Leesfragment: Ontaard land

03 mei 2023 , door Ineke Noordhoff
|

Ineke Noordhoff staat met Ontaard land. De strijd van een Groninger tegen de gasregenten op de shortlist van de Brusseprijs voor het beste journalistieke boek. Lees bij ons een fragment!

In Ontaard land schetst Ineke Noordhoff een genadeloos beeld van het menselijk gemorrel in de Groninger bodem. Ze vertelt het verhaal van Henk Tienkamp, die een huis kocht in het Groningse Woltersum maar er al snel achter kwam dat die plek minder veilig was dan hij had gedacht. Niet alleen de gevolgen van de aardgaswinning zorgen voor scheuren in zijn muren, ook het eeuwenlange onverantwoorde gebruik van de bodem eist zijn tol. Menselijke exploitatiedrift leidt ertoe dat het land steeds meer inklinkt en het water steeds hoger tegen de dijken klotst. Eén aardbeving kan het beslissende zetje betekenen voor zijn huis – of voor de regio. Hoewel de overheid de winst van de bodemexploitatie in haar zak heeft gestoken, kijkt ze nu de andere kant op. Mensen zoals Henk krijgen te maken met een hardvochtige aardbevingsbureaucratie.

In plaats van samen aan een nieuwe en veilige toekomst te bouwen, wordt de burger vermorzeld door een systeem dat enkel in grootheden van euro’s kan denken. Henk Tienkamp pakt de strijdbijl op, maar wat begin je in je eentje? In Ontaard land laat Noordhoff overtuigend zien dat het niet alleen anders moet, maar dat het ook anders kan.

 

Hoofdstuk 1
Plek

Diepblauw

Het is eind januari 2019. ’s Morgens om zeven uur stapt Henk Tienkamp de deur uit, loopt naar de schuur en haalt zijn fiets tevoorschijn. Hij rijdt de oprit af, de Kollerijweg op en steekt zijn hand op naar de buurman. Dan draait hij het nieuwe fietspad op dat pal bij zijn huis begint en over de noordelijke dijk van het Eemskanaal naar de stad loopt. Tien kilometer van zijn woonplaats Woltersum aan hetzelfde kanaal ligt de drukkerij. Het is een rechthoekige fantasieloze hal in de oksel van de rondweg om de stad Groningen. Je racet er zo voorbij.
Bij de ingang van de drukkerij maakt een wandmeubel direct duidelijk dat hierbinnen originaliteit wel degelijk op prijs wordt gesteld. Drie deuren van handgemaakte houten kasten staan uitnodigend een stukje open. De knalrode handgrepen van zeker een meter lang trekken onmiddellijk de aandacht: ze hebben de vorm van een geweer. Losjes staan tritsen bijzondere boeken op planken – het één piept er met de bovenrand uit, het ander ligt scheef, een volgende voegt zich in een slordige stapel. De ontvangsttafel is bekleed met lagen door elkaar liggend drukwerk. Het ene boek nog mooier dan het andere.
Henk is neergestreken op een kruk en laat met zichtbaar genoegen de producties door zijn handen gaan. ‘Ken je Otto Snoek?’ Hij vist Lichtspoor uit de stapel. Een ongewoon breed fotoboek. Bladzijde na bladzijde rijgen zwart-witfoto’s van Rotterdamse spoorbruggen zich aaneen. Als een treinreis. Otto heeft veel noten op zijn zang – Henk ook. Ze zijn generatiegenoten. Hun band is tijdens zo’n productiegang nauw en dan kunnen ze het zomaar ineens hebben over iets persoonlijks. Boven die tafel vol boeken worden zaken gedaan en levens gedeeld. Drukken is Henks werk, maar voor hem is het meer dan een technische slotakte. Hij duikt een laagje dieper om de bedoeling van zijn klant te leren kennen.
Zijn route van huis naar de drukkerij, al die kilometers langs het Eemskanaal over de dijk, is kaarsrecht. Tijd genoeg onderweg om in het rond te kijken. Op de hoogtekaart kleurt het land langs zijn route, aan beide zijden van het kanaal, diep donkerblauw. Dit land ten noordoosten van de stad Groningen ligt veel dieper dan de zee, het is het grootste aaneengesloten laagland van de provincie. Gelukkig grenst Het Lageland niet direct aan het zoute water, want je krijgt eerst nog kilometers lang noordwaarts Het Hogeland, een jong gebied met opgeslibd zeeklei. Pas daarboven begint de Waddenzee. Tussen zee en land staan bovendien nu fiere dijken die het zoute water buitenhouden.
Aan beide kanten van het Eemskanaal ligt venig en laag land. Zwarte grond die alleen begaanbaar is door flink water te blijven wegpompen. De bodem is hier wat zurig van karakter – en zo ziet het er ook uit. Nat, met donkere slootranden die hier en daar afkalven. Rietachtige begroeiing aan de oevers. Weideland waarin je voetafdruk plassen nalaat. Dit laagveengebied maakt deel uit van een brede veengordel die zich ten noordoosten van de stad uitstrekt tot aan de kust bij Delfzijl. Als de zeedijk verderop breekt, loopt deze hele streek onder water. Maar ook met de kanaaldijk zelf kan iets misgaan. Als Henk zo hoog boven de weilanden uit over de waterkering van het Eemskanaal fietst, spelen die risico’s soms door zijn hoofd. Maar dan kijkt hij de andere kant op.
Henk heeft een scherpe blik. In de verte, net zuidelijk van Woltersum, ziet hij dat het groen een andere tint krijgt – donkerder dan de raaigrasvelden dichterbij. In dat oude veengebied is een groot nieuw natuurgebied gemaakt, Roegwold. Een lange waterplas met rietlanden en nat moerassig land eromheen dat aansluit op het vogeltjesland aan de noordoever van het Schildmeer. Het ritselt er van de ganzen, maar ook roerdompen en andere vogels houden zich er verborgen. ‘Ik zag er in een halfuur tijd steltkluten met jongen, twee paar geoorde futen met kuikens en zwarte sterns,’ vertelt Henk enthousiast. In 1994 kreeg Midden-Groningen dit natuurgebied in zijn maag gesplitst. Het Rijk moest duizenden hectares ‘natte natuur’ maken om te voldoen aan Europese afspraken.
In Duurswold, zoals deze laagste regio van Groningen heet, wonen weinig mensen en de opbrengst van het land is karig. Daarom zette het Rijk daar een ster op de kaart met het label ‘strategisch groen – natte natuur’. De paar boeren die er woonden, verzetten zich enige tijd in de hoop op een hogere uitkoopsom.
De opgelegde functieverandering van landbouw naar natuur blijkt een kwarteeuw later een cadeau voor de andere bewoners van de streek. Staatsbosbeheer wist oude baggerputten en natte broeklanden via voormalig boerenland met elkaar te verbinden. Inmiddels is het hele gebied vernat en opnieuw ingericht. Vogels, planten en insecten hebben het terrein dankbaar in gebruik genomen. In een rustige hoek is zelfs weer een veenkussentje ontstaan. Piepklein nog, maar het groeit aan en dat is een enorme opsteker voor de natuurmakers. Fietspaden doorkruisen het nieuwe moeras, lopen tussen ruigtes met wilgenstruweel en in het open veld zingen leeuweriken. De dorpen er vlakbij zijn opgefleurd. Ze bouwden nieuwe wijken met uitzicht op de natuur.
In het allerlaagste stuk land langs het 26 kilometer lange Eemskanaal wordt gebouwd. Henk kijkt erop neer als hij naar de drukkerij fietst – het is ongeveer halverwege zijn tocht naar Groningen. De stad breidt uit. De nieuwe bewoners van Meerstad, zoals de wijk is genoemd, vertrouwen erop dat de gemalen werken. Een enkeling verdiept zich in zijn leefgebied en heeft ‘voor de zekerheid’ een opblaasbootje op zolder liggen. De meeste mensen geloven de makelaar op zijn blauwe ogen als die pocht over de ‘groene armleuning’ waar de wijk tegenaan is gevleid. Groen is altijd goed, zelfs als er een dijk mee wordt bedoeld. Achter dat ‘fraaie groene element’ stroomt, kaarsrecht en hoog boven deze nieuwe wereld uit, tussen twee kades het Eemskanaal.
Het kanaal is een hoofdvaarroute voor de scheepvaart en tegelijkertijd een belangrijke afvoer voor regenwater uit Drenthe en Zuidoost-Groningen. Een watersnelweg waar vrachtschepen naar Delfzijl en verder naar Duitsland varen. Of ze komen uit die richting en zetten koers naar Groningen en gaan via het Van Starkenborghkanaal door naar Lemmer en het IJsselmeer. Maar het is geen racebaan, schepen gaan maximaal 12,5 km per uur, je fietst ze zo voorbij. Altijd passeren er boten. Zoveel dat je niet meer naar de schippers zwaait.
Henk fietst over een splinternieuw pad van strakke, lichtgekleurde betonplaten met dwarse naden. Kaboem kaboem kaboem doet het wanneer hij over de ribbels van de platen rijdt. Het fietspad is net zo recht als het kanaal. Wind tegen of wind mee – alsof er niks tussenin zit. Aan de ene kant het water, aan de andere kant het diepe land. De grond zakt steeds dieper, maar het water in het kanaal mag niet mee naar beneden, want dan stroomt het niet meer weg. Het is een bekend Hollands polderbeeld: water dat hoger staat dan het land. Maar in Groningen is het anders. Hier heeft de mens zijn woonomgeving geconsumeerd. Ondernemende bewoners hebben veengrond laten verdwijnen, waarbij de materie als een Houdini-truc is opgegaan in lucht. Bovendien hebben ze grond weg geschept, verkocht en naar elders afgevoerd. En de Rijksoverheid heeft diep in de aardkorst gas weggehaald. Als gevolg van al die menselijke activiteiten is de bodem in de loop van vele eeuwen steeds verder in de aarde teruggeduwd.
Toen Henk ervoor koos in Woltersum te gaan wonen, viel hij voor het huis, de tuin en de omgeving. Hij realiseerde zich dat de aardkorst op deze plek is aangetast, maar dat nam hij erbij. Want zolang de hele omgeving mee zakt, lijkt er weinig aan de hand.

’s Middags fietst Henk met de stroom mee terug, vaak de wind in de rug, en laat zich lekker uitvieren tot hij thuis is. Woltersum is het enige dorp dat letterlijk aan het Eemskanaal ligt. Het liefst hadden de bouwers van het kanaal eind negentiende eeuw uitsluitend door weides en akkers gegraven. Zonder bruggen, aanlegkades of ander oponthoud linea recta van de stad Groningen naar Delfzijl. Maar zo leeg is Groningen nu ook weer niet. Woltersum lag op de route van de stad naar zee en verre havens.
Hoe graag had Henk van deze fietstocht een dagelijks ritueel gemaakt. ’s Morgens met opkomende zon heen, naar de stad. ’s Avonds terug, naar de fakkels op de locatie waar aardgas wordt gewonnen net voorbij Woltersum met de vlam van de Nederlandsche Aardolie Maatschappij (nam) als baken. Maar snel na de aanleg van het strakke pad langs het kanaal komen er arbeiders die in Woltersum op de dijk een hek neerzetten: ‘Werk in uitvoering’. De oude route langs de provinciale weg die hij nu weer moet nemen, is een stuk langer dan het nieuwe pad langs het kanaal, dus veel passanten rammelen ongedurig aan de hekken en schuiven ze aan de kant. Daarna komen er steviger constructies. Hardnekkige illegale fietsers moeten ter hoogte van Garmerwolde omkeren en een paar kilometer terugfietsen omdat ze alsnog op een onneembare barricade stuiten. Pas ruim twee jaar nadat het fietspad klaar is, mogen de bewoners er hun dagelijkse route van maken. Voor Henk is dat te laat, want zijn drukkerij bestaat dan niet meer.

[…]

 

© 2022 Ineke Noordhoff

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum