leidde het Russische imperialisme tot de grootschalige emigratie en vestiging van etnische Russen in Sovjetrepublieken als Letland, Estland, Oekraïne, Belarus, Moldavië en Kazachstan, en ook tot de migratie van Russen naar Siberië en niet-Russische gebieden.
Tussen 1846 en 1940 migreerden in totaal zo’n 150 miljoen mensen tussen continenten, wat gelijkstaat aan 9 procent van de wereldbevolking in 1900. Daarbij is bovendien geen rekening gehouden met grootschalige migraties die toen binnen Europa plaatsvonden. Van deze transcontinentale migranten verhuisden naar schatting 55 à 58 miljoen Europeanen naar Amerika, migreerden zo’n 48 à 52 miljoen Indiërs en Zuid-Chinezen naar Europese koloniën in Zuidoost-Azië, Oost-Afrika en de Stille Oceaan, en vestigden 46 à 51 miljoen Russen en Chinezen zich in Mantsjoerije, Siberië, Centraal-Azië en Japan.
Om dit in perspectief te plaatsen: alleen al tussen 1846 en 1924 verlieten zo’n 48 miljoen Europeanen hun continent. Dat aantal vertegenwoordigt 12 procent van de Europese bevolking in 1900. In sommige landen lagen de percentages nog veel hoger. In dezelfde periode lieten zo’n 17 miljoen mensen de Britse eilanden achter zich – oftewel 41 procent van de Britse bevolking in 1900. En tussen 1869 en 1940 emigreerden zo’n 16,4 miljoen Italianen naar bestemmingen in Noord-Europa en Zuid- en Noord-Amerika – niet minder dan 50 procent van de Italiaanse bevolking in 1900.
Deze percentages overstijgen veruit de migratiecijfers van de meeste grote emigratielanden van vandaag de dag. Zo vertegenwoordigen de 9,5 miljoen in het buitenland woonachtige Mexicanen in 2017 (inclusief ongedocumenteerde migranten) 7,5 procent van de Mexicaanse bevolking, terwijl de 3 miljoen in Turkije geboren mensen die in het buitenland wonen 3,8 procent van de Turkse bevolking vertegenwoordigen. Voor de meest bevolkingsrijke landen liggen deze percentages nog lager. De 9,5 miljoen Indiërs en 5,8 miljoen Chinezen die naar schatting in 2007 buiten hun geboorteland leefden vertegenwoordigen slechts tussen de 0,4 en 0,7 procent van hun respectieve totale nationale bevolkingen.
Dit beeld van relatief lage migratie houdt ook stand wanneer we vluchtelingen bij deze getallen optellen. Dat komt doordat het aantal vluchtelingen veel lager is dan de uitgebreide aandacht van de media en politiek voor de ‘vluchtelingencrisis’ doet vermoeden. Wereldwijd vertegenwoordigen vluchtelingen tussen de 7 en 12 procent van alle migranten, wat gelijkstaat aan zo’n 0,3 procent van de wereldbevolking. Bovendien waren er halverwege de twintigste eeuw aantoonbaar veel meer vluchtelingen dan nu (zoals we zullen zien in hoofdstuk 3).

[…]

 

© 2023 Hein de Haas
© 2023 Nederlandse uitgave: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv, Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum